Mogelijke toepassingen (= indicaties) van epilepsie-middelen (o.a.):
- epilepsie
- hersengebied-gebonden epilepsie (= plaatsgebonden, localisatie-, focale epilepsie)
- algehele (= gegeneralizeerde) epilepsie
- onbestemde (= idiopathische) algehele epilepsie
- epilepsie-aanvallen
- beperkte (= partiële) aanvallen
- algehele (= gegeneralizeerde) aanvallen
- onbestemde (= niet-geclassificeerde) aanvallen
- epilepsie-syndromen
- speciale vormen van epilepsie-syndromen (o.a. reflex-epilepsie, koortsconvulsies, etc.)
- manisch-depressieve stoornissen (= bipolaire stoornis): o.a. carbamazepine (Tegretol®), lamotrigine (Lamictal®) natriumvalproaat en valproïnezuur (o.a. Depakine®, Orfiril®, Propyma®)
- aangezichtspijn (= trigeminus-neuropathie)
Carbamazepine (Tegretol®)
- hartritme-stoornissen (= aritmieën), bepaalde vormen
Carbamazepine (Tegretol®)
- migraine-preventie
Valproïnezuur (o.a. Depakine®, Orfiril®, Propyma®)
- alcohol-ontwenningsverschijnselen
Carbamazepine (Tegretol®)

Terug naar epilepsie-middelen