Schommelingen in de bloeddruk zijn normaal zolang die binnen bepaalde grenzen blijven (gemiddeld tussen 80 en 120 mmHg).
Bij lage bloeddruk (= hypotensie) door een cardiovasculaire shock (= hart- en vaatfalen) is de onderdruk (= diastolische bloeddruk) aanzienlijk lager dan 80 mmHg.

Bloeddruk-waarden:
- lage bloeddruk:.................<120/<70 mm Hg
- normale bloeddruk:............120-140/70-90 mmHg
- borderline: ....................... 140-160/90-95 mmHg
- hoge bloeddruk: ....................>160/>95 mmHg

Mogelijke verschijnselen (o.a.)
Licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, met name bij snel opstaan van stoel of bed (= orthostatische hypotensie) en flauwvallen (= syncope). Al deze verschijnselen zijn het gevolg van een te geringe toevoer van zuurstof naar de hersenen.

Mogelijke oorzaken (o.a.)
Aangeboren, al of niet ernstige afwijking in de regulatie van de bloeddruk (= primaire hypotensie).
Bij secundarie hypotensie is de oorzaak vaak een hartaandoeningen, zoals hartfalen, hartklepvernawing of -lekkage en bepaalde hartritme-stoornissen (= aritmieën). Plostelinge bloedrukdaling bij opstaan kan o.a. worden veroorzaakt door medicijnen.

Mogelijke behandelingen (o.a.)
Behandeling is niet altijd nodig, met name bij jongere mensen.
In ernstige gevallen, zoals bij shock, kan de bloeddrukdaling en/of de oorzaak daarvan o.a. worden behandeld met medicijnen (zie bloeddruk-verhogende middelen

Terug naar bloeddruk