Een urinemonster wordt gebruikt voor het aantonen van bepaalde stoffen die wél (o.a. creatinine) of niet (o.a. eiwitten en bacteriën) in de urine thuishoren.
Het middelste deel van de plas moet in een potje met deksel (bij apotheek of huisarts verkrijgbaar) worden opgevangen. Vrouwen moeten tijdens het plassen de schaamlippen gespreid houden; mannen moeten eerst de voorhuid van de penis optrekken. Sluit daarna het potje goed af.
De urine bij voorkeur binnen 2 uur na het plassen inleveren voor laboratorium-onderzoek. De urine kan, als dat beter uitkomt, vóór inlevering nog 24 uur in de koelkast worden bewaard.

zie ook:
- blaasontsteking
- laboratorium-waarden

Terug naar urineweg-aandoeningen