Aan een homeopathische consult door een homeopathische arts /b] gaat gewoonlijk een grondig medisch onderzoekvooraf.
De arts onderzoekt dan enerzijds de lichamelijke kanten van de aandoening, maar kijkt anderzijds ook naar de geestelijke, d.w.z. het gedrag, de persoonlijkheiden en het welbevinden van de patiënt (= totale ziektebeeld) om de reden van de aandoening te achterhalen.

Dit betekent in de praktijk dat patiënten met één en dezelfde aandoening maar een ander totaalbeeld, toch verschillende homeopathische middelen kunnen krijgen voorgeschreven omdat de verschijnselen deels verschillen.

Homeopaat is geen door de wet erkend en beschermd beroep. Dit betekent dat iedereen zich homeopaat mag noemen.

De juiste keuze van het homeopathische middel hangt in belangrijke mate af van de antwoorden op de volgende vragen:
- Hoe lang bestaat de ziekte?
- Waar ontstaan de klachten?
- Hoe uiten zich de verschijnselen (= symptomen)?
- Wat verslechtert en/of wat verslechtert de toestand van de patiënt (= modaliteiten)?
- Welke invloed heeft de ziekte op het algemene welbevinden van de patient (= totale ziektebeeld)?
- Wat is typisch aan de patiënt, bijv. een bepaalde behoefte, neiging of weerzin (= patiënt-type)?

Het vaststellen van modaliteiten, d.w.z. welke invloeden de toestand van de patiënt kunnen verslechteren of verbeteren, wordt als belangrijk gezien omdat dit de keuze van het homeopathische middel in belangrijke mate kan beïnvloeden.

In al die gevallen waarin een gewoon medicijn (= allopathisch medicijn) meer geschikt is, bijv. bij infecties door microben, wordt de arts geacht dat middel voor te schrijven.

zie ook:
- keuze van een homeopathisch middel
- homeopathie, algemeen