Allergische reactie op de werkzame stof of een van de hulpstoffen in geneesmiddelen, die histamine vrijmaken in de weefsels. Het vrijgemaakte histamine veroorzaakt dan de allergische verschijnselen.

De kans op geneesmiddel-allergie is groter wanneer men aanleg heeft voor atopische (= constitutionele) aandoeningen, zoals allergisch astma, constitutioneel eczeem (= atopische dermatitis), hooikoorts (= allergsiche rhinitis) en oogbindvlies-ontsteking (= allergische conjunctivitis).
Als men allergisch is voor bepaalde geneesmiddelen is men dat vaak ook voor geneesmiddelen die daar qua samenstelling veel op lijken (= kruis-allergie).

Bij geneesmiddel-intolerantie wordt een bepaalde geneesmiddel(en) niet verdragen (= intolerantie) als gevolg van een niet-allergische (dat wil o.a. zeggen dat histamine geen rol speelt) overgevoeligheidsreactie op dat geneesmiddel.

Mogelijke verschijnselen (o.a.)
Huid-uitslag (meestal als eerste verschijnsel), zwelling van de lippen en keel, misselijkheid, braken, diarree, migraine, kortademigheid, bloeddrukdaling (= hypotensie), bewustzijnsverlies (= coma), anafylactische (= door het vrijkomen van histamine) shock.

Mogelijke behandelingen (o.a.)
NB. Het gebruik van medicijnen (o.a. penicillinen!) waarvoor men allergisch of overgevoelig is, moet zorgvuldig worden vermeden. Meldt uw (huis) iedere bekende allergie of overgevoelig voor medicijnen.
- de allergische verschijnselen, waaronder de huid-uitslag, kunnen worden bestreden met anti-histaminica.

Terug naar allergische aandoeningen