Deze productinformatie is alleen bedoeld voor inwoners van Nederland.

Informatie voor de patiënt

Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel.
* Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn deze nogmaals door te lezen.
* Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
* Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven, geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen.

Inhoud van deze bijsluiter

1. Wat is Detrusitol en waarvoor wordt het gebruikt?
2. Wat u moet weten voordat u Detrusitol inneemt
3. Hoe wordt Detrusitol ingenomen?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Detrusitol?

Detrusitol 1 mg
Detrusitol 2 mg

Filmomhulde tabletten

* Het werkzame bestanddeel is 1 of 2 mg tolterodinetartraat, overeenkomend met respectievelijk 0,68 mg en 1,37 mg tolterodine

* Andere bestanddelen (hulpstoffen) zijn microkristallijne cellulose (E460i), calciumwaterstoffosfaatdihydraat (E341), natriumzetmeelglycollaat (type B), magnesiumstearaat (E470b), watervrij colloïdaal siliciumdioxide (E551), hypromellose (E464), stearinezuur (E570) en titaniumdioxide (E171).

Registratiehouder

Pfizer bv,
Rivium Westlaan 142,
2909 LD Capelle aan den IJssel.

Voor vragen over dit geneesmiddel, bel met Pfizer 0800-MEDINFO (63 34 636).

Ingeschreven in het register onder RVG 22148 (1 mg tabletten) en 22149 (2 mg tabletten).

1. Wat is Detrusitol en waarvoor wordt het gebruikt?

Een tablet Detrusitol bevat 1 of 2 mg tolterodinetartraat, overeenkomend met respectievelijk 0,68 mg en 1,37 mg tolterodine.

Tolterodine is een stof uit de groep van de urologische spasmolytica, stoffen die de blaasspier ontspannen.

Detrusitol wordt geleverd in blisterverpakkingen met 28 of 56 tabletten (2 of 4 doordrukstrips met elk 14 tabletten) of in plastic potjes met 60 tabletten (of 500 tabletten – alleen voor ziekenhuizen). Mogelijk zijn niet alle verpakkingsgrootten beschikbaar.

Beschrijving:

Detrusitol 1 mg filmomhulde tabletten zijn wit en gemarkeerd met de letters TO met bogen erboven en eronder. Detrusitol 2 mg filmomhulde tabletten zijn wit en gemarkeerd met de letters DT met bogen erboven en eronder.

Detrusitol wordt gebruikt bij de behandeling van symptomen van een instabiele blaas, zoals een verhoogde aandrang tot plassen of vaker moeten plassen, of het verlies van urine door een niet te stoppen aandrang.

2. Wat u moet weten voordat u Detrusitol inneemt

Gebruik Detrusitol niet wanneer u:

* last heeft van urineretentie (achterblijven van urine in de blaas ten gevolge van een gestoorde blaaslediging);
* lijdt aan nauwe kamerhoek glaucoom (een bepaalde aandoening met verhoogde oogboldruk) en dit niet voldoende onder controle is;
* lijdt aan myasthenia gravis (een soort spierzwakte);
* na eerder gebruik overgevoelig was voor tolterodine of een van de hulpstoffen;
* lijdt aan ernstige colitis ulcerosa (een terugkerende ernstige ontsteking van de dikke darm die gepaard gaat met koorts en het afscheiden van slijm, soms met bijmenging van etter en bloed);
* een toxisch megacolon heeft (ernstig ziektebeeld ten gevolge van acute ontsteking van de darmwand met uitzetting en zweervorming in het slijmvlies)

Wees extra voorzichtig met Detrusitol wanneer u:

* moeilijk of slechts met een kleine straal kunt plassen;
* maagdarmklachten heeft die doorgang van het voedsel beperken;
* lijdt aan lever- of nieraandoeningen;
* lijdt aan een bepaalde zenuwaandoening (autonome neuropathie);
* een middenrifbreuk (hiatus hernia) heeft;
* regelmatig last heeft van trage spijsvertering
* lijdt aan bepaalde hartaandoeningen (bijvoorbeeld hartritmestoornissen of onvoldoende pompkracht van het hart (congestief hartfalen))
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden geweest is.

Zwangerschap

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt. Gebruik Detrusitol niet wanneer u zwanger bent of gaat proberen zwanger te worden.

Borstvoeding

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt. Gebruik Detrusitol niet wanneer u borstvoeding geeft.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Vermijd het besturen van voertuigen en het bedienen van machines wanneer u last krijgt van duizeligheid of wazig zien (accommodatiestoornissen; zie 4. Mogelijke bijwerkingen).

Gebruik van Detrusitol in combinatie met andere geneesmiddelen

Let op: de volgende opmerkingen kunnen ook van toepassing zijn op het gebruik van geneesmiddelen enige tijd geleden of in de nabije toekomst.

Informeer uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt verkrijgen.

* U dient uw arts op de hoogte te stellen van eventueel ander geneesmiddelengebruik zoals bepaalde antibiotica zoals erytromycine en claritromycine, antischimmelmiddelen, zoals ketoconazol en itraconazol en proteaseremmers (bepaalde middelen tegen HIV) zoals ritonavir en saquinavir, omdat deze middelen de concentraties van tolterodine in het bloed kunnen verhogen en aanpassing van de dosering hierdoor noodzakelijk kan zijn.
De volgende geneesmiddelen kunnen de werking van Detrusitol beïnvloeden:

* Geneesmiddelen die net als Detrusitol een zogenaamde anticholinerge werking hebben zoals bepaalde middelen tegen depressie (de zogenaamde tricyclische antidepressiva zoals amytriptyline , imipramine of nortriptyline ) en bepaalde middelen tegen psychose (zoals chloorpromazine , thioridazine en chloorprotixeen). Gelijktijdig gebruik van deze middelen kan een meer uitgesproken therapeutisch effect en bijwerkingen tot gevolg hebben.

* Geneesmiddelen die een werking hebben die tegengesteld is aan de werking van Detrusitol, de zogenaamde muscarinereceptoragonisten zoals carbacholine, een middel dat gebruikt wordt om de stoelgang te bevorderen. Deze middelen kunnen het therapeutisch effect van Detrusitol verminderen.
De werking van de volgende middelen kan door Detrusitol worden beïnvloed:

* Prokinetica (bepaalde middelen die de maaglediging bevorderen) zoals metoclopramide en cisapride. Het effect van deze middelen kan door Detrusitol worden verminderd.

3. Hoe wordt Detrusitol ingenomen?

De gebruikelijke dosis voor volwassenen (inclusief ouderen) is tweemaal daags 2 mg. Uw arts zal u vertellen hoeveel Detrusitol u moet gebruiken en voor hoe lang. Volg de instructies die uw arts u heeft gegeven nauwkeurig op.
Gebruik van Detrusitol door kinderen wordt niet aangeraden. Detrusitol kan worden ingenomen met water of een andere drank.

Het beste is om hiervoor een vast moment te kiezen, bijvoorbeeld ’s morgens bij het ontbijt en ’s avonds bij het avondeten.

Overleg vooraf altijd met uw arts als u wilt stoppen met de behandeling.

In geval u bemerkt dat Detrusitol te sterk of juist te weinig werkt, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Het is mogelijk dat u niet direct resultaat merkt van de behandeling, omdat uw blaas zich moet aanpassen.

Dosering bij patiënten met een leverfunctiestoornis of sterk verminderde nierfunctie

Indien uw lever slecht werkt of uw nieren zeer slecht werken is de aanbevolen dosis tweemaal daags 1 mg.

Wat moet u doen wanneer u te veel Detrusitol heeft ingenomen?

Wanneer u te veel Detrusitol heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of apotheker.
Waargenomen symptomen van overdosering zijn wazig zien (accommodatiestoornissen) en stoornissen bij het plassen. Terwijl u op uw arts wacht kunt u eventueel Norit innemen.

Wat moet u doen wanneer u vergeten bent Detrusitol in te nemen?

Als u vergeten bent een dosis in te nemen, neem deze dan in zodra u eraan denkt, behalve als het al tijd is om de volgende in te nemen. Neem de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip.
Neem nooit een dubbele dosis van Detrusitol om zo de vergeten dosis in te halen.

4. Mogelijke bijwerkingen

Zoals alle geneesmiddelen kan Detrusitol bijwerkingen veroorzaken.

Hartkloppingen en hartritmestoornissen zijn bekende bijwerkingen voor geneesmiddelen zoals Detrusitol, maar komen zelden voor.
Bijwerkingen kunnen:

* zeer vaak voorkomen (bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
* vaak voorkomen (bij meer dan 1 op de 100, maar bij minder dan 1 op de 10 patiënten)
* soms voorkomen (bij meer dan 1 op de 1.000, maar bij minder dan 1 op de 100 patiënten)
* zelden voorkomen (bij meer dan 1 op de 10.000, maar bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten)
* zeer zelden voorkomen (bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten)

Immuunsysteemaandoeningen:
Soms: overgevoeligheid
Zelden: allergische reacties
Zeer zelden: plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijv. keel of tong), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische reactie (angio-oedeem)

Psychische stoornissen:
Vaak : zenuwachtigheid
Soms: verwardheid
Zelden: waarnemingen van dingen die er niet zijn (hallucinaties)

Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak : duizeligheid, slaperigheid, waarnemen van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie)

Oogaandoeningen:
Vaak : droge ogen, stoornissen in het zien waaronder wazig zien (accommodatiestoornissen)

Hartaandoeningen:
Zelden: versnelde hartslag (tachycardie)
Zeer zelden: onvoldoende pompkracht van het hart (hartfalen)

Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: gestoorde spijsvertering met als verschijnselen vol gevoel in de bovenbuik, pijn in de maagstreek, boeren, misselijkheid, braken en zuurbranden (dyspepsie), verstopping, buikpijn, winderigheid, braken

Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak : droge huid

Nier- en urinewegaandoeningen
Soms: achterblijven van urine in de blaas ten gevolge van een gestoorde blaaslediging (urineretentie)

Algemene aandoeningen
Vaak : vermoeidheid, hoofdpijn, pijn op de borst
Soms: vochtophoping in de ledematen (perifeer oedeem)

Informeer uw arts of apotheker wanneer bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld of die u als ernstig ervaart.

5. Hoe bewaart u Detrusitol?

Detrusitol buiten bereik en zicht van kinderen bewaren

Uiterste gebruiksdatum
Gebruik Detrusitol niet meer na de datum op de verpakking achter "Niet te gebruiken na". Op de (doordruk)strip is de uiterste gebruiksdatum aangegeven na de letters "exp" gevolgd door maand en jaar

Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in mei 2004.