ZINACEF® 250 ZINACEF® 750 ZINACEF® 1500 ZINACEF® 1500 ZINACEF® 750 ZINACEF@ 1500

BIJSLUITER
SAMENSTELLING
Zinacef bevat als werkzaam bestanddeel cefuroximnatrium, een semi-synthetisch antibioticum uit de cefalosporinereeks, voor parenterale toepassing. Zinacef 250 Injectie bevat cefuroximnatrium, overeenkomend met 250 mg cefuroxim per flacon. Zinacef 750 Injectie en Zinacef 750 Monovial bevatten cefuroximnatrium, overeenkomend met 750 mg cefuroxim per flacon. Zinacef 1500 Injectie, Zinacef 1500 Infuus en Zinacef 1500 Monovial bevatten cefuroximnatrium, overeenkomend met 1500 mg cefuroxim per flacon.

INDICATIES
Zinacef is bestemd voor de behandeling van infecties veroorzaakt door voor cefuroxim gevoelige micro-organismen, zoals:
- luchtweginfecties
- urineweginfecties
- keel-, neus- en oorinfecties
- infecties van huid en weke delen
- infecties van botten en gewrichten
- obstetrische en gynaecologische infecties
- meningitis
- septicaemia
- gonorrhoea.

Zinacef kan ook worden gebruikt voor de preventie van bepaalde postoperatieve infecties bij operatieve ingrepen die bekend staan als infectieus of potentieel infectieus, zoals:
- vaginale hysterectomie
- gastro-intestinale ingrepen
- sectio caesarea,
of waarbij het optreden van een postoperatieve infectie bijzonder ernstig zou kunnen zijn, zoals prothetische artroplastiek.
Voor het geeigend gebruik van anti-bacteriele middelen moeten nationale en/of lokale richtlijnen in acht worden genomen.

CONTRA-INDICATIES
Overgevoeligheid voor antibiotica uit de cefalosporinegroep.

BIJWERKINGEN
Gemeld zijn overgevoeligheidsreacties waaronder huiduitslag, urticaria, pruritus, geneesmiddelenkoorts en zeer zelden anafylaxie. Zoals bij sommige andere cefalosporinen zijn zeldzame gevallen van erythema multiforma, Stevens-Johnson-syndroom en toxische epidermale necrolyse gemeld. Gastro-intestinale stoornissen komen voor, inclusief zeer zelden pseudomembraneuze colitis tijdens en na de behandeling. De belangrijkste veranderingen in hematologische parameters zijn een verminderd hemoglobinegehalte, eosinofilie, leukopenie, neutropenie en thrombocytopenie. Sommige patienten vertonen een postieve Coombstest dit kan storen bij het doen van kruisproeven met bloed. Zeer zelden is hemolytische anemie gemeld die veroorzaakt werd door binding van specifieke antilichamen tegencefuroxim (-eiwit complex) gebonden aan erythrocyten. Hoewel er soms voorbijgaande stijgingen zijn waargenomen van leverenzymen of serumbilirubine, vooral bij patienten met reeds bestaande leverafwijkingen, is er geen bewijs van hepatotoxiciteit. De resultaten van de biochemische tests voor de nierfunctie kunnen enigszins beinvloed worden, dit blijkt echter niet klinisch relevant te zijn. Als voorzorg moet bij reeds verminderde nierfunctie deze regelmatig worden gecontroleerd. Als cefuroxim intramusculair wordt toegediend kan voorbijgaande pijn optreden op de injectieplaats; dit treedt eerder op met hogere doses. Soms kan na intraveneuze injectie thrombophlebitis optreden. Dit vormt zelden een reden de therapie te stoppen. Zoals met andere antibiotica, kan voortgezet gebruik leiden tot secundaire superinfecties met ongevoelige organismen, zoals Candida.

WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN
Cefalosporinen kunnen in het algemeen veilig worden gegeven aan patienten die overgevoelig zijn voor penicillinen, hoewel kruisreacties zijn gemeld. Speciale zorg is geindiceerd bij patienten die eerder een anafylactische reactie hebben gehad door penicillinen. Zoals bij andere therapieen tegen meningitis is bij enkele kinderen een licht tot matig gehoorverlies opgetreden na behandeling met cefuroximnatrium. Er is melding gemaakt van positieve kweken van H. influenzae in cerebrospinaal vocht na 18-36 uur; de relevantie hiervan is onduidelijk. Gelijktijdige toediening van cefalosporinen met furosemide, etacrynezuur of aminoglycosiden kan een vermindering van de nierfunctie tot gevolg hebben. Cefuroxim stoort niet bij de enzymatische test op glucose in de urine. Een lichte storing treedt op bij de koper-reductiemethoden (Benedict, Fehling, Clinitest). Dit leidt echter niet tot vals-positieve reacties zoals bij andere cefalosporinen. Voor het bepalen van bloed-of plasmaglucosespiegels bij patienten die cefuroxim krijgen wordt de glucose-oxidase-of hexokinasemethode aanbevolen. Cefuroxim stoort niet bij de alkalische picraatmethode voor creatininebepaling.
Er zijn geen gegevens bekend over de invloed van Zinacef op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken. Beinvloeding valt echter niet te verwachten.

GEBRUIK IN DE ZWANGERSCHAP EN TUDENS DE LACTATIE
Gebruik bij zwangerschap: Over het gebruik van Zinacef tijdens de zwangerschap bestaan onvoldoende gegevens om mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Er zijn tot dusver geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij dierproeven.
Gebruik bij het geven van borstvoeding: Cefuroxim wordt in geringe mate in de moedermelk uitgescheiden. Dientengevolge dient men voorzichtig te zijn indien Zinacef tijdens lactatie wordt toegediend.

DOSERING EN WIJZE VAN GEBRUIK
Algemeen Over het algemeen duurt een behandeling met Zinacef 5 tot 10 dagen. Pasgeborenen: De gebruikelijke dosering is 30-100 mg/kg/dag verdeeld over 2 of 3 injecties. In de eerste levensweken kan de serumhalfwaardetijd van cefuroxim 3 tot 5 maal zo Lang zijn als die van een volwassene. Zuigelingen en kinderen: De gebruikelijke dosering is 30-100 mg/kg/dag verdeeld over 3 of 4 injecties. Een dosering van 60 mg/kg/dag zal in de meeste gevallen voldoende zijn. Volwassenen: Lichte en matig ernstige infecties reageren op 3 x daags 750 mg per intramusculaire- of intraveneuze injectie. Voor ernstige infecties moet de dosis worden verhoogd tot 3 x daags 1500 mg intraveneus. Indien nodig kan de frequentie worden verhoogd tot 4 x daags (derhalve tot 3000-6000 mg/dag). Wijze van toediening Cefuroxim kan als intraveneuze of intramusculaire injectie en als infuus worden toegediend, volgens de aanwijzingen hierboven en hieronder (zie ook de tabel onder Doseringsschema).

Voor de gebruiksaanwijzingen: zie instructies voor reconstitutie. Indien noodzakelijk kan cefuroxim worden gebruikt in combinatie met een aminoglycoside of toegevoegd aan metronidazol.
Dosering bij meningitis: Pasgeborenen: De startdosering is 100 mg/kg/dag, intraveneus toe te dienen in 2 giften. Zuigelingen en kinderen: De gebruikelijke dosering is 20-240 mg/kg/dag verdeeld over 3 of 4 intraveneuze injecties. Volwassenen: De gebruikelijke dosering is 3000 mg intraveneus elke 8 uur. Over intrathecale toediening zijn nog onvoldoende gegevens bekend om een dosering aan te bevelen. Dosering bij gonorrhoea: 2 x 750 mg intramusculair verdeeld over beide nates als eenmalige dosis.
Profylaxe: De gebruikelijke dosering is 1500 mg intraveneus toegediend bij de inductie van anesthesia voor abdominale, gynaecologische, obstetrische en orthopedische operaties. Eventueel kan worden vervolgd met 2 doses van 750 mg 8 uur respectievelijk 16 uur later. Bij cardiale, pulmonaire, oesophagale en vasculaire operaties is de gebruikelijke dosis 1500 mg intraveneus toegediend bij de inductie van anesthesie, eventueel vervolgd met 750 mg 3 x daags gedurende de volgende 24 tot 48 uur.
Doseringsschema:

cefuroim
Dosis x
Toedieningsweg
Doseringsfrequentie
Neonaten

2-3 dd
Algemeen
15-33 mg/kg
IV

Meningitis
50 mg/kg
IV
2 dd
Zuigelingen en kinderen

Algemeen
10-25 mg/kg
(60 mg/kg/dag)
IV
3-4 dd
Meningitis
67 mg/kg
IV
3-4 dd
Volwassenen

Lichte/matige infecties
750 mg
IV of IM
3 dd
Emstige infecties
1500 mg
N
3-4 dd
Meningitis
3000 mg
N
3 dd
Gonorrhoea
2 x 750 mg
IM
eenmalig
Profylaxe

Bij operaties
1500 mg bij inductie
IV
evt. gevolg door 3dd 750
mg
Dosering bij verminderde nierfunctie: Het is niet nodig de dosering te verminderen zolang de creatinineklaring meer dan 20 ml/min bedraagt. De geadviseerde onderhoudsdoses bij verminderde nierfunctie zijn als volgt:

Creatininekiaring
(ml/min)
Geadviseerde dosis
cefuroxim (mg)
Doseringsfrequentie
(uren)
> 20
normale dosering

10-20
750
12
< 10
750
24
CAPD patienten
750
12
patienten op CAVH/CAVHD
750
12

Aan dialysepatienten moet tevens 750 mg worden toegediend aan het eind van elke dialyse. Aan patienten met falende nierfunctie die op de intensive care afdeling worden behandeld met high-flux hemofiltratie dient twee maal daags 750 mg cefuroxim te worden toegediend. Bij low-flux hemofiltratie moet worden gedoseerd zoals aanbevolen bij verminderde nierfunctie.

SYMPTOMEN BIJ EN BEHANDELING VAN OVERDOSERING
Overdosering van cefalosporinen kan leiden tot neurologische verschijnselen als encephalopathie, convulsies en coma. Cefuroximserumspiegels kunnen door dialyse worden gereduceerd.

INSTRUCTIES VOOR RECONSTITUTIE
Zinacef 250 en 750 Injectie als intramusculaire toediening: Voeg 1 ml water voor injectie toe aan Zinacef 250 Injectie of 3 ml aan Zinacef 750 Injectie. Schud zachtjes tot een homogene suspensie is verkregen. Zinacef 1500 Injectie kan niet intramusculair worden toegediend.

Zinacef 250, 750 en 1500 Injectie als intraveneuze injectie: Los cefuroxim op in water voor injectie, tenminste 2 ml voor Zinacef 250 Injectie, tenminste 6 ml voor Zinacef 750 Injectie, tenminste 15 ml voor Zinacef 1500 Injectie.

Zinacef 1500 Infuus als korte intraveneuze infusie: Voor korte intraveneuze infusie (bijvoorbeeld tot 30 minuten inlooptijd) kan Zinacef 1500 Injectie worden opgelost in 50 ml water voor injectie. Deze oplossingen kunnen direct in de vene worden gespoten of via de slang van de infusieset worden toegediend.

Zinacef 750 en 1500 Monovial voor intraveneuze infusie: De inhoud van de Monovial kan worden toegevoegd aan infuuszakken van 50 tot 100 ml met 0,9% Wv fysiologische zoutoplossing, 5% g/v glucoseoplossing of een andere verenigbare vloeistof (zie: "Verenigbaarheid met intraveneuze vloeistoffen"), op de volgende wijze:
Fig.l. Verwijder het bovenste (kleine) etiket en de dop.
Fig.2. Steek de naald van de Monovial door het septum van de infuuszak.
Fig.3. Druk de plastic naaldhouder naar beneden (langs de hals van het flesje) om de Monovial te openen.
Fig.4. Vul de Monovial voor ongeveer tweederde met infuusvloeistof door meerdere malen in de infuuszak te knijpen (infuuszak boven de Monovial houden)
Fig.5. Schud de Monovial om alle cefuroxim op te lossen.
Fig.6. Houd de Monovial boven de infuuszak, en spoel de cefuroximoplossing de infuuszak in door lucht uit de infuuszak de Monovial in te knijpen.
7. Herhaal stap 4 tot 6 enkele malen om alle cefuroxim uit de Monovial te spoelen. Controleer of alle cefuroxim is opgelost en of de infuuszak niet lekt. Vernietig de Monovial op een veilige manier.

In onderstaande tabel wordt inhoud en concentratie van cefuroxim als oplossing weergegeven.
mg cefuroxim per
flacon
toevoeging ml solvens
inhoud ml oplossing
concentratie mg/ nil
250
2
2,2
115
750
6
6,5
115
1500
15
16,0
95
1500
50
51,0
30

VERENIGBAARHEID MET INTRAVENEUZE VLOEISTOFFEN
Onverenigbaarheid met intraveneuze vloeistoffen De pH van 2,74% Wv natriumbicar
bonaatoplossing voor injectie beinvloedt de kleur van de oplossing aanmerkelijk. Daarom wordt deze oplossing niet aanbevolen om cefuroxim te verdunnen. Indien gewenst kan bij patienten die natriumbicar-bonaatoplossing krijgen via een infuus, de cefuroximoplossing in water voor injectie worden gegeven via de infuusslang. Zinacef moet niet in de injectiespuit worden gemengd met aminoglycoside-antibiotica.

Verenigbaarheid met intraveneuze vloeistoffen: Cefuroxim is stabiel gedurende 24 uur bij kamertemperatuur, indien opgelost in:
- 0,9% g/v fysiologische zoutoplossing
- 5% g/v glucoseoplossing
- 0,18% g/v natriumchloride plus 4% g/v glucose oplossing
- samengestelde natriumlactaatoplossing (Hartmann's oplossing)
Zinacef (5 mg/ml) in 5% Wv of 10% Wv xylitoloplossing is stabiel gedurende 24 uur bij kamertemperatuur. De stabiliteit van cefuroxim in 0,9% Wv fysiologische zoutoplossing en in 5% g/v glucose- oplossing wordt niet beinvloed door de aanwezigheid van hydrocortisonnatriumfosfaat. Cefuroxim is eveneens verenigbaar met waterige lidocaine-oplossingen tot 1%; een kleurverandering treedt op na 24 uur bewaren bij kamertemperatuur.
Zinacef kan worden samengesteld met metronidazol injectie (500 mg/100 ml). Beide geneesmiddelen behouden hun activiteit gedurende 24 uur bij kamertemperatuur.
Zinacef is verenigbaar met azlocilline 1 g (in 15 ml) of 5 g (in 50 ml) gedurende 24 uur bij 4 °C of 6 uur bij kamertemperatuur.

BEWARING EN HOUDBAARHEID
Na productie is Zinacef als droog poeder voor injectie 2 jaar houdbaar indien donker bewaard tussen 2 en 25°C. Suspensies voor intramusculaire injectie en waterige oplossingen voor directe intraveneuze injectie moeten binnen 5 uur worden gebruikt indien bewaard beneden 25°C, of binnen 48 uur indien bewaard in de koelkast. Bij bewaring van bereide oplossingen van Zinacef kan de kleur donkerder worden. Indien reconstitutie/bijmenging niet onder strikt aseptische condities plaatsvindt, moet de houdbaarheid van het gereconstitueerde product vanuit microbiologisch oogpunt worden beperkt tot maximaal 24 uur bij 2-8°C.

HANDELSVORMEN
Zinacef 250 Injectie: Flacons a 250 mg cefuroxim voor i.m. of i.v. injectie in een verpakking van 5 stuks.
Zinacef 750 Injectie: Afzonderlijk in kartonnen doosjes verpakte flacons a 750 mg cefuroxim voor i.m.of i.v. injectie in verpakkingen van 5 stuks.
Zinacef 1500 Injectie: Afzonderlijk in kartonnen doosjes verpakte flacons a 1500 mg cefuroxim voor i.v. bolusinjectie in verpakkingen van 5 stuks.
Zinacef 1500 Infuus: Afzonderlijk in kartonnen doosjes verpakte flacons a 1500 mg cefuroxim voor i.v. infuus in verpakkingen van 5 stuks.
Zinacef 750 Monovial: Afzonderlijk in kartonnen doosjes verpakte injectieflacons a 750 mg cefuroxim voor directe bereiding van een i.v. infuus.
Zinacef 1500 Monovial: Afzonderlijk in kartonnen doosjes verpakte injectieflacons a 750 mg cefuroxim voor directe bereiding van een i.v. infuus.

INSCHRIJVING
Zinacef 250 Injectie is in het register ingeschreven onder RVG 12824.
Zinacef 750 Injectie is in het register ingeschreven onder RVG 07623.
Zinacef 1500 Injectie is in het register ingeschreven onder RVG 12826.
Zinacef 1500 Infuus is in het register ingeschreven onder RVG 12825.
Zinacef 750 Monovial is in het register ingeschreven onder RVG 18471
Zinacef 1500 Monovial is in het register ingeschreven onder RVG 18472

REGISTRATIEHOUDER
Glaxo Wellcome B.V.
Huis ter Heideweg 62
3705 LZ Zeist
tel. 030-6938100

Gelieve bij klachten het chargenummer to vermelden.

MICROBIOLOGIE
Cefuroxim is werkzaam tegen vele Gram-negatieve en Gram-positieve organismen. Bovendien is het resistent tegen ontleding en hieruit voortkomende inactivering door betalactamasen die door Gramnegatieve micro-organismen worden geproduceerd. Hierdoor is het ook werkzaam tegen organismen die resistent zijn tegen de oudere cefalosporinen.
Breekpunten
De volgende MIC breekpunten voor cefuroxim zijn vastgesteld door de British Society of Chemotherapy Working Party (BSAC), waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen gevoelige (S), intermediair gevoelige (I) en resistente (R) micro-organismen.

MIC
(microgram/m1) ram/m1)

S
I
R
algemeen*
s 1
2 - 16
>16
Staphylococcus pneumoniae
s 1
-
>1
Neisseria gonorrhoeae
< 1
-
>1

in de gevoeligheidstabel genoemde micro-organismen met uitzondering van Streptococcus pneamoniae en Neisseria gonorrhoeae

Gevoeligheid
Het voorkomen van resistentie kan zowel geografisch als gedurende verloop van tijd varieren voor de geselecteerde micro-organismen. Lokale informatie over verworven resistentie is gewenst, vooral wanneer er ernstige infecties behandeld worden.
Resistentie
Op basis van in-vitro bepalingen van de bacteriele gevoeligheid kunnen de micro-organismen op grond van MRC-waarden in de volgende 4 groepen worden ingedeeld:

0,1 - 1 ~ tg/ml
1 -10 tg/ml
10 - 100 g/ml
> 100µg/ml
Gram-positief
Staphylococcus aureus
(meticilline gevoelig)
Staphylococcus aureus
(meticilline resistent)
Staphylococcus epidermidis
(meticilline gevoelig)
Streptococcus agalactiae
(groep B)
Streptococcus faecialis
Streptococcus pneumoniae
Streptococcus pyogenes
Streptococcus viridans
x
x
x
x
x
x
x
x
Gram-negatief
Citrobacter spp
Escherichia coli
Enterobacter spp
Haemophilus influenzae
(betalactamase positief)
Haemophilus influenzae
(betalactamase negatief)
Haemophilus parainfluenzae
Klebsiella spp
Moraxella catarrhalis
Neisseria gonorrhoeae
(betalactamase positief)
Neisseria gonorrhoeae
(betalactamase positief)
Neisseria menmgitidis
Proteus mirabilis
Proteus spp (indol positief)
Providencia rettgeri
Providencia spp
Pseudomonas aeruginosa
Salmonella spp
Shigella spp
Serratia spp
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x

0,1 - 1 tg/ml
1 -10 tg/ml
10 - 100 g/ml
> 100µg/ml
Anaeroob
BacteroIdes fragilis

x
x

Clostridium spp x
Fusobacterium spp x
Gram-positieve coccen x x (incl. Peptococcus spp en
Peptostreptococcus spp)
Propionibacterium spp x

Overige informatie
In vitro is aangetoond, dat de activiteiten van Zinacef en aminoglycoside-antibiotica in combinatie tenminste additief zijn en slechts af en toe synergistisch.

FARMACOKINETIEK
Absorptie: De gemiddelde piekserumspiegels worden in onderstaande tabel weergegeven:

Dosis (mg)
Toedieningsweg
Piekserumspiegel (mg/1)
750
IM
30
750
N
75
1500
N
150
De maximale serumconcentratie na een intramusculaire injectie van 750 mg wordt bereikt na 30-45 minuten. Verdeling: Cefuroximconcentraties groter dan de MRC voor de normaal voorkomende pathogene micro-organismen, worden bereikt in sputum, beenweefsel, synoviaal vocht, gewrichtskapsel, urine en in het waterige vocht van de voorste oogkamer. Cefuroxim passeert de bloed-hersen-barriere alleen als de meningen zijn ontstoken; een concentratie van 1 tot 19 mg/1 kan dan worden bereikt in de liquor na een dosering van 200 mg/kg/dag verdeeld over 4 doses. De serumeiwitbinding bedraagt ongeveer 30%. Het schijnbaar distributievolume is 13 liter.
Metabolisme: Cefuroxim wordt niet gemetaboliseerd. Uitscheiding in de urine: De serumhalfwaardetijd bedraagt ongeveer 70 minuten. De utscheiding in de urine geschiedt voor ongeveer 50% via tubulaire secretie en ongeveer 45% via glomerulaire filtratie. Cefuroxim wordt voor circa 95% in onveranderde, nietgemetaboliseerde vorm uitgescheiden in de urine. Orale toediening van probenecide verhoogt de maximale serumconcentratie met ongeveer 30% en vertraagt de renale excretie met ongeveer 40%. Uitscheiding via de lever: Circa 5% wordt via de gal uitgescheiden.

Copyright Glaxo Wellcome B.V., 15 mei 2001

Glaxo Wellcom e

ZINACEF TM 250 INJECTIE ZINACEF TM 750 INJECTIE ZINACEF TM 1500 INJECTIE
poeder voor injectievloeistof
ZINACEF TM 1500 INFUUS ZINACEF TM 750 MONOVIAL ZINACEF TM 1500 MONOVIAL
poeder voor infusievloeistof

PATIENTENINFORMATIE
Wij raden u aan eerst deze patienteninformatie te lezen voordat u Zinacef krijgt toegediend. Als u daarna nog vragen heeft kunt u uw arts, apotheker of Glaxo Wellcome B.V. raadplegen. Het is altijd handig de verpakking te bewaren, want hierop staat het chargenummer waaraan de fabrikant het product kan herkennen.

WAT IS ZINACEF?
Zinacef is een geneesmiddel in de vorm van een poeder voor injectievloeistof of infusievloeistof. Voordat Zinacef wordt toegediend, wordt het poeder opgelost in een geschikte vloeistof. De werkzame stof in Zinacef is cefuroxim, een antibioticum uit de groep van de cefalosporinen. Zinacef 250, 750, 1500 Injectie of 1500 Infuus bevat respectievelijk 250, 750 of 1500 milligram cefuroxim (als natriumzout). Zinacef 750 of 1500 Monovial bevat 750 of 1500 milligram cefuroxim (als natriumzout) per vial. Zowel de Zinacef Injectie als de Zinacef Monovial worden in afzonderlijke doosjes verpakt.

Zinacef 250 Injectie is in het register ingeschreven onder RVG 12824.
Zinacef 750 Injectie is in het register ingeschreven onder RVG 07623.
Zinacef 1500 Injectie is in het register ingeschreven onder RVG 12826.
Zinacef 1500 Infuus is in het register ingeschreven onder RVG 12825.
Zinacef 750 Monovial is in het register ingeschreven onder RVG 18471.
Zinacef 1500 Monovial is in het register ingeschreven onder RVG 18472.

In Nederland wordt Zinacef op de markt gebracht door
Glaxo Wellcome B.V.
Huis ter Heideweg 62,
3705 LZ Zeist,
tel. 030-6938100.

WANNEER SCHRIJFT UW ARTS U ZINACEF VOOR EN HOE WERKT HET?
Uw arts heeft u Zinacef voorgeschreven om een ernstige infectie te behandelen die door bacterien is veroorzaakt. Zinacef kan worden toegepast bij luchtweginfecties, urineweginfecties, infecties van de botten en gewrichten, huidinfecties, keel- neus- en oorinfecties, infecties t.g.v. een bevalling, gynaecologische infecties en gonorroe, bij ernstige algehele infectie en bij hersenvliesontsteking. Soms wordt Zinacef gegeven voor een operatie om eventuele infecties daarna te voorkomen.

WANNEER MAG U ZINACEF NIET GEBRUIKEN?
Als is gebleken, dat u overgevoelig bent voor de bestanddelen van Zinacef mag u dit geneesmiddel niet meer gebruiken. Ook als is gebleken dat u overgevoelig bent voor andere cefalosporinen, mag u Zinacef niet gebruiken. Van overgevoeligheid kan sprake zijn als u na toediening plotseling last krijgt van gezwollen oogleden, lippen of gezicht, benauwdheid, rode huid, galbulten of jeuk.

WANNEER MOET U EXTRA OPLETTEN?
Bij kinderen met meningitis hersenvliesontsteking kan na gebruik van Zinacef (of andere antibiotica) gehoorverlies optreden.

ZINACEF EN AUTORIJDEN OF GEVAARLIJKE MACHINES BEDIENEN
Voor zover bekend heeft Zinacef geen invloed op de rijvaardigheid en het bedienen van machines.

KUNT U ZINACEF SAMEN MET ANDERE GENEESMIDDELEN GEBRUIKEN?
Gelijktijdig gebruik van Zinacef met sommige 'plaspillen' of sommige andere antibiotica kan de werking van de nieren beInvloeden.

ZINACEF EN ZWANGERSCHAP OF BORSTVOEDING
Als u zwanger bent of borstvoeding geeft en u krijgt Zinacef toegediend, is het raadzaam dit eerst met uw arts te overleggen.

HOEVEEL ZINACEF KRIJGT U TOEGEDIEND EN WANNEER?
De dosering van Zinacef is afhankelijk van de aard en de ernst van de infectie. De dosering voor pasgeborenen en kinderen wordt berekend aan de hand van hun lichaamsgewicht. In het algemeen wordt Zinacef 2 a 3 maal per dag toegediend. De dosering bij ouderen is maximaa1 3000 milligram per dag. In het algemeen duurt een kuur 3 tot 5 dagen. De klachten zullen binnen enkele dagen afnemen.

In geval van overdosering: Wanneer u meer Zinacef is toegediend dan wordt aanbevolen, en u voelt zich niet goed, is het belangrijk dit direct aan uw arts te melden.

WELKE BIJWERKINGEN ZIJN BEKEND?
Zinacef wordt doorgaans goed verdragen. Soms kunnen buikpijn, misselijkheid, braken of diarree voorkomen. Bij langdurig gebruik van Zinacef kunnen infecties ontstaan door bacterien die ongevoelig zijn voor cefuroxim. Dit kan voor uw arts een reden zijn de therapie te stoppen. Als Zinacef in hoge doses intramusculair wordt toegediend kan pijn op de plaats van de injectie optreden. Waarschuw uw arts of apotheker indien bij u een bijwerking optreedt die niet wordt vermeld in de bijsluiter.

HOE KAN ZINACEF HET BEST WORDEN BEWAARD?
Zinacef wordt bewaard tussen 2 en 25°C, beschermd tegen licht. Het geneesmiddel is beperkt houdbaar: de uiterste gebruiksdatum kunt u op het doosje of op het etiket van het flesje lezen na de tekst "Niet te gebruiken na" of "Exp.". Gebruik Zinacef na deze datum niet meer. Als het poeder is opgelost, is de oplossing 5 uur houdbaar indien het wordt bewaard bij kamertemperatuur. De oplossing is 2 dagen houdbaar bij bewaring in de koelkast. Bewaar geneesmiddelen altijd buiten het bereik van kinderen.

Copyright Glaxo Wellcome B.V., 15 mei 2001