Informatie voor de patient Zestril

Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel.
* Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nogmaals door te lezen.
* Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
* Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven, geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen.

Inhoud van deze bijsluiter
1.Wat is Zestril en waarvoor wordt het gebruikt?
2.Wat u moet weten voordat u Zestril gebruikt
3.Hoe wordt Zestril ingenomen?
4.Mogelijke bijwerkingen
5.Hoe bewaart u Zestril?

Zestril-5, tabletten 5 mg Zestril-10, tabletten 10 mg Zestril-20, tabletten 20 mg Zestril-30, tabletten 30 mg
Het werkzame bestanddeel is: lisinopril. Elke tablet Zestril-5, Zestril-10, Zestril-20 en Zestril-30 bevat lisinopril dihydraat, overeenkomend met 5, 10, 20 en 30 mg lisinopril-anhydraat.
Andere bestanddelen (hulpstofen) zijn: mannitol, calciumwaterstoffosfaat, maiszetmeel, gepregelatineerd maiszetmeel, magnesiumstearaat en ijzeroxide (E172).

Registratiehouder:
AstraZeneca BV,
Postbus 599,
2700 AN ZOETERMEER.
Telefoon nummer: 079-3632222.

In het register ingeschreven onder RVG: 12560 (Zestril-5), 12561 (Zestril-10), 12562 (Zestril-20) en 24015 (Zestril-30).

1.Wat is Zestril en waarvoor wordt het gebruikt ?
Farmaceutische vorm en verpakkingen: Zestril: tabletten.
Zestril - 5 zijn roze, ronde, bolle tabletten met een diameter van 6 mm, Zestril - 10 zijn roze, ronde, bolle tabletten met een diameter van 8 mm, Zestril - 20 zijn roze, ronde, bolle tabletten met een diameter van 8 mm en Zestril - 30 zijn roze, ronde, bolle tabletten met een diameter van 9 mm.

Zestril is verkrijgbaar in doordrukstrips met 30 tabletten (3 strips met 10 tabletten).

Geneesmiddelengroep: ACE-remmers ('Angiotensin Converting Enzyme' - remmers). Lisinopril bindt zich aan het ACE waardoor de vorming van een bloeddrukverlagende stof in het lichaam wordt geremd. Als gevolg van deze remming van het ACE daalt de druk in de bloedvaten en/of verbetert de werking van het had.

Aan wie wordt Zestril voorgeschreven?
Zestril wordt voorgeschreven voor:
* verhoogde bloeddruk (hypertensie);
* onvoldoende pompkracht van het hart (hartfalen);
* na een acuut hartinfarct;
* nierproblemen als gevolg van suikerziekte (type 2 diabetes mellitus).

2.Wat u moet weten voordat u Zestril gebruikt

Gebruik Zestril niet wanneer u:
* overgevoelig bent voor een van de bestanddelen van dit geneesmiddel of een andere ACE-remmer;
* eerder een plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijvoorbeeld keel of tong),
* ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische
reactie (angio-oedeem) heeft gehad bij een behandeling met een ACE-remmer;
* erfelijke angio-oedeem of angio-oedeem met een onbekende oorzaak heeft gehad;
* zwanger bent, gedurende het 2e en 3e trimester.

Wees extra voorzichtig met Zestril wanneer u:
* de neiging heeft om flauw te vallen of last heeft van duizeligheid (lage bloeddruk). De kans op een lage bloeddruk is groter wanneer u een plasmiddel gebruikt, een zoutarm dieet volgt, wanneer u gedialyseerd wordt, wanneer u diarree heeft of moet braken;
* wanneer een vernauwing bij de aorta- of mitralisklep in het hart heeft;
* een verminderde werking van de nieren heeft;
* een plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijvoorbeeld keel of tong),
* ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitsiag, vaak als allergische reactie (angio-oedeem) heeft. Zie ook rubriek `Gebruik Zestril niet wanneer u:';
* met een `high flux' membraan (bijvoorbeeld AN 69) wordt gedialyseerd;
* met low-density-lipoproteins (LDL) aferese met dextransulfaat wordt behandeld;
* een desensibilisatiebehandeling (een behandeling om u minder gevoelig te maken
voor het effect van een allergie of voor een bijen- of wespensteek) moet ondergaan;
* een verminderde werking van de lever heeft;
* een bepaalde (ernstige) bloedafwijking (te kort aan witte bloedlichaampjes) gepaard gaande met verhoogde gevoeligheid voor infectie (neutropenie) of gepaard gaande met plotselinge hoge koorts, heftige keelpijn en zweertjes in de mond (agranulocytose) heeft;
* een donkere huidskleur heeft, omdat Zestril bij mensen met een donkere huidskleur minder effectief zou kunnen zijn;
* last heeft van een aanhoudende droge hoest;
* een operatie of narcose moet ondergaan;
* een verhoogd risico heeft van te veel kalium in het bloed (verminderde nierfunctie, suikerziekte of het gebruik van een kaliumsparend geneesmiddel zoals bijvoorbeeld spironolacton of een kaliumbevattend geneesmiddel);
* suikerziekte heeft;
* lithium gebruikt;
* zwanger bent of zwanger wil worden. Zie ook rubriek `Gebruik Zestril niet wanneer u:';
* een borstvoeding geeft of wil geven.
Raadpleeg uw arts indien dit voor u van toepassing is of in het recente verleden is geweest.
Zwangerschap
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Raadpleeg uw arts wanneer u zwanger bent of zwanger wil worden. Zestril mag namelijk niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, omdat er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over de veiligheid van Zestril tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en omdat Zestril in het tweede en derde trimester schadelijk kan zijn voor de vrucht. Zie ook rubriek `Gebruik Zestril niet wanneer u:'.

Borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Het is niet bekend of Zestril overgaat in de moedermelk. Zestril mag tijdens het geven van borstvoeding alleen gebruikt worden na overleg met uw arts.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Zestril kan duizeligheid en moeheid veroorzaken. Als u last heeft van duizeligheid of moeheid, bestuur dan geen voertuigen en/of bedien geen machines die oplettendheid vereisen.

Gebruik van Zestril in combinatie met andere geneesmiddelen
Let op: de volgende opmerkingen kunnen ook van toepassing zijn op het gebruik van geneesmiddelen enige tijd geleden of in de nabije toekomst:
Sommige medicijnen kunnen elkaars werking versterken of verzwakken of mogen om andere redenen niet gelijktijdig worden gebruikt. Licht daarom altijd uw arts in wanneer u andere medicijnen naast Zestril gebruikt. Dit geldt ook voor medicijnen die zonder recept te krijgen zijn. U kunt tevens gebruik maken van een medicijnkaart, verkrijgbaar bij de apotheek. Hierop noteert u welke medicijnen u gebruikt en in welke dosering.

Vooral wanneer u de volgende geneesmiddelen naast Zestril gebruikt, is het van belang dat uw arts dit weet, zodat uw arts eventueel de dosering van de medicijnen kan aanpassen.
* kaliumbevattende middelen; gelijktijdige inname kan leiden tot een te hoog
kaliumgehalte in het bloed;
* plasmiddelen inclusief de kaliumsparende plasmiddelen zoals spironolacton, triamtereen of amiloride (middelen tegen hoge bloeddruk); gelijktijdige inname kan het bloeddrukverlagend effect versterken;
* lithium (middel tegen manische depressie); bij gelijktijdige inname kan de hoeveelheid lithium in het bloed stijgen;
* NSAID's inclusief meer dan 3 g acetylsalicylzuur per dag (pijnstillende middelen met ontstekingsremmende en koortsverlagende werking); gelijktijdige inname kan het bloeddrukverlagend effect van Zestril verminderen;
* andere middelen tegen een hoge bloeddruk; gelijktijdige inname kan het bloeddrukverlagende effect van Zestril verhogen;
* tricyclische antidepressiva (middelen tegen depressie), antipsychotica (middelen tegen psychose) en anaesthetica (narcosemiddel); gelijktijdige inname/toediening kan de bloeddruk verder verlagen;
* sympathicomimetica (middelen met een stimulerende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel); gelijktijdige inname kan het bloeddrukverlagend effect van Zestril verminderen;
* antidiabetica (middelen tegen suikerziekte); gelijktijdige inname kan het bloedsuikerverlagend effect van antidiabetica versterken.
Zestril kan gelijktijdig gebruikt worden met acetylsalicylzuur (in lage doseringen), trombolytica (bloedverdunners), beta-blokkers (middel tegen een hoge bloeddruk) en/of nitraten (middel toegepast bij een beklemmend pijnlijk gevoel op de borst (angina pectoris)).

3. Hoe wordt Zestril ingenomen?
Dosering
Uw arts heeft u verteld hoe u Zestril moet gebruiken. Deze aanwijzingen moet u goed opvolgen. Verander niet zelf de dosering en onderbreek de behandeling niet zonder overleg met uw arts!
-Verhoogde bloeddruk (hypertensie)
Zestril kan alleen of in combinatie met andere bloeddrukverlagende middelen worden gebruik.
Startdoserinq: Neem eenmaal daags 10 mg Zestril.
Onderhoudsdosering: Neem eenmaal daags 20 mg Zestril.
Patienten die plasmiddelen qebruiken: Raadpleeg eerst uw arts alvorens met Zestril te beginnen.
Patienten met een verminderde werkinq van de nieren: Raadpleeg uw arts. De dosering zal waarschijnlijk moeten worden aangepast.

-Onvoldoende pompkracht van het had
(hartfalen)
Zestril is een aanvullende therapie bij plasmiddelen, digitalis of beta-blokkers. Startdoserinq: Neem eenmaal daag 2,5 mg Zestril (een halve tablet Zestril-5). Afhankelijk hoe u reageert zal de dosering worden aangepast.
-Na een acuut hartinfarct
De behandeling met Zestril dient binnen 24 na ontstaan van de klachten te worden gestart.
Startdosering (eerste 3 dagen na infarct): 5 mg Zestril, gevolgd door nogmaals 5 mg Zestril na 24 uur, gevolgd door 10 mg Zestril na 48 uur en dan eenmaal daags 10 mg Zestril. Bij !age bloeddruk of bij een verslechterde nierfunctie zal de dosering worden aangepast.
Onderhoudsbehandelinq: Neem eenmaal daag 10 mg Zestril. Wanneer uw bloeddruk te sterk daalt, zal de dosering worden verlaagd of worden gestaakt.
Na 6 weken zal worden bekeken of u kan stoppen met Zestril of dat u moet doorgaan met de behandeling.

-Nierproblemen als gevolg van suikerziekte (type 2 diabetes mellitus) (Start)doserinq: Neem eenmaal daags 10 mg Zestril. Indien nodig verhoogd worden tot eenmaal daags 20 mg Zestril.
Patienten met een verminderde werkinq van de nieren: Raadpleeg uw arts de dosering zal waarschijnlijk moeten worden aangepast.

Kinderen
Gebruik van Zestril bij kinderen wordt niet geadviseerd, omdat de veiligheid en de effectiviteit niet volledig zijn vastgesteld.

Ouderen
Zestril kan bij ouderen worden gebruikt zoals hierboven beschreven. Echter bij ouderen moet wel rekening worden gehouden met een eventueel verminderde werking van de nieren.

Patienten met een niertransplantatie
Gebruik van Zestril bij patienten met een niertransplantatie wordt niet geadviseerd, omdat hiermee geen ervaring is opgedaan.

In geval u bemerkt dat Zestril te sterk of juist te weinig werkt, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Gebruiksaanwijzing
U kunt Zestril voor, tijdens of na de maaltijd innemen.

Hoe vaak moet u Zestril innemen?
Als regel eenmaal per dag ongeveer op hetzelfde tijdstip.

Wat u moet doen wanneer u te veel van Zestril heeft ingenomen:
Verschijnselen
Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over het effect van inname van zeer hoge doseringen. Verschijnselen die ondermeer zouden kunnen optreden zijn lage bloeddruk, circulatiestilstand, verstoring van de zouthuishouding, nierfunctiestoornis, hyperventilatie, versnelde of vertraagde hartslag, hartkloppingen, duizeligheid, angst en hoesten.

Wat moet u dan doen?
Wanneer u te veel van Zestril heeft gebruikt of ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of apotheker. Probeer erachter te komen hoeveel Zestril is ingenomen. Houd de verpakking van Zestril bij de hand.

Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Zestril in te nemen:
Als u erachter komt dat u Zestril bent vergeten in te nemen, kunt u deze alsnog innemen tenzij het al bijna tijd is voor uw volgende dosering. De volgende tablet neemt u daarna weer in op de gebruikelijke tijd.
Neem nooit een dubbele dosis van Zestril om zo de vergeten dosis in te halen.

Effecten die u kunt verwachten wanneer de behandeling met Zestril wordt gestopt:
U loopt het risico dat de klachten, waarvoor de behandeling met Zestril was voorgeschreven, terugkeren.

4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals alle geneesmiddelen kan Zestril bijwerkingen veroorzaken. De volgende bijwerkingen zijn vaak, soms, zelden of zeer zelden gemeld: vaak is tussen 1 op de 10 en 1 op de 100 patienten; soms is tussen 1 op de 100 en 1 op de 1.000 patienten; zelden is tussen 1 op de 1.000 en 1 op de 10.000 patienten; zeer zelden is minder dan 1 op de 10.000 patienten.

Vaak: duizeligheid, hoofdpijn, bloeddrukdaling door bijvoorbeeld te snel opstaan uit een zittende of liggende houding soms gepaard gaande met duizeligheid (orthostatische effecten/hypotensie), hcest, diarree, overgeven en verminderde werking van de nieren.

Soms: stemmingswisselingen, waarneming van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie), smaakstoornissen, slaapstoornissen, hartaanval of beroerte, hartkloppingen, versnelde hartslag, bleekheid van de vingers of tenen (Raynaud-fenomeen), ontsteking van het neusslijmvlies gekenmerkt door een verstopte neus, niezen en afscheiding (rhinitis), misselijkheid, buikpijn, spijsverteringsstoornis, rode huid, jeuk, impotentie, moeheid en zwakte.

Zelden: bloedaandoeningen (zoals een verlaging van het hemoglobinegehalte in het bloed, hematocrietverlaging), geestelijke verwardheid, droge mond, overgevoeligheid, plotselinge vochtophoping in het gezicht, keel, tong en extremiteiten (angioneurotisch oedeem), huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes (netelroos), haaruitval, terugkerende huidaandoening gepaard gaande met schilferende, droge huiduitslag (psoriasis), bloedvergiftiging door onvoldoende werking van de nieren (uremie), acute nierproblemen en borstvorming bij mannen (gynaecomastie).

Zeer zelden: Bloed- en Iymfesysteem-afwijkingen gepaard gaande met een verhoogde gevoeligheid voor infecties (depressie van het beenmerg, anemie, thrombocytopenie, leukopenie, neutropenie, agranulocytose, hemolytische anemie, lymfadenopathie en auto-immuunziekten), te Iaag suikergehalte in het bloed gepaard gaande met hongergevoel, zweten, duizeligheid, hartkloppingen (hypoglycemie), benauwdheid door kramp van de spieren van de Iuchtwegen (bronchospasmen), ontsteking van de voorhoofdsholten (sinisitis), kortademigheid en hoest als gevolg van een longontsteking, ontsteking van de alvleesklier gepaard gaande met heftige pijn in de bovenbuik uitstralend naar de rug en misselijkheid en braken (pancreatitis), vochthoping in de darmwand (o.a. te herkennen aan buikpijn), leverontsteking (hepatitis) gepaard gaande met geelzucht (gele verkleuring van de huid), verminderde werking van de lever, overmatig zweten (diaforese), opeenvolgende vorming van blaasje op de huid (pemphigus), ernstige, plotselinge (overgevoeligheids)reactie gepaard gaande met koorts en blaren op de huid/vervelling van de huid (toxische epidermale necrolyse), ernstige overgevoeligheidsreactie met (hoge) koorts, rode vlekken op de huid, gewrichtspijnen en/of oogontsteking (Steven-Johnson syndroom), huiduitslag met rode (vochtige) onregelmatige vlekken (erythema multiforme), verminderde of geen uitscheiding van urine (oligurie/anurie).

Wat moet u doen als er bijwerkingen optreden?
In geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld of die u als ernstig ervaart, informeer dan uw arts of apotheker. Verlaag nooit zelf de dosering en onderbreek de behandeling niet zonder overleg met uw arts!

5. Hoe bewaart u Zestril?
Zestril buiten bereik en zicht van kinderen houden!
Stripverpakking Bewaren beneden 30°C.

Uiterste gebruiksdatum
Gebruik Zestril niet na de datum op de verpakking achter "EXP".
U kunt eventueel overgebleven tabletten bij uw apotheek inleveren ter vernietiging (klein chemisch afval).

Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in oktober 2004.