Kans op overerving van X-gebonden recessieve aandoeningen (o.a hemofilie en Duchenne-spierdystrofie):

Nakomelingen:
Bij de bevruchting van een eicel (X1X2) door een spermacel (X3Y) zijn er vier mogelijkheden: X1X3 (dochter), X1Y (zoon), X2X3 (dochter) en X2Y (zoon)

Kans op overerving (* = afwijkend recessief gen op een X-chromosoom):
(1) Ouders: X1*X2 (moeder = draagster) + X3Y (vader = gezond)-> kinderen: X1*X3 (dochter = draagster), X1*Y (zoon = ziek), X2X3 (dochter = gezond) X2Y (zoon = gezond): de kinderen hebben 50% kans op de ziekte
(2) Ouders: X1X2* (draagster) + X3Y (gezond) -> kinderen: X1X3, X1Y, X2*X3 (draagster) en X2*Y (ziek): de kinderen hebben 50% kans op de ziekte
(3) Ouders: X1*X2* (ziek) + X3Y (gezond) -> kinderen: X1*X3 (draagster), X1*Y (ziek), X2*X3 (draagster) en X*2Y(ziek): alle zonen ziek; alle meisjes draagster
(4) Ouders: X1X2 (gezond) + X3*Y (ziek)-> kinderen: X1X3* (draagster), X1Y (gezond), X2X3* (draagster) en X2Y (gezond): alle dochters draagsters; alle zonen gezond
(5) Ouders: X1*X2 (draagster) + X3*Y (ziek) -> kinderen: X1*X3* (ziek), X1*Y (ziek), X2X3* (draagster) en X2Y (gezond): dochters 50% draagster en 50% ziek; jongens 50% ziek
(6) Ouders: X1*X2* (ziek) + X3*Y (ziek) -> X1*X3* (ziek), X1*Y (ziek), X2*X3 (ziek) en X2*Y (ziek): 100% van de nakomelingen wordt ziek

NB. Bij de betreffende patiëntenverenigingen kan meestal goede informatie worden verkregen over de kans op de overerving van erfelijke aandoeningen op de kinderen.

Terug naar overerving