Zich verhardende (= sclerose), vettige (o.a. cholesterol) kalk-neerslag waarin zich tevens bepaalde suikers (polysachariden), bloedcellen en weefselafval (= débris) bevinden op de binnenwand van bloedvaten.
De bloedvaten worden hierdoor nauwer en minder elastisch. Omdat de doorsnede van het bloedvat kleiner wordt, wordt tevens de doorbloeding belemmerd en bestaat een grotere kans op afsluiting (= occlusie) van de vaten door een bloedstolsel dat ter plekke is ontstaan (= trombose) of van elders uit lichaam wordt aangevoerd (= embolie).

zie ook:
- plaque
- atherosclerotische aandoeningen

Terug naar vaat-aandoeningen