Herpes-virussen zijn DNA-virussen die parisiteren in de gastheer en in rust verkeren (= persisteren) of actief zijn (= reactivatie) door koorts, zonlicht, menstruatie of verminderde afweer (= immunosuppressie). Besmetting met herpes-virussen duurt meestal levenslang.

Bij de mens komen de volgende herpes-virussen, respectievelijk aandoeningen voor (o.a.):
- cytomegalo-virus (= CMV): vooral bij AIDS en Karposi-sarcoom
- Epstein-Barr-virus (= EBV): bij bepaalde vormen van lymfe-tumoren, zoals Burkitt-tumoren
- herpes genitalis (= genitale herpes): herpes op de gelachtsorganen
- herpes labialis: koortslip
- herpes simplex (= HSV): o.a. aften, en fijt
- herpes zoster: o.a. gordelroos, St. Antoniusvuur
- varicella zoster: waterpokken

Mogelijke behandelingen (o.a.)
- anti-virale middelen

zie ook: sexueel overdraagbare aandoeningen (= SOA)

Terug naar virus-infecties