Deticene

Deticène Bevat dacarbazine (DTIC) , 5- (3,3-dimethyl – 1 – triazeno ) imidazool – 4 – carboxamide.

Decarbazine wordt in de lever gedimethyleerd, waarbij een instabiele metaboliet ontstaat (M.I.C. ), die verandering in de metaboliet A.I.C.
(5-amino-4imidazoolcarboxamide).

Bij onderzoeken, waarbij decarbazine met C14 in diverse posities van een molecuul is gemarkeerd, werd na een eenmalige i.v. injectie van 4,5 mg/kg gezien, dat de concentratie in het bloed progressief daalde. 6 uur na de injectie was er geen dacarbazine in het plasma aantoonbaar. De plasmahalfwaardetijd van dacarbazine is 75 minuten. De uitscheiding via de urine vindt snel plaats (30% in 6 uur) en is 24 uur compleet. Dacarbaziner wordt voor 5% aan eiwit gebonden.

Eigenschappen

Dacarbazine is een cytostaticum dat structureel analoog is aan 5-amino-4-imidazoolcarboxamide, een voorloper van purine. De werking van Dèticéne komt waarschijnlijk tot stand door antimetaboliet die de DNA-opbouw verstoort en door de werking als alkylerende stof, die geactiveerd wordt in de lever.

Indicaties

Deticène is geïndiceerd bij de behandeling van maligne melanoom. In combinatie met andere cytostatica in Deticène ook bij andere indicaties toe te passen zoals sarcomen (maligne lymphoom, sarcoom van de weke delen).

Contra-indicaties

Zwangerschap. Overgevoeligheid voor dacarbazine.
Gebruik in de zwangerschap
Over het gebruik van deze stof in de zwangerschap bij de mens bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. In dierproeven is het geneesmiddel schadelijk gebleken. Op grond van de farmacologische werkzaamheid is schadelijkheid van het gebruik tijdens zwangerschap mogelijk. Gedurende de behandeling van hetzij de man, hetzij de vrouw, dienen anti-conceptieve maatregelen te worden genomen.

Waarschuwingen en voorzorgen.

De toxiciteit van Déticène komt vooral tot uiting door het effect op het beenmerg. In het bijzonder op het beenmerg. In het bijzonder op de aanmaak van leucocyten en trombocyten. Leucopenie en trombocytopenie treden op bij 30 tot 50% van de gevallen en kunnen zo ernstig zijn dat dit de dood tot gevolg kunnen hebben.
De intensiteit van deze hematologische invloed is afhankelijk van de toegediende dosis. Soms moet de therapie met Déticène tijdelijk worden onderbroken of worden gestaakt wanneer beenmergremming optreedt.
Omdat frequente hematologische controle in het laboratorium noodzakelijk is, ook na de kuur, verdient het de voorkeur Déticène in de kliniek toe te passen, onder toezicht van een arts met ervaring op het gebied van cytostatica.

Interactie

Bij combinatie met doxorubicine wordt bij kinderen de kans op cardiomyopathie verhoogd.

Bijwerkingen

Anorexie, misselijkheid en braken komen voor, echter bij 90% der patiënten alleen tijdens de eerste injecties. Het braken kan enkele uren aanhouden en kan door anti-emetica gestopt worden. Soms wordt diarree veroorzaakt. De meest voorkomende biochemische bijwering is een verhoging van SGOT; dit kan bij 50% der patiënten voorkomen. Voor hematologische bijwerkingen wordt men verwezen naar de rubriek waarschuwingen. Het kan nuttig zijn de patiënten 4-6 uur voor het begin van de Déticène behandeling geen drank of voedsel te geven. De symptomen verdwijnen overigens na 1 à 2 dagen.
Enkele zelden optredende bijwerkingen zijn o.a. een influenza-achtig syndroom met koorts, myalgie en malaise. Dit beeld ontstaat na een hoge enkelvoudige dosis en duurt 7-21 dagen. Ook bij volgende behandelingen kan het optreden. Alopecia, rood worden van de hoofdhuid en paraesthesia facialis worden gezien. In enkele gevallen zijn afwijkingen bij lever- en nierfunctieonderzoek vermeld.

Dosering en gebruiksaanwijzing

Déticène moet buiten inwerking van licht en warmte worden bewaard.
Déticène oplossing dient voor onmiddellijk gebruik te worden bereid en toegediend binnen 8 uur als het bij 20°c wordt bewaard en binnen 72 uur als het bij 4°c wordt bewaard, aan gezien anders toxische omzettingsproducten kunnen ontstaan.
Déticène wordt intraveneus (per infuus) toegediend. Pijn op de plaats van de injectie kan worden veroorzaakt. De frequentie en intensiteit hiervan kunnen worden verminderd door Déticène in de infusieflacon te brengen i.p.v. in de infusieslang.

De aanbevolen dosering

Cycli van 4 of 5 dagen met 150 à 250 mg/m2 per dag met een interval van 21 dagen tussen 2 cycli te berekenen vanaf de laatste behandelingsdag.

In combinatie-therapie is de dosering:

Cycli van 4 of 5 dagen à 100 mg/m2 per dag met een interval van 21 dagen tussen
2 cycli, te berekenen vanaf de laatste behandelingsdag.

Verpakking

- doos met 1 flacon à 100 mg dacarbazine + 1 ampul à 10 ml aqua ad injectabilia.
- doos met 1 flacon à 200 mg dacarbazine + 1 ampul à 20 ml aqua ad injectabilia.

Houdbaarheid

2 jaar in het donker
1 jaar in het licht

Bewaring

Buiten licht en warmte

In het register ingeschreven onder RVG 07411 (100mg) en RVG 09036 (200mg).

Rhône-Poulenc Nederland b.v.
Draaistroom 1
1181 VT AMSTELVEEN

Datering: 1 oktober 1981