(1) Goedaardige (= benigne) kanker
- er is geen of maar een geringe kans op uitzaaiing (= metastaseren) op langere termijn van de tumor naar andere organen of lichaamsdelen
- er worden geen aangrenzende weefsels of organen bedreigt door de tumor
(2) Kwaadaardige (= maligne) kanker - er is een betrekkelijk grote kans op uitzaaiing (= metastaseren) van de tumor
- de tumor is reeds uitgezaaid (= metastase), waardoor elders in het lichaam dochtergezwellen zijn ontstaan (= metastasen = secundaire tumoren)
- de tumor bedreigt aangrenzend weefsel, zenuwbanen en/of organen (bijv. verhoogde druk op of in een orgaan, waardoor dat niet of minder goed functioneert)
- de tumor veroorzaakt hevige, moeilijk te behandelen pijn

Goed- of kwaadaardig?
Er is vaak geen geen precieze grens vast te stellen tussen het 'goedaardig' of 'kwaadaardig' zijn van een tumor. In de praktijk gaat het meestal om een glijdende schaal die wordt bepaald door:
(1) de kans dat een bepaalde tumor op kortere of langere termijn zal uitzaaien
(2) de aard en ernst van verschijnselen en klachten die de tumor zelf kan veroorzaken (bijv. hevige pijn of druk op andere weefsels of organen).

NB.
Hoe eerder kanker wordt ontdekt, hoe kleiner de kans op uitzaaiing, hoe groter de kans op volledige genezing!

zie ook:
- goedaardige tumoren
- kwaadaardige tumoren

Terug naar kanker