Door moderne technologie zouden we massaal te weinig slapen. Maar is dat wel écht zo? Uit onderzoek blijkt dat mensen die juist niet in de stad wonen en veel minder te maken hebben met bijvoorbeeld lichtvervuiling, nog minder slapen dan mensen die daar wél mee te maken hebben.

Te weinig slaap heeft veel gevolgen. Overgewicht is één van de gevolgen die gekoppeld is aan te weinig slaap, net als stemmingswisselingen en een aantal fysieke en mentale ziekten. Van al deze problemen is in de laatste jaren een toename te zien.

Lang werd gedacht dat dit vooral te maken had met de technologische ontwikkelingen en het feit dat mensen steeds meer met kunstmatig licht te maken krijgen. Nu laat nieuw onderzoek echter zien dat er drie groepen van jagers/verzamelaars uit afgelegen werelddelen zijn, die gemiddeld maar 6,5 uur per nacht slapen. Zij leven helemaal zonder elektriciteit, afleidingen en verwarmings- of verkoelingssystemen. Bovendien slapen ze niet regelmatig, gaan ze niet naar bed als het donker wordt en verschillen ze qua slaapgewoonten dus niet veel van mensen buiten de geïndustrialiseerde wereld. Wel worden ze meestal wakker voor de zon opkomt.

Onderzoek onder stammen
Om precies te kijken naar de invloed van kunstmatig licht op het slaappatroon, heeft Jerome Siegel van de Universiteit van Californië-Los Angeles met zijn collega's een onderzoek opgezet. Hiervoor werden 94 mensen gevolgd uit drie samenlevingen van jagers/verzamelaars. Het ging dan om de Hadza van Tanzania, de San uit Namibië en de Tsimane uit Bolivia. Er werd data verzameld die in totaal 1165 dagen besloeg.

De meest opvallende conclusie die getrokken kon worden, was dat er maar weinig verschillen zitten tussen de drie groepen. Dit ondanks het feit dat er duidelijk wél verschillen waren in genen, geschiedenis en omgeving. Alle groepen hadden een gelijksoortig slaappatroon. Dit leidde de onderzoekers tot de conclusie dat er sprake is van een soort 'kernpatroon' als het gaat om menselijke slaapgewoontes.

Gemiddeld werd er zo'n 6,5 uur per nacht geslapen. In de winter slapen de jagers/verzamelaars een uur langer dan in de zomer. Ondanks de afwezigheid van elektrische verlichting, leek het slaappatroon niet samen te hangen met de opkomst of ondergang van de zon.

Geen gezondheidsproblemen
Over het algemeen hadden de mensen in de stammen ook geen last van gezondheidsproblemen. Zo hadden ze geen overgewicht, geen last van vernauwde bloedvaten en waren ze over het algemeen gezond en fit. Ze hadden een levensverwachting van ongeveer 60 tot 70 jaar, iets dat niet gek is voor deze stammen. Siegel concludeert daarom: "De korte slaapjes van deze groepen laat zien dat het idee dat de moderne wereld heeft gezorgd voor een enorm slaaptekort helemaal niet klopt. Dat maakt dat we ook anders moeten kijken naar bijvoorbeeld het innemen van slaaptabletten."

Uiteindelijk lijkt het zo te zijn dat slaap veel meer te maken heeft met temperatuur dan met licht. De stammen gingen allemaal slapen als het kouder werd en vielen in slaap als het het koudst was.

Bron:MedicalNewsToday