Verminderd functioneren van de slokdarm door verwijding van een deel daarvan. De aandoening ontstaat meestal tussen 20-40 jaar.

De verminderde beweeglijkheid (= peristaltiek) van met name het onderste deel van de slokdarm heeft tot gevolg dat:
- de slokdarm niet meer goed ritmisch samentrekt (= verminderde slokdarm-peristaltiek), waardoor het voedsel niet goed doorstroomt naar de maag.
- het bovenste gedeelte van de slokdarm sterk wordt vergroot (= slokdarm-dilatatie), waardoor het voedsel zich daar ophoopt en kan terugvloeien in de mond.
- de slokdarm niet meer goed sluit (= slokdarm-sfincter-insufficiƫntie), zodat de zure maaginhoud terug kan stromen in de slokdarm (= oesofagale reflux).

zie ook:
- verschijnselen
- oorzaken
- behandeling

Terug naar slokdarm-aandoeningen