Lees deze bijsluiter steeds vóór gebruik van dit geneesmiddel: ook als u al eerder DILOC hebt gebruikt. De informatie in deze bijsluiter kan door nieuwe bevindingen of veranderde inzichten zijn gewijzigd, wanneer u een volgende verpakking krijgt. Mocht u iets niet geheel duidelijk zijn, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Zij beschikken over meer uitgebreide produktinformatie.

ALGEMENE KENMERKEN BENAMING

DILOC 120, capsule met gereguleerde afgifte 120 mg; DILOC 180, capsule met gereguleerde afgifte 180 mg; DILOC 240, capsule met gereguleerde afgifte 240 mg.

SAMENSTELLING
DILOC 120, 180 en 240 capsules met gereguleerde afgifte bevatten respectievelijk 120, 180 en 240 mg van het actieve bestanddeel: diltiazemhydrochioride. Overige niet actieve bestanddelen zijn: maïszetmeel, sucrose, povidon, schellak, ethylcellulose en talk.

FARMACEUTISCHE VORM EN UITERLIJK

U kunt zien dat de gelatinecapsules gekleurd zijn. De capsules van 120 mg bevatten de kleurstof ijzeroxide (E172); opdruk: diloc 120 en één helft lichtbruin. De capsules van 180 mg (opdruk: diloc 180 en één helft transparant roze) en 240 mg (opdruk: diloc 240 en één helft bruin) bevatten tevens de kleurstof titaandioxide (El 71). De capsules worden afgeleverd in een omdoosje met een doordrukverpakking.

GENEESMIDDELENGROEP

Het geneesmiddel behoort tot de groep van de zogenaamde calciumantagonisten. Ze verlagen de druk op de bloedvaten en zorgen er voor dat het hart minder hard hoeft te werken.

INSCHRIJVING IN HET REGISTER

DILOC 120: RVG 18587; DILOC 180: RVG 18588; DILOC 240: RVG 18589.

NAAM VAN DEGENE DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Tramedico B.V.,
Korte Muiderweg 2A,
1382 LR Weesp.

WERKING
DILOC wordt gebruikt tegen een te hoge bloeddruk en bij pijn op de borst (stabiele angina pectoris).

VOORDAT U HET GENEESMIDDEL GEBRUIKT

WANNEER U DILOC NIET MAG GEBRUIKEN

DILOC mag niet worden gebruikt door:

* patiënten die overgevoelig zijn voor DILOC of één van de overige bestanddelen van de capsule;
* tijdens zwangerschap of vermoeden ervan en tijdens het geven van borstvoeding;
* als u een trage hartslag hebt (minder dan 50 slagen per minuut), een hartblok (de hartslag is dan onregelmatig) en u kunt last hebben van hartkloppingen,
duizeligheid, vermoeidheid en flauwvallen), of kortademigheid, vermoeidheid of
opgezette enkels als gevolg van een hartziekte.
U moet zich hieraan houden, anders kunt u last krijgen van overgevoeligheidsreacties, of kan het ongeboren kind schade ondervinden. Klachten in verband met een verminderde werking van het hart of hartziekte kunnen verergeren.

GEBRUIK TIJDENS DE ZWANGERSCHAP EN DE BORSTVOEDING

DILOC mag niet tijdens de zwangerschap of een vermoeden hiervan worden gebruikt. Ook wanneer u borstvoeding geeft, mag DILOC niet worden gebruikt.

WISSELWERKINGEN MET ANDERE GENEESMIDDELEN

Licht uw arts altijd in wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt. Verschillende geneesmiddelen kunnen namelijk elkaars werking beïnvloeden.
Als u al een geneesmiddel gebruikt tegen te hoge bloeddruk of om uw hart te ontlasten, moet u dat aan uw arts vertellen. DILOC zou het effect van dat geneesmiddel kunnen versterken, zodat de dosis aangepast moet worden.

OVER DE RIJVAARDIGHEID EN HET GEBRUIK VAN MACHINES

Als u duizelig, vermoeid of misselijk wordt of last heeft van hoofdpijn of van een verminderd gezichtsvermogen na gebruik van DILOC, kan dit van nadelige invloed zijn op uw rijvaardigheid en bij bediening van machines. U kunt dan beter niet aan het verkeer deelnemen of een machine bedienen.

SPECIALE WAARSCHUWINGEN

DILOC mag niet worden gebruikt bij kinderen.

AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
DOSERING EN WIJZE VAN GEBRUIK

De dosering en het gebruik van DILOC is volgens voorschrift van de arts en wordt (daarna) individueel aangepast.

Vaak is het zo dat de arts in de eerste weken dat u DILOC krijgt, de dosering één of enkele malen bijstelt. De dosis wordt op die manier afgestemd op wat voor u het beste is. Het is dan ook belangrijk dat u zich houdt aan de instructies van de arts en dagelijks precies zoveel capsules inneemt als hij/zij voorschrijft.

De capsules dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. U moet er niet op kauwen en kunt ze innemen bij het eten of op een lege maag met wat water. Wen u aan het geneesmiddel altijd op hetzelfde uur van de dag in te nemen.

Als uw geneesmiddel in een blisterverpakking zit, moet u om een capsule uit de verpakking te krijgen, met uw vingers of duimen op de gebobbelde kant drukken; de capsule komt er dan aan de andere kant uit.

HOE VAAK IN TE NEMEN?

De gebruikelijke aanvangsdosis per dag is één capsule van 240 mg (daar staat diloc 240 op en deze capsule heeft een scharlakenrood uiteinde).

Deze dosering kan worden verhoogd tot maximaal 360 mg per dag: 2 capsules van 180 mg (capsule waarop diloc 180 staat en die voor de helft roze is van kleur). Soms kan het noodzakelijk zijn de dosering langzaam, met tweewekelijkse intervallen, op te bouwen in stappen van 60-120 mg. Oudere patiënten en patiënten met een lever- of nierziekte hebben minder nodig, namelijk één capsule van 120 mg (met opdruk diloc 120 en voor de helft transparant roze) éénmaal per dag, althans om mee te beginnen.

** GEBRUIK NOOIT MEER DAN DE AANBEVOLEN DOSIS
** DUUR VAN DE BEHANDELING

De duur van de behandeling wordt door uw arts bepaald, maar zal in het algemeen enige maanden of meer bedragen.

WAT TE DOEN ALS MEER IS INGENOMEN DAN IS VOORGESCHREVEN?

Als u tegelijkertijd meer dan 900 mg hebt ingenomen, kunt u klachten krijgen. Soms duurt het een aantal uren voordat de verschijnselen zich voordoen. Als u te veel capsules hebt ingenomen moet u onmiddellijk contact opnemen met de E.H.B.O.-afdeling van een ziekenhuis of met een arts. Neem deze bijsluiter en de capsules die over zijn, mee om ze aan de dokter te laten zien (zie ook: "Bijwerkingen en eventuele problemen die kunnen optreden").

WAT TE DOEN ALS EEN DOSIS VERGETEN IS?

Als u vergeten bent uw capsules in te nemen en u denkt eraan binnen 12 uur na de tijd dat u ze normaal inneemt, neem ze dan alsnog in. Denkt u er pas 12 uur na het voor u gebruikelijke tijdstip aan, neem ze dan niet meer in. Wacht tot het weer uw gebruikelijke tijd is en neem dan de gewone hoeveelheid. Als u meerdere keren vergeten bent uw capsules in te nemen, zeg dat dan tegen uw arts als u er weer komt.

WAT GEBEURT ER ALS ER PLOTSELING GESTOPT WORDT MET HET INNEMEN VAN HET GENEESMIDDEL?

De klachten waarvoor de arts u DILOC heeft voorgeschreven, zouden kunnen terugkomen. Het is belangrijk dat u zich houdt aan de instructies van de arts en alleen in overleg met de arts kan het gebruik van DILOC worden gestopt, bijvoorbeeld als u veel last heeft van bijwerkingen en tijdens de zwangerschap of een vermoeden hiervan (zie ook: "Bijwerkingen en eventuele problemen die kunnen optreden" en "Voordat u het geneesmiddel gebruikt").

BIJWERKINGEN EN EVENTUELE PROBLEMEN DIE KUNNEN OPTREDEN

Sommige mensen krijgen last van dikke enkels, moe en pijnlijk gevoel in de benen, misselijkheid, buikpijn, verstopping (obstipatie), vermoeidheid, hoofdpijn, opvliegingen, bloeddrukverlaging, verminderd gezichtsvermogen, hartkloppingen of huiduitslag. Als u een van deze klachten krijgt, moet u uw arts raadplegen.
Een enkele keer is het voorgekomen dat iemand ernstige uitslag kreeg, een sterke verlaging van de hartslag (met als gevolg flauwvallen en duizeligheid) of geelzucht (een gelige verkleuring van de huid). Als zoiets bij u gebeurt, moet u dat onmiddellijk aan uw arts melden. In het algemeen geldt dat als u een ongewoon gevoel of verschijnsel bij uzelf waarneemt, u dit altijd aan uw arts moet mededelen.

Waarschuw uw arts of apotheker altijd als bij u een bijwerking optreedt die niet wordt vermeld in deze bijsluiter of indien u de bijwerking als ernstig ervaart.

HOE MOET DILOC WORDEN BEWAARD?

Droog en bij kamertemperatuur (15 - 25° C) in de originele, goed gesloten verpakking bewaren. Op deze wijze bewaard, is dit geneesmiddel houdbaar tot en met de op de buitenverpakking of op de stripverpakking vermelde houdbaarheidsdatum achter: "Houdbaar tot:" resp. "Exp.:". Niet gebruiken na deze datum.

HOUDT DIT GENEESMIDDEL EVENALS ALLE GENEESMIDDELEN BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.

DATUM REVISIE TEKST December 1998.

LET OP
Dit geneesmiddel is alleen voor u bestemd. Alleen een arts kan het u voorschrijven. Geef het nooit aan iemand anders, ook al heeft die dezelfde verschijnselen als u. Voor zo iemand zou het schadelijk kunnen zijn. De informatie in deze bijsluiter heeft alleen betrekking op DILOC.