Veel patiënten ervaren een verband tussen hun voedingspatroon en het optreden van PDS-klachten. Deze relatie komt echter vooral naar voren uit beschrijvend wetenschappelijk onderzoek en blijkt met experimenteel onderzoek in algemene zin moeilijk te bevestigen. Het is daarom niet mogelijk om specifieke voedingsrichtlijnen op te stellen die bij een groot deel van de patiënten de PDS-klachten zouden verminderen. Voor iedereen, dus ook voor patiënten met PDS, gelden de algemene richtlijnen “Gezonde Voeding”, met uitzondering van het minimale vezeladvies. Dit advies (om minimaal 30 tot 40 gram vezels per dag te gebruiken) geldt niet voor patiënten met PDS. Mensen met PDS doseren vezels op geleide van klachten en of op advies van huisarts of diëtist. Daarnaast kunnen patiënten individueel hun voedingspatroon aanpassen, als ze een duidelijke relatie met PDS-klachten ervaren. Uitgangspunt is voor gezonde voeding bij PDS is een evenwichtig voedingspatroon.

Wanneer obstipatie/verstopping op de voorgrond staat, kan een laxans als psylliumvezels helpen. Lactulose heeft niet de voorkeur, vanwege de toename van de klachten door gasvorming.

Bepaalde probiotica lijken effectief te zijn bij patiënten met PDS. Dit hangt onder andere af van de bacteriestam, dosis en toedieningsvorm. Patiënten met PDS die probiotica willen proberen, moeten deze bij voorkeur gedurende vier weken gebruiken om het effect te onderzoeken. Ten aanzien van bewegen geldt ook voor patiënten met PDS de Nederlandse Norm voor Bewegen: minimaal een half uur per dag gedurende vijf dagen per week. Zelfhulpmethodes, bijvoorbeeld een gestructureerd zelfhulpboek of werkboeken en ontspannings-cd’s kunnen de zelfzorg ondersteunen.

Verminder stress

Pak stress aan. Zoals bij bijna elke ziekte kunnen stress en de klachten elkaar versterken. Bedenk waar de stress vandaan komt. Maak eventueel vooraf een dagboekje: schrijf op wanneer je spanningen of stress voelt en waar het minder van wordt.

Eet gezond

Ook voor mensen met PDS is het belangrijk om volwaardige voeding te nemen. Veel patiënten met PDS vermijden bepaalde voedingsmiddelen omdat ze merken dat die bij hen meer klachten geven. Ze nemen bijvoorbeeld geen kool, paprika, peulvruchten, ui, koolzuur, melkproducten, koffie, suiker, zoetstoffen, vet of citrusvruchten. Of het vermijden van bepaalde voedingsmiddelen de klachten vermindert, is tot nu toe niet wetenschappelijk bewezen. Zodra je bepaalde voedingsmiddelen niet meer neemt, is het verstandig om eens met een diëtist te bespreken of en hoe je toch genoeg voedingsstoffen binnen krijgt. Een evenwichtig eetpatroon met minstens drie maaltijden per dag is ook voor patiënten met PDS van belang. Gezonde voeding is essentieel. Het is cruciaal om voldoende vezels binnen te krijgen. Vezels houden vocht vast in de darm. Je krijgt hierdoor meer en zachtere ontlasting en de werking van de darm wordt gestimuleerd. 30 gram vezels per dag is voldoende. Er zitten géén voedingsvezels in vlees, ei, kaas en andere melkproducten. Genoeg drinken is ook noodzakelijk. Drink ten minste 1,5 tot 2 liter per dag.

Vezelrijke voeding:

  • volkoren- en roggebrood;
  • aardappelen;
  • volkoren pasta;
  • zilvervliesrijst;
  • peulvruchten (bonen, erwten, linzen);
  • groenten (ook rauwe groenten);
  • fruit;
  • volkorenbiscuit, muesli(repen), rijstwafels en popcorn.

Probiotica

Van probiotica (in pillen/capsules, in zakjes poeder of in yoghurtdrankjes) is nog onvoldoende bewezen of en bij wie ze helpen. Toch lijken de probiotica bij sommige mensen wel wat verlichting te geven. De mogelijk werkzame probiotica (van de juiste bacteriestam en in de juiste dosis en toedieningsvorm) zijn in de apotheek, drogist of bij natuurvoedingswinkels te koop.

Pepermuntolie

Bij een deel van de mensen met PDS verminderen pillen met pepermuntolie de klachten.

Lijnzaad

Naar lijnzaad is geen onderzoek gedaan bij PDS. Het is dus niet bekend of het echt helpt.

Aloë vera

Het is zeer onzeker of het gebruik van aloë vera helpt tegen PDS. Onderzoek geeft aan dat het waarschijnlijk niet werkzaam is. Het kan zelfs meer klachten geven.

Beweging

Zorg ervoor dat je iedere dag ten minste een halfuur intensief beweegt. Drie keer tien minuten of twee keer een kwartier mag ook. Ga bijvoorbeeld wandelen, rennen, fietsen, zwemmen of tuinieren. Daardoor komen de darmen in beweging en komt de ontlasting beter op gang.
Zes van de tien mensen met PDS zeggen dat niet al te inspannende en regelmatige beweging de buikpijn en darmklachten vermindert. Als je weinig beweegt, probeer dan eens of je af en toe wat kunt gaan wandelen. Kijk wat dat met jouw klachten doet. Stop niet bij de eerste buikkramp maar probeer voorzichtig verder te bouwen aan jouw gezondheid.

Toiletgang

Ga naar het toilet zodra je aandrang voelt. Stel dit niet uit, ook al hebt je het druk. Als je de aandrang om te poepen steeds negeert, dan voel je op den duur de aandrang minder goed. De poep blijft langer in je darmen en wordt daardoor droger en harder. Dit veroorzaakt verstopping.