Atenativ
Biovitrum AB

2 Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling

Werkzame bestanddeel

Humaan antitrombine III (500 IU, 1000 IU, 1500 IU)

Kwantitatieve samenstelling

Wanneer de oplossing klaar is voor infusie bevat deze 50 IU humaan antitrombine per ml.

3 Farmaceutische vorm

ATenativ wordt geleverd als een gelyofiliseerd poeder. Het concentraat wordt intraveneus toegediend na reeconstitutie met het bijgeleverde water voor injecties.

4 Klinische gegevens

4.1 Therapeutische indicaties
Profylaxe en behandeling van trombo-embolische complicaties bij een aangeboren of verworven tekort aan antitrombine III.

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering

De dosering en de duur van de substitutietherapie is afhankelijk van de ernst van de conditie en het klinische beeld. De dosering dient individueel te worden bepaald op geleide van de behoefte van de patiënt en gebaseerd op de medische beoordeling van de behandelend arts en de laboratoriumwaarden.
Eén eenheid antitrombine III is equivalent aan de hoeveelheid antitrombine die aanwezig is in 1 ml plasma afkomstig van een groot aantal donoren. Deze concentratie wordt beschouwd als 100%. De toediening van 1 eenheid antitrombine III per kg lichaamsgewicht verhoogt de antitrombineconcentratie (activiteit) met ongeveer 1%.
De benodigde dosis wordt met behulp van de volgende formule bepaald:
Benodigde eenheden = lichaamsgewicht(kg) x [gewenste spiegel(%) - actuele antitrombine spiegel(%)].
Een antitrombinespiegel van minstens 100% dient in het begin bereikt te worden en deze moet dan gehandhaafd worden boven 80% tijdens de gehele periode van behandeling. De dosis dient ingesteld te worden aan de hand van laboratoriumbepalingen van de antitrombine III concentratie (activiteit). Deze dient men minimaal twee keer per dag te bepalen totdat de patiënt is gestabiliseerd, daarna één keer per dag en altijd onmiddellijk voor de volgende infusie. Men dient rekening te houden met het feit dat de halfwaardetijd van antitrombine sterk kan zijn verminderd bij sommige aandoeningen, zoals bij gedissemineerde intravasale stolling.

Wijze van toediening

De oplossing dient langzaam intraveneus geïnfundeerd of geïnjecteerd te worden.
De gebruikelijke toedieningssnelheid bij volwassenen is 50 IU per minuut en dient niet groter te zijn dan 100 IU/minuut.

4.3 Contra-indicaties

Eerder doorgemaakte allergische reactie op een van de bestanddelen van het product.

4.4 Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik
Allergische of anafylactische reacties vereisen een directe beëindiging van de injectie of infusie. Mildere reacties kunnen behandeld worden met corticosteroïden en/of antihistaminica. De richtlijnen voor shocktherapie dienen gevolgd te worden bij ernstige reacties.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

De werking van antitrombine wordt versterkt door heparine. Dit kan de halfwaardetijd van antitrombine sterk verminderen. Behandeling met heparine tijdens normalisatie van de antitrombine III concentratie verhoogt het risico op bloedingen. De toediening van heparine aan een patiënt met een verhoogd bloedingsrisico dient zorgvuldig overwogen te worden. Wanneer wordt besloten om heparine te gebruiken, dient slechts een lage dosis standaardheparine toegediend te worden. De effecten op de coagulatieparameters en op de antitrombineconcentratie(activiteit) dienen nauwlettend te worden gecontroleerd.

4.6 Gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding
De veiligheid van humaan antitrombine III voor gebruik bij zwangerschap of bij het geven van borstvoeding is nog niet vastgesteld in gecontroleerde klinische onderzoeken. Experimentele dierstudies zijn niet voldoende om de veiligheid met betrekking tot reproductie, ontwikkeling van het embryo of de foetus, het verloop van de zwangerschap en de peri- en postnatale ontwikkeling te bepalen.
Humaan antitrombine III is een normaal bestanddeel van humaan plasma en studies in zwangere vrouwen hebben niet aangetoond dat antitrombine III het risico op foetale afwijkingen verhoogt, wanneer het tijdens het derde trimester van de zwangerschap wordt toegediend.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken

Niet van toepassing.

4.8 Bijwerkingen

- In sommige gevallen zijn allergische reacties en/of temperatuursverhogingen gemeld.
- Infectieuze aandoeningen als gevolg van overdracht van infectieuze agentia kunnen niet totaal worden uitgesloten, wanneer preparaten verkregen uit humaan plasma worden toegediend. Dit is evenzeer van toepassing op tot nu toe onbekende pathogenen.
Diuretische en vasodilatoire effecten zijn waargenomen in enkele patiënten met ernstige gedissemineerde intravasale stolling.

Virale veiligheid

Bloeddonaties worden verkregen van gezonde donoren waarvan, voor zover vastgesteld kan worden na medische keuring en na bestudering van hun medische historie, het bloed vrij moet zijn van detecteerbare infectieuze agentia, die eventueel overgebracht zouden kunnen worden door transfusie van bloedproducten. Bovendien wordt elke donatie die gebruikt wordt getest op het Hepatitis B oppervlakte antigeen en op antilichamen tegen HIV-1 en HIV-2 en het hepatitis C virus.
ATenativ ondergaat een SD-behandeling en wordt hittebehandeld in een oplossing bij 60°C gedurende 10 uur.

4.9 Overdosering

Er zijn geen symptomen van overdosering met antitrombine III bekend.

5 Farmacologische eigenschappen

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Antitrombine III is een belangrijk coagulatieremmer in het bloed. De remmende werking is gebaseerd op de formatie van een covalente binding tussen antitrombine III en het actieve centrum van serineproteasen. Deze remmer-coagulatie-enzymcomplexen worden verwijderd door het reticulo-endotheliale systeem. De factoren die het sterkst geremd worden zijn trombine en factor Xa, andere zijn de geactiveerde vormen van de factoren IX, XI en XII. Heparine werkt als een katalysator die de reactie versnelt.
De antitrombine III-activiteit varieert van 80 - 100% in volwassenen en ongeveer de helft van de activiteit wordt gevonden in neonaten.
ATenativ wordt gedistribueerd en gemetaboliseerd op dezelfde manier als de fysiologische stof.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen

De biologische halfwaardetijd is ongeveer 3 dagen. Bij gelijktijdige behandeling met heparine kan de halfwaardetijd verminderen tot ongeveer 1,5 dagen. Bij situaties met een groot verbruik kan de halfwaardetijd verminderen tot enkele uren.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek

Toxicologische eigenschappen
Humaan antitrombine III is een normaal bestanddeel van humaan plasma. Single dose toxiciteitsstudies zijn van een beperkte waarde en kunnen geen gegevens verstrekken met betrekking tot de vaststelling van toxische- of letale doses of een dosis-effect relatie. Herhaalde doses toxiciteitsstudies in dieren zijn onuitvoerbaar en van geen waarde als gevolg van de ontwikkeling van antilichamen.
Associatie van antitrombine III met embryo-foetale toxiciteit, oncogeen of mutageen potentieel is niet gerapporteerd.
Er zijn geen symptomen van acute toxiciteit beschreven in diermodellen.
6 Farmaceutische gegevens
6.1 Lijst van hulpstoffen

Atenativ 500 IU 1000 IU 1500 IU

Natriumchloride 90 mg 180 mg 270 mg
humaan albumine 100 mg 200 mg 300 mg
gestabiliseerd met
acetyltryptofaan en 2 mg 4 mg 6 mg
natriumcaprylaat 1,5 mg 3 mg 4,5 mg

Oplosmiddel

Water voor injecties 10 ml 20 ml 30 ml

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid

Er zijn geen gevallen van onverenigbaarheid bekend.

6.3 Houdbaarheid

ATenativ is 3 jaar (bij 2-8° C) houdbaar en kan gebruikt worden tot de op de verpakking vermelde datum. De gereconstitueerde oplossing dient gebruikt te worden binnen 1 uur.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag

Bewaar ATenativ, buiten invloed van licht bij 2-8°C. Ongebruikte oplossing dient niet bewaard te worden. Gebruik ATenativ niet na de op de verpakking vermelde datum.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking

ATenativ is verpakt in glasflacons, type II glas (Ph. Eur.), van 50 of 100 ml. De stoppen zijn vervaardigd uit broombutylrubber en ze zijn geseald met een aluminium pull off cap.

6.6 Gebruiksaanwijzing/verwerkingsinstructie

De gelyophyliseerde droge substantie dient gereconstitueerd te worden in het aanbevolen oplosmiddel, dat van te voren op kamertemperatuur is gebracht, binnen maximaal 10 minuten. Producten die na reconstitutie nog enig residu, vertonen dienen niet gebruikt te worden.
ATenativ is verenigbaar met isotone zoutoplossing (0,9% m/v) en isotone glucoseoplossing (5,5% m/v) in infusieflacons van glas en van plastic.
Niet gebruikte oplossing dient te worden vernietigd.

7 Naam en permanent adres of officiële vestigingsplaats van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen

8 RVG-nummer

RVG 17400

9 Datum van eerste vergunning / hernieuwing van de vergunning

10 Datum van goedkeuring / herziening van de samenvatting

27 okt. 2002
Geneesmiddelenrepertorium © 2005 Pharma Publishers