Een virus is een zeer klein organisme (kleiner dan een bacterie) dat zich niet zelfstandig kan voortplanten. Het wordt verspreid via de lucht, via voedsel of aanraking. Om zich te vermeerderen heeft het een levende gastheer nodig: lichaamscellen. Virussen nestelen zich het eerst in onze slijmvliezen, waar de luchtwegen en het maagdarmstelsel vrijwel geheel mee zijn bekleed. Een virus maakt misbruik van de mogelijkheid van lichaamscellen om zichzelf te kopiëren. Binnen een dag is een virus gemakkelijk in staat om miljoenen kopieën van zichzelf te maken.

Er zijn ca. 200 ziekte-verwekkende (= pathogene) virussen bekend, die zeer uiteenlopende ziekten kunnen veroorzaken (o.a. verkoudheid, griep, hersenvlies-onsteking, mazelen, pokken, koortslip, gordelroos, gele koorts, leverontsteking, AIDS, etc.).
Virussen zijn zeer kleine, niet met het blote oog waarneembare micro-organismen, die DNA (o.a. herpes- en pokvirus) óf RNA (o.a. griep-, verkoudheids-, mazelen- hepatitis-, wrat-, HIV- en kanker- of oncovirussen, arbo-virussen, rode hondvirus, cytomegalo-virussen, etc.) bevatten.
Virussen vermenigvuldigen zich (= replicatie) in cellen van andere organismen (= gastheer), waarna ze zich over andere cellen verspreiden en zich verder vermenigvuldigen.
Na besmetting met een virus ontwikkelt het lichaam zelf meestal afdoende weerstand (= immuniteit) om de indringer onschadelijk te maken (bijv. natuurlijke weerstand tegen verkoudheid en griep). Dit is echter niet altijd het geval (o.a. bij HIV/AIDS).

Mogelijke verschijnselen (o.a.)
De verschijnselen bij virus-infecties zijn sterk afhankelijk van de aard, de plaats en de duur van de infectie, van de conditie van het afweersysteem (= immuunsysteem) en van de algemene geestelijke en lichamelijke conditie.

Mogelijke behandeling

Tegen virussen bestaan  geen geneesmiddelen. Het belangrijkste wapen is je weerstand. Een goede weerstand kan ziekteverwekkers zoals virussen verslaan. En als je toch ziek wordt, zorgt een goede weerstand ervoor dat je (snel) weer beter wordt. De weerstand van het lichaam tegen een virus kan verhoogd worden door vóór een besmetting een onschadelijk gemaakt virus in te spuiten. Op die manier wordt het afweersysteem geprikkeld om alvast een goede verdediging paraat te hebben. Als je vervolgens dat virus zou oplopen, maakt het aanzienlijk minder kans op succes. Op dit principe is de griepprik gebaseerd.

zie ook:
- behandeling (= antivirale therapie)
- besmetting
- vormen
- prion-ziekten

Terug naar infectie-ziekten

Laatst aangepast op 15 augustus 2018