In een feuilleton van 6 artikelen vertellen wij de persoonlijke, aangrijpende en hartverwarmende ervaringen van een (thuis)verpleegkundige. Vandaag een verhaal van Judith Spierings.

“Hij raakte me tot diep in mijn hart”, aldus een ontroerde Judith Spierings (37). Soms is de band met een cliënt zo sterk, dat je na zijn of haar overlijden in een rouwproces belandt. Het overkwam deze sociaal pedagogisch hulpverlener en verzorgende.

“Volgens mijn manager was huilen onprofessioneel. Maar het verdriet was snijdend toen hij kwam te overlijden. Hij was voor mij zo’n pareltje”, vertelt Spierings. Ze heeft het over een tachtigjarige verstandelijk beperkte cliënt. Hij was de eerste die ze op haar achttiende als begeleider mocht verzorgen. Jarenlang nam ze zijn verzorging van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op zich. Er groeide langzaam een sterke band tussen de twee.

You are my sunshine

“Samen zongen we uitbundig mee met liedjes uit zijn tijd, zoals ‘You are my sunshine’. We deelden elkaars humor en wisselden grapjes en schuine moppen met elkaar uit. Ik zag hem dan opleven. Het contact tussen ons was oprecht en puur”, denkt Spierings terug. Haar betrokkenheid bij de begrafenis was dan ook een mooie afsluiting van een jarenlange intensieve verzorging. “Samen met de familie regelde ik de begrafenis en het ontwerp van het bidprentje. Tijdens zijn afscheidsdienst droeg ik samen met collega’s zijn kist. Ik voelde me verdrietig, maar tevens trots. Ik had mijn best gedaan hem een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te geven.”

Levenskwaliteit

Volgens Spierings heb je met de ene cliënt meer dan met de ander: “Bij ons zat het gevoel ontzettend goed. En hij was zo eigenwijs! Gezond leven kreeg ik er bij hem niet in. De woorden ‘doe mij maar een frikandel speciaal’, kwamen regelmatig uit zijn mond. En dat naast het pakje sigaretten dat hij dagelijks rookte.” Door zijn koppigheid kreeg Spierings het niet voor elkaar hem te laten stoppen of minderen met roken. Uiteindelijk overleed hij door de gevolgen van roken. “We spraken er regelmatig over, dus hij wist de consequenties. Maar hij koos voor levenskwaliteit.” Ze liet hem vrij hierin, ook al wist ze dat dit niet het beste was voor zijn gezondheid. “Hij wilde de regie over zijn eigen leven blijven houden. Daarmee leerde hij me dat elke cliënt zijn eigen koers moet varen. Ook al kan een vervroegde dood daar een gevolg van zijn.”

Betrokken

“Hij liep een longontsteking op en werd daardoor opgenomen in het ziekenhuis. Ik wist dat dit het einde was.” Spierings bezocht hem gedurende twee weken tweemaal daags in het ziekenhuis. “Toen ik op een nacht even wilde bijkomen en mijn telefoon uitzette, stierf hij, zonder mij. En dat terwijl hij in mijn bijzijn wilde doodgaan.” Dit leidde bij Spierings tot een jarenlang schuldgevoel. De familie van de cliënt stuurde haar na zijn dood een brief. “Ze schreven ‘bedankt dat je er altijd was en wilde zijn, je bent een speciaal mens’. Het ontroerde mij diep. Hij was mijn eerste cliënt die ik zo intensief had verzorgd. Ik kon ook niet anders dan betrokken zijn bij hem.” Volgens Spierings zien sommigen betrokkenheid als een zwakte. “Maar ik heb geleerd daar geen consessies in te doen. Het is zoals het is. Iedereen ervaart een rouwproces anders. Wees dan niet te streng voor jezelf: je bent ook maar een mens.”                

Op nursestation.nl vind je meer meer verhalen voor en door verpleegkundigen.