“Ik kan me haar nog goed herinneren: een ontzettend lieve bejaarde vrouw, maar mondig en koppig.” De collega’s van verpleegkundige Liesbeth Bruinekool (29) vonden haar maar vervelend. Ondanks de mening van haar collega’s, ontwikkelde Bruinekool een sterke band met deze patiënte. “Ik oordeel niet te snel.”  

Bruinekool liep haar eindstage in een verpleeghuis toen ze de patiënte ontmoette. De tachtigjarige vrouw lag eerder op de revalidatieafdeling door een hardnekkige infectie rondom haar stoma. Na een ziekenhuisopname keerde ze terug naar het verpleeghuis. Dit keer kwam ze terecht op de palliatieve afdeling, er was niets meer aan te doen.

Broekies

In de zes maanden dat ze in het verpleeghuis lag, was de dame geen gemakkelijke patiënte. “Ze zag geen heil in haar behandeling en liet zich al helemaal niets opleggen. Zeker niet door ons als verpleegkundigen, wij broekies!” Bruinekool begreep dit wel: “De patiënte was een voormalig gepassioneerd arts. Ze deed er alles aan om te laten weten dat ze nog altijd de arts was van vroeger. Soms kwam haar zorgzame kant naar boven en gaf ze behulpzame adviezen. Bijvoorbeeld toen ik mijn enkel verzwikte.”

Vertrouwen winnen

Bruinekool besefte zich goed dat een continue strijd over de behandeling van mevrouw geen zin had. “Onze adviezen sloeg ze toch in de wind. Daarnaast zou ze niet therapietrouw zijn”, aldus Bruinekool. Daarom legde ze haar patiënte niets op en vroeg ze steeds hoe mevrouw het wilde en ze haar kon helpen. “Ik liet haar in haar waarde, en hoorde haar gedachten en ideeën aan. Daarmee won ik haar vertrouwen, zodat ik toch enigszins wat aan haar bedachte behandelplan kon aanpassen. Ik wist haar te overtuigen en merkte dat ik met deze houding veel meer kon bereiken.”

In haar waarde laten

De patiënte kon deze benadering wel waarderen. “We kregen een sterkere band. Op een gegeven moment vroeg ze zelfs naar mij. Ze wilde het liefst dat ik haar stoma schoonmaakte.” De twee hadden de meest uiteenlopende gesprekken. En wanneer de familie op visite kwam, kreeg ze een drankje aangeboden. “Door een combinatie van ziekten en ouderdom kwam ze te overlijden. Een aantal maanden later ontving ik een brief van de familie waarin ze me bedankten voor de goede zorgen over hun moeder. Ze zagen dat ik haar in haar waarde liet als voormalig arts. Ze voelde zich prettig bij mij.”

Gehoord worden

Toen Bruinekool vier jaar geleden zelf in het ziekenhuis terecht kwam, ervaarde ze de andere kant van het bed. “Ik dacht vaak terug aan haar”, zegt ze. “Toen het ziekenhuispersoneel er lucht van kreeg dat ik ook uit de zorg kom, zetten ze me net zo weg als de voormalig arts-patiënte.” Bruinekool ging op zoek naar een ander ziekenhuis. Ze kwam terecht op een plek waar verpleegkundigen het juist waarderen dat je al wat kennis hebt over de zorg. “Nu kreeg ik een arts die naar me luisterde en keek naar wat ik nodig had. Hij staarde zich niet alleen blind op scans en getallen.” Door haar eigen ervaring ziet Bruinekool nog meer het belang ervan in om gehoord te worden. “Ik ben anders gaan denken en benader mijn patiënten nu op een andere manier. Ik stap er met een open houding op af en oordeel niet te snel.”

Persoonlijke benadering

Artsen en verpleegkundigen staan bekend als lastige patiënten wanneer ze zelf in het ziekenhuis terecht komen. “Het vooroordeel heerst dat ze denken alles beter te weten of geven opmerkingen over zaken die niet goed gaan of kunnen verbeteren. Ik geef toe dat ik me daar vroeger ook schuldig aan maakte.” Bruinekool werd zich er bewust van toen ze de zorg op zich nam van de voormalig arts. “Ik probeer mijn collega’s zoveel mogelijk bewust te maken van hun houding. Oordeel niet te snel en praat elkaar niet na. Stap met een open houding af op je patiënt.” Ze kijkt nu ook meer naar wat de patiënt daadwerkelijk nodig heeft, in plaats van alleen te handelen naar vastgestelde protocollen. “Met luisteren en een persoonlijke benadering kom je veel verder.”

Op nursestation.nl vind je meer meer verhalen voor en door verpleegkundigen.