Deze productinformatie is alleen bedoeld voor inwoners van Nederland.

Depo-Medrol®

Bijsluitertekst Nederland

DEPO-MEDROL® injectievloeistof

Samenstelling

Werkzaam bestanddeel

Depo-Medrol Injectievloeistof bevat methylprednisolon acetaat als werkzame stof in een concentratie van 40 mg/ml, overeenkomend met 36 mg/ml methylprednisolon.

Hulpstoffen
Depo-Medrol Injectievloeistof bevat bovendien de volgende hulpstoffen: macrogol 4000, myristylpicolinechloride, natriumchloride, water voor injectie.

Verpakkingen

Depo-Medrol Injectievloeistof 40 mg/ml is beschikbaar in verpakkingen van
1 x 1 ml flacon
1 x 1 ml wegwerpspuit
1 x 2 ml wegwerpspuit
1 x 5 ml flacon.

Wat is Depo-Medrol Injectievloeistof?

Depo-Medrol bevat methylprednisolon (onder de vorm van methylprednisolon acetaat). Methylprednisolon behoort tot de groep van de glucocorticoïden (bijnierschorshormonen).
Methylprednisolon remt lokale ontstekingsverschijnselen (koorts, zwelling, pijn, roodheid) en overgevoeligheidsreacties.

Registratiehouder

Pfizer bv,
Rivium Westlaan 142,
2909 LD Capelle aan den IJssel

Voor vragen over dit geneesmiddel, bel 0800-MEDINFO (63 34 636)

Registratienummer

In het Register ingeschreven onder RVG 00605

Waarvoor kan Depo-Medrol Injectievloeistof worden gebruikt?

Depo-Medrol kan in een spier worden gespoten voor een algemene werking op het gehele lichaam (=Intramusculaire injectie) of plaatselijk worden toegepast door injectie in of rondom gewrichten, rondom pezen of in de huid.

A. Injectie in de spier voor algemene werking:
Depo-Medrol komt in aanmerking wanneer behandeling met tabletten niet mogelijk is.
Depo-Medrol kan worden gegeven bij een groot aantal aandoeningen waarbij de arts de onderdrukking van de ontstekingsreactie noodzakelijk acht. Dit is onder andere het geval bij:
o het opvlammen van diverse reumatische aandoeningen
o bronchiaal astma
o hooikoorts
o sarcoïdose

B. Injectie voor plaatselijke werking:

o Ontstekingen van onder andere gewrichten, slijmbeurzen of pezen

Wanneer mag Depo-Medrol Injectievloeistof niet worden gebruikt?

* Bij overgevoeligheid voor methylprednisolon of soortgelijke producten of voor één van de overige bestanddelen van het product;
* Bij virus- of schimmelinfecties;
* Bij patiënten met een maagzweer;
* Bij patiënten met een tropische worminfectie;
* Bij toediening van bepaalde vaccins.

Wat indien u zwanger bent of borstvoeding geeft?

Het gebruik van deze geneesmiddelen tijdens de zwangerschap en de borstvoedingsperiode is in het algemeen af te raden, tenzij dit gebeurt in overleg met uw arts. Mocht u zwanger worden in de periode waarin u met dit geneesmiddel wordt behandeld, dan dient u uw arts te raadplegen.
Corticoïden komen in de moedermelk terecht. Daarom wordt het geven van borstvoeding tijdens corticosteroïdtherapie ontraden.

Invloed op de rijvaardigheid

Er zijn geen gegevens bekend over het effect van methylprednisolon op de rijvaardigheid. Bij het besturen van voertuigen en het bedienen van machines dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van spierzwakte, spieratrofie en stemmingsveranderingen.

Welke voorzorgen dient u te nemen?

De arts zal u nauwlettend observeren. Het is van belang dat u alle effecten die tijdens of na de behandeling optreden met uw arts of verpleegkundige bespreekt.
U dient tijdens de behandeling met dit geneesmiddel onder regelmatig medisch toezicht te staan:
* indien u behoort tot één van de bijzondere risicogroepen (zie rubriek "Ongewenste effecten").
* indien u leed of lijdt aan tuberculose, een maag-darmkwaal, een hartkwaal of infecties.
* indien een langdurige behandeling met dit geneesmiddel noodzakelijk is.
* indien een inenting tegen bepaalde infecties (vaccinatie) absoluut noodzakelijk is.
Wanneer methylprednisolon wordt gebruikt bij bepaalde oogaandoeningen zal men geregeld uw ogen controleren.
Stel uw arts op de hoogte van het gebruik van dit geneesmiddel alvorens een laboratorium test wordt gedaan.
Ondanks een verbetering van de symptomen na behandeling van een gewricht, dient overdadig gebruik van het betrokken gewricht vermeden te worden. Verwaarlozing van deze voorzorg kan de beschadiging van het gewricht verergeren.

Wat indien u andere geneesmiddelen of genotmiddelen gebruikt?

Vertel uw arts of apotheker altijd welke geneesmiddelen u gebruikt. Verschillende geneesmiddelen kunnen namelijk elkaars werking en/of bijwerking beïnvloeden. Methylprednisolon behoort tot de groep van de glucocorticoïden. Van deze groep zijn o.a. de volgende effecten bekend:
* Combinatie van glucocorticoïden met bepaalde ontstekingwerende geneesmiddelen verhoogt het risico op bepaalde maag-darmaandoeningen.
* Glucocorticoïden kunnen de behoefte aan insuline of orale bloedsuikerverlagende middelen bij suikerzieken verhogen.
* Glucocorticoïden onderdrukken het afweermechanisme. Bepaalde inentingen kunnen daarom niet worden gegeven.
* Glucocorticoïden kunnen het effect van geneesmiddelen die de bloedstolling remmen beïnvloeden.

Vertel uw arts dat u met methylprednisolon wordt behandeld vooraleer u een vaccinatie dient te krijgen. Raadpleeg uw arts of apotheker over het gebruik van alcohol samen met methylprednisolon.

Hoe dient u Depo-Medrol Injectievloeistof te gebruiken?

De te gebruiken hoeveelheid en de behandelingsduur zijn afhankelijk van de aandoening. Uw arts zal bepalen hoe vaak en hoelang u methylprednisolon zal moeten gebruiken. Depo-Medrol Injectievloeistof zal u worden toegediend via een injectie in de spier, in of rondom het gewricht, in de slijmbeurs of in het huidletsel. Volg de aanbevelingen van uw arts nauwkeurig op.

Wat gebeurt er als u teveel Depo-Medrol Injectievloeistof heeft toegediend gekregen, wat te doen?

Een acute overdosering met dit geneesmiddel geeft geen aanleiding tot onmiddellijk zichtbare verschijnselen. Chronische overdosering geeft daarentegen aanleiding tot typische symptomen zoals een vollemaansgezicht, opzwelling en wateropstapeling. Uw arts zal in geval van overdosering de gepaste maatregelen nemen.

Welke ongewenste effecten kunnen optreden bij het gebruik van Depo-Medrol Injectievloeistof?

De kans op ongewenste effecten is in het algemeen klein indien dit geneesmiddel gedurende een korte periode wordt gebruikt. De kans op ongewenste effecten kan wel toenemen indien gedurende een lange periode hoge doses worden gebruikt. De belangrijkste ongewenste effecten die kunnen optreden zijn: opzwelling van het gezicht en de hals, ontstekingen, toename van het lichaamsgewicht, wateropstapeling, maag-darmklachten, hoofdpijn, psychische veranderingen, spierpijnen en spierzwakte, onregelmatige menstruaties, oogaandoeningen, allergische reacties, veranderingen van de huid en stuipen.

Patiënten die behoren tot de volgende bijzondere risicogroepen moeten, vanwege een verhoogde kans op bepaalde bijwerkingen, onder regelmatig medisch toezicht staan:

* Kinderen: groeiremming is mogelijk bij langdurige behandeling.

* Patiënten met suikerziekte: verhoogde behoefte aan insuline of andere bloedsuikerverlagende geneesmiddelen.

* Patiënten met een verhoogde bloeddruk.

* Patiënten met gemoedsstoornissen.

* Patiënten met botontkalking.

* Patiënten met een onvoldoende werking van de nieren.

Bepaalde ongewenste effecten kunnen optreden, alhoewel deze zich niet noodzakelijk bij u zullen voordoen. Ook andere dan de hierboven vermelde ongewenste effecten kunnen eventueel optreden. Meld deze aan uw arts of verpleegkundige. Sommige bijwerkingen treden pas na enige tijd op.
Raadpleeg uw arts, apotheker of verpleegkundige indien u een probleem ondervindt, waarvan u meent dat het een mogelijke bijwerking van dit geneesmiddel is.

Hoe dient u Depo-Medrol Injectievloeistof te bewaren?

Bewaren bij kamertemperatuur (15-25? C).
De uiterste gebruiksdatum (maand/jaar) is vermeld op de verpakking onder "NIET TE GEBRUIKEN NA:", respectievelijk "EXP.".

Bewaar geen geneesmiddelen die u niet langer nodig hebt of waarvan de uiterste gebruiksdatum is overschreden.

Bewaar elk geneesmiddel steeds buiten het bereik van kinderen.

In deze bijsluiter vindt u alleen een beknopte informatie, die nooit het oordeel of van de specifieke aanwijzingen van uw arts kan vervangen. Hij/zij is immers de aangewezen persoon met wie u de voor -en nadelen van dit geneesmiddel dient te bespreken. Mocht u daarna nog vragen hebben, dan kan ook uw apotheker of verpleegkundige u helpen.

April 1997