Zeer snel, onregelmatig samentrekken van de hartboezems (= atrium), waarbij de kamers het hartritme overnemen en in een veel lager (1 : 4) tempo samentrekken dan de boezems.

Mogelijke verschijnselen (o.a.)
Onregelmatig hartritme, onbehaaglijk gevoel op de borst, hartkloppingen, verminderde pompfunctie van het hart ('hartfalen'), duizeligheid, kortademigheid (= dyspnoe), trombose/embolie, hersenberoerte, shock

Mogelijke oorzaken (o.a.)
Spontaan (meestal tijdelijk fibrilleren), coronaire hartziekte, acuut reuma, overmatig alcoholgebruik

zie ook: behandeling

Terug naar fibrilleren