BIJSLUITER

diamicron°

gliclazide

SAMENSTELLING

Een tablet met gereguleerde afgifte Diamicron bevat 80 mg gliclazide.

De overige ingrediënten zijn lactose, povidon, glycerolbehenaat, colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat.

VERPAKKING

Kalenderpak met 60 tabletten met gereguleerde afgifte van 80 mg in doordrukstrips van 15 tabletten of verpakking met 30 tabletten met gereguleerde afgifte van 80 mg in doordrukstrips van 10 tabletten of verpakking met 50 tabletten met gereguleerde afgifte van 80 mg in blisterstrips voor gebruik in het ziekenhuis (E.A.V) of verpakking met 250 tabletten met gereguleerde afgifte van 80 mg in flacon.
Niet alle genoemde verpakkingen worden in de handel gebracht.

SUIKERZIEKTE EN DIAMICRON

Suikerziekte (diabetes mellitus) wordt veroorzaakt door te weinig productie of onvoldoende werkzaamheid van het hormoon insuline, dat door de alvleesklier (pancreas) wordt afgescheiden. Daardoor is het gehalte aan glucose in het bloed (de bloedsuikerspiegel) te hoog, hetgeen de oorzaak is van de ziektesymptomen.
Diamicron stimuleert de insuline-afgifte door het pancreas. Daardoor kan de verhoogde bloedglucosespiegel tot normale waarden worden teruggebracht. Langs deze weg kunnen door een behandeling met Diamicron de verschijnselen zoals een algemeen ziektegevoel verdwijnen.

Bij patiënten met type II diabetes die alleen met insuline worden behandeld en dit tot onvoldoende resultaat leidt, kan een combinatie met Diamicron soms leiden tot een betere instelling of tot een vermindering van de dosis van insuline
.
Diamicron wordt gebruikt in de voorgeschreven dosering tezamen met een suikerarm en/of calorie-arm dieet. Op regelmatige tijdstippen dient de bloedglucosespiegel gecontroleerd te worden.

WANNEER WORDT DIAMICRON GEBRUIKT?

Diamicron wordt gebruikt bij de behandeling van suikerziekte type II door stimulatie van de insuline-afgifte door het pancreas als er geen goede bloedglucosewaarden met dieet alleen kunnen worden bereikt.

WANNEER MAG DIAMICRON NIET WORDEN GEBRUIKT?

* bij suikerziekte met ernstige stofwisselingsstoornissen (keto-acidose)
* bij ernstige lever- of nierfunctiestoornissen
* bij overgevoeligheid voor sulfonamiden
* bij zwangerschap
* bij diabetes type I zonder insulinetherapie
* bij verstoring van de water- en zouthuishouding, bijvoorbeeld door onvoldoende vochtopname (hyperosmolaire ontregeling)

WAARSCHUWINGEN

Diamicron is een aanvulling op en geen vervanging van het voorgeschreven dieet. Een goede bloedglucosewaarde wordt verkregen dankzij de combinatie van Diamicron, dieet en meer lichaamsbeweging.
Indien u veel alcohol gebruikt, dient u uw arts hieromtrent in te lichten.
Bij een juist gebruik van Diamicron met inachtneming van bovenstaande aanbevelingen is de kans op hypoglykemieën (periodes waarin de bloedglucosespiegel te laag is) minimaal. Zie ook "Overdosering".

ZWANGERSCHAP EN BORSTVOEDING

Diamicron mag niet gebruikt worden gedurende de zwangerschap. Suikerziekte, ongeacht welk type, in de zwangerschap dient te worden behandeld met insuline. Omdat Diamicron evenals vergelijkbare geneesmiddelen in de moedermelk kan komen, mag het niet gegeven worden gedurende de periode van borstvoeding.
Vraag bij zwangerschap advies aan uw arts.

BEÏNVLOEDING VAN DE RIJVAARDIGHEID EN HET VERMOGEN OM MACHINES TE GEBRUIKEN

In bepaalde situaties, bijvoorbeeld na overschakeling van een ander bloedglucoseverlagend middel of bij onregelmatig gebruik van Diamicron kan kortdurend een periode ontstaan waarin de bloedglucosespiegel niet goed gereguleerd is. Tijdens deze periode kunnen de reacties van de patiënt zodanig veranderen dat het vermogen om actief aan het verkeer deel te nemen of machines te bedienen, afneemt.

WISSELWERKING MET ANDERE GENEESMIDDELEN

Bepaalde medicijnen kunnen de werking van Diamicron versterken of verzwakken, derhalve de bloedglucosespiegel te veel of te weinig laten dalen. Daarom dient u altijd de behandelend arts en zonodig ook de apotheker te vertellen dat u Diamicron gebruikt.

De werking van Diamicron wordt versterkt door: fenylbutazon, oxyfenbutazon, acetylsalidylzuur, sommige sulfonamiden, tetracyclines, bètablokkers, coumarineanticoagulantia, fenfluramine, miconazol (oraal), cimetidine, M.A.O.-remmers, chlooramfenicol, clofibraat, disopyramide en alcohol. De werking van Diamicron wordt verzwakt door: glucocorticosteroïden, oestrogenen en saluretica.
Het gebruik van alcohol wordt afgeraden tijdens de behandeling.

DOSERING EN WIJZE VAN INNEMEN

In het algemeen zal de arts twee tabletten per dag voorschrijven, maar dit kan verhoogd worden tot maximaal drie tabletten per dag.

Het is mogelijk de voorgeschreven hoeveelheid tabletten te verdelen over twee tijdstippen van de dag. In de meeste gevallen (twee tabletten per dag) zal dat één tablet in de ochtend zijn en één tablet in de avond.

U moet de voorgeschreven hoeveelheid tabletten met een beetje water kort voor of tijdens de maaltijd innemen. Zijn er wat maagklachten, neem dan de tabletten tijdens de maaltijd in.

U kunt gemakkelijk een doordrukstrip nemen teneinde op het juiste tijdstip de tablet in te nemen. Het verwijderen van de tablet gaat heel eenvoudig: u drukt met uw duim op het plastic omhulsel boven de tablet, waardoor het zilverpapier aan de onderkant openscheurt en de tablet tevoorschijn komt. Men spreekt van kalenderpak, omdat de dagen van de week naast de tablet zijn afgedrukt.
U kunt zo iedere dag een tablet uit de holte bij de desbetreffende dag verwijderen en innemen. De tablet bij "laatste dag" wordt pas gebruikt als de tabletten bij de weekdagen allemaal zijn benut. Indien de dosering twee tabletten per dag bedraagt, kunt u de "laatste dag" tablet samen met de "laatste dag" tablet van de volgende strip gebruiken. Voor de resterende strip volgt u dezelfde procedure als hiervoor omschreven.

Diamicron mag slechts door volwassenen worden gebruikt op voorschrift van een arts. De arts bepaalt de juiste dosering en zal deze afstemmen op de behoefte van het lichaam om een optimaal niveau te krijgen van de bloedglucosespiegel. Daarvoor zal de arts verscheidene malen de bloedglucosespiegel moeten laten bepalen. Ook stelt de arts de duur van de behandeling vast.

WAT TE DOEN ALS EEN TABLET VERGETEN IS?

Als u tabletten vergeten bent, mag u deze niet "inhalen". U dient door te gaan volgens het schema. Raadpleeg uw arts bij twijfel.

OVERDOSERING

Een overdosering geeft altijd symptomen van een te lage bloedglucosespiegel te zien (grote vermoeidheid, concentratiestoornissen, zweten en beven). U dient in deze gevallen suiker (suikerklontjes of een zoete drank) te nemen. Neem daarna altijd contact op met uw arts.

STOPPEN VAN DE BEHANDELING

Stop de behandeling alleen op advies van uw arts.

BIJWERKINGEN

Bijwerkingen komen zelden voor. Allergische huidreacties, zoals rode vlekjes, jeuk en galbulten, worden zelden waargenomen, zijn in het algemeen niet ernstig en verdwijnen binnen enkele dagen na het stoppen van de behandeling.
Maagklachten, zoals misselijkheid, braken en diarree of obstipatie komen voor. In de meeste gevallen kunnen deze bijwerkingen voorkomen worden door Diamicron tijdens de maaltijd in te nemen. Wanneer de ongewenste effecten aanhouden, dient u de behandelend arts te raadplegen.

Waarschuw uw arts of apotheker indien bij u een bijwerking optreedt die niet wordt vermeld in de bijsluiter.

HOE MOET DIAMICRON BEWAARD WORDEN?

Bewaar de tabletten bij kamertemperatuur (15-25°C) in de oorspronkelijke verpakking en buiten bereik van kinderen. De tabletten zijn houdbaar tot op de datum die op de verpakking is vermeld.

REGISTRATIEHOUDER

Servier Nederland Farma B.V.
Einsteinweg 5b
2333 CD LEIDEN

In het register ingeschreven onder RVG 06702

September 2004