ELOXATIN®

PRODUCTINFORMATIE VOOR ARTS, APOTHEKER EN VERPLEGEND PERSONEEL

NAAM VAN HET PRODUCT

Eloxatin® 5 mg/ml poeder voor oplossing voor infusie

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Oxaliplatin 20 mg in een flacon van 24 ml
Oxaliplatin 50 mg in een flacon van 36 ml
Oxaliplatin 100 mg in een flacon van 50 ml

Eén ml gereconstitueerde oplossing bevat 5 mg oxaliplatin

Voor hulpstoffen: zie rubriek “Lijst van hulpstoffen”

FARMACEUTISCHE VORM

Wit tot grijswit (samengeklonterd) poeder voor oplossing voor infusie

KLINISCHE GEGEVENS

Therapeutische indicaties
Behandeling van gemetastaseerd colorectaal carcinoom in combinatie met
5-fluorouracil en folinezuur.

Dosering en wijze van toediening

Dosering

OXALIPLATIN IS ALLEEN BESTEMD VOOR GEBRUIK BIJ VOLWASSENEN.

De aanbevolen dosis oxaliplatin in behandeling van gemetastaseerd colorectaal carcinoom bedraagt 85 mg/m2 intraveneus, elke 2 weken te herhalen.
De dosering dient aangepast te worden op geleide van de verdraagbaarheid (zie rubriek “Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”).
Oxaliplatin dient altijd voorafgaand aan fluoropyrimidines toegediend te worden.
Oxaliplatin wordt toegediend in 250 tot 500 ml glucose 5%-oplossing in een 2 tot 6 uur durend infuus.
Oxaliplatin is voornamelijk gebruikt in combinatie met een continue infusie van 5-fluorouracil. In het tweewekelijkse behandelschema werd een combinatie van bolus en continue infusie van 5-fluorouracil gebruikt.

Speciale patiëntengroepen

• Verminderde nierfunctie

Oxaliplatin is niet bestudeerd bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (zie rubriek “Contra-indicaties”).

Bij patiënten met matige nierinsufficiëntie kan de behandeling gestart worden met de gebruikelijke dosis (zie rubriek “Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”). Bij patiënten met licht nierfunctieverlies is geen dosisaanpassing nodig.

• Verminderde leverfunctie

Oxaliplatin is niet bestudeerd bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie. In de subgroep van patiënten met afwijkende uitgangswaarden van de leverfunctietesten werd geen toename van de acute toxiciteit van oxaliplatin gezien. Tijdens de klinische ontwikkeling werden geen dosisaanpassingen gedaan bij patiënten met afwijkende leverfunctietesten.
• Ouderen

Bij patiënten van boven de 65 jaar werd geen toename van ernstige toxiciteit gezien bij gebruik van oxaliplatin als monotherapie of in combinatie met 5-fluorouracil. Derhalve zijn er bij ouderen geen specifieke dosisaanpassingen vereist.

Wijze van toediening

Oxaliplatin wordt per intraveneus infuus toegediend.

De toediening van oxaliplatin vereist geen hyperhydratie.

Oxaliplatin wordt opgelost in 250 tot 500 ml van een glucose 5%-oplossing om een concentratie van niet minder dan 0,2 mg/ml te verkrijgen en dient of per infuus in een perifere vene, of via een centraal veneuze lijn toegediend te worden gedurende een periode van 2 tot 6 uur.

Het infuus met oxaliplatin dient altijd vooraf te gaan aan het infuus met
5-fluorouracil (5-FU).

In geval van extravasatie moet de toediening onmiddellijk gestaakt worden.

Instructies voor gebruik

Oxaliplatin moet gereconstitueerd en verder verdund worden voor gebruik. Alleen de aanbevolen verdunningsmiddelen dienen te worden gebruikt ter reconstitutie en verdunning van het gevriesdroogde product (zie rubriek “Instucties voor gebruik en verwerking”).

Contra-indicaties

Oxaliplatin is gecontraïndiceerd bij patiënten die
• een bekende overgevoeligheid hebben voor oxaliplatin
• borstvoeding geven
• een beenmergdepressie hebben bij aanvang van de eerste kuur; gedefinieerd als uitgangswaarden voor neutrofiele granulocyten < 2 x 109/l en/of trombocyten < 100 x 109/l.
• een perifere sensitieve neuropathie met functieverlies hebben bij aanvang van de eerste kuur
• ernstige nierinsufficiëntie hebben (creatinineklaring minder dan 30 ml/min)

Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Oxaliplatin mag alleen gebruikt worden op afdelingen die gespecialiseerd zijn in de toediening van cytotoxische chemotherapie en dient te worden toegediend onder toezicht van een arts die gekwalificeerd is voor het gebruik van chemotherapie bij de behandeling van kanker.

Voor gebruik bij zwangere vrouwen zie rubriek “Zwangerschap en borstvoeding”.
Oxaliplatin geeft geen niertoxiciteit. Omdat er beperkte gegevens over de veiligheid zijn bij patiënten met matige nierinsufficiëntie, dient toediening alleen overwogen te worden indien een adequate inschatting is gemaakt van de voor- en nadelen voor de patiënt. In een dergelijke situatie dient de nierfunctie nauwlettend gevolgd te worden en dient de dosis op geleide van de toxiciteit aangepast te worden.

Patiënten met een allergische reactie op andere platinumbevattende middelen in de voorgeschiedenis dienen op allergische verschijnselen gecontroleerd te worden. In geval van een anafylaxie-achtige reactie op oxaliplatin, dient de infusie onmiddellijk te worden gestaakt en dient een passende symptomatische behandeling ingesteld te worden. Opnieuw starten van de therapie met oxaliplatin is gecontraïndiceerd.

Bij extravasatie dient de infusie onmiddellijk gestaakt te worden en dient een gebruikelijke lokale symptomatische behandeling ingesteld te worden.
Neurologische toxiciteit van oxaliplatin dient nauwlettend gecontroleerd te worden, in het bijzonder bij gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen met mogelijke neurologische toxiciteit. Voor de start van elke toediening dient neurologisch onderzoek plaats te vinden en daarna op gezette tijden.
Bij patiënten bij wie zich acute laryngofaryngeale dysesthesie voordoet tijdens of binnen enkele uren na een 2 uur durend infuus, dient de volgende infusie van oxaliplatin over een periode van 6 uur toegediend te worden (zie rubriek “Bijwerkingen”).

Indien zich neurologische symptomen ontwikkelen (paresthesieën, dysesthesieën) wordt, afhankelijk van de duur en de ernst van deze symptomen, dosisaanpassing van oxaliplatin geadviseerd:

• Indien de symptomen langer aanhouden dan 7 dagen en hinderlijk zijn, dient de volgende dosis oxaliplatin gereduceerd te worden van 85 naar 65 mg/m2.
• Indien paresthesieën zonder functieverlies aanhouden tot de volgende cyclus, dient de volgende dosis oxaliplatin gereduceerd te worden van 85 naar 65 mg/m2.
• Indien paresthesieën met functieverlies aanhouden tot de volgende cyclus, dient oxaliplatin gestaakt te worden.
• Indien deze symptomen na staken van oxaliplatin verbeteren, kan herstarten van oxaliplatin overwogen worden.

Gastro-intestinale toxiciteit, die zich manifesteert als misselijkheid en braken, geeft aanleiding tot het instellen van profylactische en/of therapeutische anti-emetische therapie (zie rubriek “Bijwerkingen”).
Dehydratie, paralytische ileus, intestinale obstructie, hypokaliëmie, metabole acidose en nierinsufficiëntie kunnen veroorzaakt worden door ernstige diarree/braken, vooral wanneer oxaliplatin gecombineerd wordt met 5-fluorouracil.
Indien zich hematologische toxiciteit voordoet (neutrofiele granulocyten < 1,5 x 109/l en/of trombocyten < 50 x 109/l) dient de toediening van de volgende cyclus uitgesteld te worden tot de hematologische parameters tot acceptabele waarden zijn teruggekeerd. Voor de start van de therapie en voor elke volgende cyclus dient een volledig bloedbeeld met leukocytendifferentiatie bepaald te worden.
Patiënten dienen adequaat geïnformeerd te worden over de kans op diarree/braken, mucositis/stomatitis en neutropenie na toediening van oxaliplatin/5-fluorouracil, zodat zij direct contact met de behandelend arts kunnen opnemen voor een passende behandeling.

Indien zich mucositis/stomatitis voordoet met of zonder neutropenie, dient de volgende behandeling uitgesteld te worden tot herstel van mucositis/stomatitis tot graad 1 of minder en/of tot het aantal neutrofiele granulocyten ? 1,5 x 109/l.

Omdat oxaliplatin met 5-fluorouracil wordt gecombineerd (met of zonder folinezuur), dient de dosis van 5-fluorouracil op de gebruikelijke wijze aangepast te worden wanneer er toxiciteit ten gevolge van 5-fluorouracil optreedt.

Wanneer zich WHO graad 4 diarree, graad 3-4 neutropenie (neutrofiele granulocyten < 1x 109/l) of graad 3-4 trombocytopenie (trombocyten < 50 x 109/l) voordoen, dient de dosis van oxaliplatin van 85 tot 65 mg/m2 gereduceerd te worden, naast de gebruikelijke dosisreducties van 5-fluorouracil.
In geval van onverklaarbare respiratoire symptomen zoals niet-productieve hoest, dyspnoe, knappen of radiologische pulmonale infiltraten, dient toediening van oxaliplatin te worden gestopt totdat verdere pulmonale onderzoeken een interstitiële longaandoening uitsluiten (zie rubriek “Bijwerkingen”).
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Bij patiënten die een eenmalige dosis van 85 mg/m2 oxaliplatin ontvingen, direct voorafgaand aan toediening van 5-fluorouracil, werden geen veranderingen in mate van blootstelling aan 5-fluorouracil waargenomen.
In vitro werd geen belangrijke verdringing van oxaliplatin van plasma-eiwitten gezien met de volgende middelen: erythromycine, salicylaten, granisetron, paclitaxel en natriumvalproaat.

Zwangerschap en borstvoeding

Tot op heden is er geen informatie beschikbaar betreffende de veiligheid van gebruik bij zwangere vrouwen.
Op grond van preklinische resultaten is oxaliplatin in de aanbevolen therapeutische dosis waarschijnlijk dodelijk en/of teratogeen voor de menselijke foetus. Oxaliplatin wordt derhalve niet aanbevolen gedurende de zwangerschap en dient alleen overwogen te worden nadat de patiënt adequaat is voorgelicht over het risico voor de foetus en de patiënt toestemming heeft gegeven.

Uitscheiding in moedermelk is niet bestudeerd. Oxaliplatin is gecontraïndiceerd bij het geven van borstvoeding.

Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken
Hierover zijn geen gegevens beschikbaar.

Bijwerkingen

De informatie over bijwerkingen werd verkregen uit klinische studies met oxaliplatin toegediend in een dosis van 85 mg/m2 elke twee weken (153 patiënten werden behandeld met oxaliplatin in monotherapie, 416 patiënten met oxaliplatin in combinatie met 5-fluorouracil/folinezuur) en uit postmarketing surveillance.

Hematopoëtisch systeem
Oxaliplatin in monotherapie (85 mg/m2 elke twee weken) veroorzaakt weinig graad 3-4 hematologische toxiciteit.
Oxaliplatin in monotherapie
Alle graden
Graad 3
Graad 4
Anemie (% patiënten)
64
<1
< 1
Neutropenie (% patiënten)
7
<1
< 1
Trombocytopenie (% patiënten)
30
3
< 1

Wanneer oxaliplatin in combinatie met 5-fluorouracil en folinezuur wordt gebruikt, ligt de incidentie van neutropenie en trombocytopenie hoger dan bij de combinatie van 5-fluorouracil en folinezuur alleen.

Oxaliplatin in combinatie met 5-fluorouracil
85 mg/m² elke 2 weken
Alle graden
Graad 3
Graad 4
Anemie (% patiënten)
82
3
< 1
Neutropenie (% patiënten)
71
28
14
Trombocytopenie (% patiënten)
72
4
< 1

Spijsverteringssysteem
Als oxaliplatin in monotherapie wordt gegeven (85 mg/m2 elke twee weken) kan het anorexia, misselijkheid, braken, diarree en pijn in de onderbuik veroorzaken. In de meerderheid van de gevallen zijn deze symptomen niet ernstig.
Oxaliplatin in monotherapie
Alle graden
Graad 3
Graad 4
Misselijkheid (% patiënten)
64
4
<1
Braken (% patiënten)
37
3
< 1
Diarree (% patiënten)
46
3
< 1
Mucositis/Stomatitis (% patiënten)
14
<1
<1

Profylaxe en/of behandeling met een krachtig anti-emeticum is geïndiceerd.
Wanneer oxaliplatin met 5-fluorouracil wordt gecombineerd (met of zonder folinezuur), nemen zowel de incidentie als de ernst van diarree en mucositis significant toe in vergelijking met therapie met 5-fluorouracil alleen.
Zeldzame gevallen van colitis, inclusief diarree door Clostridium difficile zijn gemeld.
Dehydratie, paralytische ileus, intestinale obstructie, hypokaliëmie, metabole acidose en nierinsufficiëntie kunnen veroorzaakt worden door ernstige diarree/braken, vooral wanneer oxaliplatin gecombineerd wordt met 5-fluorouracil (zie rubriek “Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”).
Oxaliplatin in combinatie met 5-fluorouracil
85 mg/m² elke 2 weken
Alle graden
Graad 3
Graad 4
Misselijkheid (% patiënten)
69
8
< 1
Braken (% patiënten)
49
6
1
Diarree (% patiënten)
61
9
2
Mucositis/Stomatitis (% patiënten)
40
4
< 1

In gerandomiseerde studies waarin de combinatie 5-fluorouracil en folinezuur werd vergeleken met de combinatie 5-fluorouracil, folinezuur en oxaliplatin was de incidentie van graad 3-4 stijging van leverenzymen in beide groepen vergelijkbaar.

Zenuwstelsel
De dosisbeperkende toxiciteit van oxaliplatin is neurologisch. Deze neurologische toxiciteit omvat een sensorische perifere neuropathie, gekenmerkt door dysesthesie en/of paresthesie van de extremiteiten al dan niet samengaand met krampen, veelal uitgelokt of verergerd door koude. Deze symptomen komen voor bij 95% van de behandelde patiënten op. De duur van de symptomen, die gewoonlijk tussen de behandelingen afnemen, neemt toe waneer de behandelingen voorgezet worden.
Het optreden van pijn of functieverlies vormt een indicatie om de dosis aan te passen of de behandeling af te breken afhankelijk van de duur van de symptomen (zie rubriek “Speciale waarschuwingen en voorzorgen voor gebruik”).
Dergelijk functieverlies, waaronder het moeite hebben met fijne bewegingen, is een mogelijk gevolg van sensorische schade. De kans op het optreden van deze aanhoudende symptomen bedraagt ongeveer 10% bij een cumulatieve dosis van 850 mg/m2 (d.w.z. 10 behandelingen) en 20% bij 1000 mg/m2 (d.w.z. 12 behandelingen). De neurologische symptomen verbeteren meestal na het staken van de behandeling.
Acute neurosensorische effecten (zie rubriek “Preklinisch veiligheidsonderzoek”) zijn gemeld.
Deze treden op binnen enkele uren na de toediening en komen meestal voor bij blootstelling aan koude. De effecten kunnen zich manifesteren als voorbijgaande paresthesie, dysesthesieën en hypo-esthesie of als een acuut syndroom van laryngofaryngeale dysesthesie. Deze acute laryngofaryngeale dysesthesie, met een geschatte incidentie tussen de 1% en 2%, wordt gekenmerkt door subjectieve gevoelens van dysfagie en dyspnoe zonder objectief bewijs voor ademhalingsmoeilijkheden (geen cyanose of hypoxie) of laryngospasme of bronchospasme (geen stridor of piepende ademhaling, “wheezing”). Spasme van de kaak en een afwijkend gevoel in de tong met mogelijk daaropvolgende dysartrie en een gevoel van druk op de borst zijn ook waargenomen. Antihistaminica en bronchodilatoren zijn weliswaar toegediend bij deze gevallen, doch het syndroom is snel reversibel, zelfs bij uitblijven van behandeling. De incidentie van dit syndroom kan verminderd worden door in volgende cycli de duur van de infusie te verlengen (zie rubriek “Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”).
Andere neurologische symptomen zoals dysartrie, verlies van diepe peesreflexen en het teken van Lhermitte zijn tijdens behandeling met oxaliplatin gemeld. Geïsoleerde gevallen van neuritis optica zijn gemeld.

Allergische reacties
Soms (in monotherapie) of vaak (in combinatie met 5-fluorouracil +/- folinezuur) anafylactische reacties met inbegrip van bronchospasme, angio-oedeem, hypotensie en anafylactische shock. Vaak zijn allergische reacties gerapporteerd als huiduitslag (met name urticaria), conjunctivitis en rhinitis.

Andere effecten
Verhoging van de leverenzymen treedt frequent op gedurende de behandeling met oxaliplatin.
Oxaliplatin in monotherapie
Alle graden
Graad 3
Graad 4
Alkalische Fosfatase
61
7
<1
Alt (Sgpt-Alat)
36
1
< 1
Ast (Sgot-Asat)
54
3
< 1
Totaal Bilirubine
13
3
2

Bij minder dan 1% van de patiënten die oxaliplatin ontvingen trad klinische ototoxiciteit op. Gevallen van doofheid zijn zelden gerapporteerd.
Verstoringen van de nierfunctie werden bij ongeveer 3% van de behandelde patiënten gerapporteerd en graad 3-4 afwijkingen bij minder dan 1% van de patiënten.

Tijdens de klinische ontwikkeling en in de periode dat oxaliplatin op de markt is, zijn er geen significante ventriculaire aritmieën gemeld bij de toediening van oxaliplatin.
Bij 1,2 % van de patiënten die oxaliplatin kregen toegediend in combinatie met 5-fluorouracil zijn graad 3 infecties gemeld. Er werden geen graad 4 infecties gemeld.
Koorts is zeer vaak gemeld, zowel geïsoleerde koorts door een immunologisch mechanisme, als koorts in het kader van een infectie (met of zonder neutropenie).

Zeldzame gevallen van immuno-allergische trombocytopenie en hemolytische anemie zijn gerapporteerd.

Zeldzame gevallen van acute interstitiële longaandoening en van pulmonale fibrose zijn gerapporteerd (zie rubriek “Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”).

Matige haaruitval is gemeld bij 2% van de patiënten die oxaliplatin in monotherapie kregen toegediend. De combinatie van oxaliplatin en 5-fluorouracil geeft geen hogere incidentie van haaruitval dan behandeling met 5-fluorouracil alleen.
Extravasatie kan lokale pijn en inflammatie veroorzaken die ernstig kan zijn en kan leiden tot complicaties, vooral wanneer het infuus met oxaliplatin via een perifere vene is toegediend (zie rubriek “Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”).

Bij minder dan 0,1% van de patiënten werd na toediening van oxaliplatin een voorbijgaande vermindering van de visusscherpte gemeld.
Dysartrie is zelden gemeld (zie subsectie “zenuwstelsel”).
Overdosering

Er is geen antidotum bekend voor een overdosering oxaliplatin. In geval van een overdosis kan verergering van de bijwerkingen worden verwacht. De hematologische parameters dienen gecontroleerd te worden en er dient een symptomatische behandeling ingesteld te worden.

FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat
Gevallen van onverenigbaarheid

• NIET GEBRUIKEN tezamen met alkalische geneesmiddelen of oplossingen (in het bijzonder: 5-fluorouracil, basische oplossingen, trometamol en producten met folinezuur die trometamol als hulpstof bevatten).
• Voor infusie NIET reconstitueren of verdunnen met een zoutoplossing.
• NIET MENGEN met andere geneesmiddelen in dezelfde infusiezak of infuuslijn (zie rubriek “instructies” met betrekking tot gelijktijdige toediening met folinezuur).
• GEEN injectie benodigdheden gebruiken die aluminium bevatten.

Houdbaarheid

Het geneesmiddel in de originele verpakking: 3 jaar
De gereconstitueerde oplossing in de originele flacon:
Gezien vanuit microbiologisch en chemisch standpunt dient de gereconstitueerde oplossing onmiddellijk te worden verdund.

Bereiding van het infuus:

Chemische en fysische stabiliteit gedurende 24 uur is aangetoond bij 2-8°C.
Gezien vanuit microbiologisch standpunt dient het bereide infuus onmiddellijk te worden gebruikt.
Indien het infuus niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de bewaarcondities en de omstandigheden voor gebruik onder verantwoordelijkheid van de bereider en zouden normaliter niet langer moeten duren dan 24 uur bij 2-8°C, tenzij bereiding van de oplossing onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities heeft plaatsgevonden.

Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Geneesmiddel in de originele verpakking: geen speciale maatregelen.

Gereconstitueerde oplossing dient onmiddellijk gebruikt te worden. Bereid infuus niet langer dan 24 uur bewaren bij 2-8ºC.
De bereide oplossing voor infusie visueel inspecteren. Alleen heldere oplossingen zonder neerslag mogen worden gebruikt.
Het geneesmiddel is alleen bestemd voor eenmalig gebruik. Ongebruikte oplossing dient vernietigd te worden.

Aard en inhoud van de verpakking
24 ml glazen flacon met een dop van chlorobutyl elastomeer, bevattend 20 mg oxaliplatin.
36 ml glazen flacon met een dop van chlorobutyl elastomeer, bevattend 50 mg oxaliplatin.
50 ml glazen flacon met een dop van chlorobutyl elastomeer, bevattend 100 mg oxaliplatin.

Instructies voor gebruik en verwerking

Net als bij andere potentieel toxische stoffen dient het verwerken en prepareren van oxaliplatin-oplossingen met voorzichtigheid te gebeuren.

Instructies voor het hanteren:

Bij het hanteren van dit cytotoxische middel door verplegend en medisch personeel zijn alle voorzorgsmaatregelen nodig om de bescherming van de persoon en de omgeving te garanderen.
De bereiding van de oplossingen voor injectie van cytotoxische middelen moet uitgevoerd worden door opgeleid, gespecialiseerd personeel met kennis van de gebruikte geneesmiddelen en onder omstandigheden die de bescherming garanderen van het milieu en in het bijzonder van het personeel dat met deze geneesmiddelen omgaat.
Er dient hiervoor een speciale ruimte beschikbaar te zijn. Het is verboden in deze ruimte te roken, eten of drinken.
Het personeel dient uitgerust te worden met geschikt beschermend materiaal, waaronder met name jassen met lange mouwen, beschermingsmaskers, beschermende hoofddeksels, beschermingsbrillen, steriele wegwerphandschoenen, beschermende bedekking voor de werkruimte, afvalbakken en afvalzakken.
Met excreta en braaksel dient zorgvuldig te worden omgegaan.
Zwangere vrouwen moeten gewaarschuwd worden om niet met cytotoxische stoffen om te gaan.
Een beschadigde afvalbak moet met dezelfde voorzorgmaatregelen gehanteerd worden als besmet afval zie onder bij paragraaf “Afvalverwerking”.
Besmet afval dient verbrand te worden in geëigende containers van hard materiaal, voorzien van een etiket. Indien het oxaliplatin-concentraat, de gereconstitueerde oplossing of de infuusvloeistof met de huid in aanraking komt, dient men de huid onmiddellijk te wassen en grondig met water af te spoelen.

Indien het oxaliplatin-concentraat, de gereconstitueerde oplossing of de infuusvloeistof met de slijmvliezen in aanraking komt, dient men de slijmvliezen onmiddellijk te wassen en grondig met water af te spoelen.

SPECIALE VOORZORGEN BIJ DE TOEDIENING

• Gebruik GEEN injectiemateriaal dat aluminium bevat.
• NIET onverdund toedienen.
• Voor infusie NIET reconstitueren of verdunnen met een zoutoplossing.
NIET mengen met enige andere medicatie in dezelfde infuuszak en NIET gelijktijdig met andere medicatie in dezelfde infuuslijn toedienen (in het bijzonder niet met 5-fluorouracil, basische oplossingen, trometamol en producten met folinezuur die trometamol als hulpstof bevatten).

Oxaliplatin kan tegelijk met folinezuur worden toegediend indien er gebruik wordt gemaakt van een Y-lijn, die onmiddellijk voor de plaats van de injectie aangebracht dient te worden. De geneesmiddelen mogen niet in dezelfde infuuszak gecombineerd worden. Folinezuur dient verdund te worden met isotone infusie-oplossingen zoals een 5% glucose oplossing maar NIET met natriumchloride oplossingen of alkaline oplossingen.
• • Na toediening van oxaliplatin de lijn spoelen.
• ALLEEN de aanbevolen oplosmiddelen gebruiken (zie onder).
• Een gereconstitueerde oplossing die tekenen van neerslag vertoont, mag niet worden gebruikt en moet vernietigd worden.

Reconstitutie van de oplossing
• Om de oplossing te reconstitueren, dient water voor injectie of 5% glucose-oplossing gebruikt te worden.
• Bij gebruik van een flacon à 20 mg: voeg 4 ml oplosmiddel toe om een oplossing van 5 mg oxaliplatin per ml te bereiken.
• Bij gebruik van een flacon à 50 mg: voeg 10 ml oplosmiddel toe om een oplossing van 5 mg oxaliplatin per ml te bereiken.
• Bij gebruik van een flacon à 100 mg: voeg 20 ml oplosmiddel toe om een oplossing van 5 mg oxaliplatin per ml te bereiken.

Gezien vanuit microbiologisch en chemisch standpunt dient de gereconstitueerde oplossing onmiddellijk te worden verdund met een 5% glucose-oplossing.
De bereide oplossing voor infusie visueel inspecteren. Alleen heldere oplossingen zonder neerslag mogen worden gebruikt.
Het geneesmiddel is alleen bestemd voor eenmalig gebruik. Ongebruikte oplossing dient vernietigd te worden.

Verdunning voor infusie
Onttrek de gewenste hoeveelheid gereconstitueerde oplossing aan de flacon(s) en verdun vervolgens met 250 tot 500 ml van een 5% glucose-oplossing om een concentratie oxaliplatin te verkrijgen van niet minder dan 02 mg/ml.
Toedienen door middel van een intraveneus infuus.
Chemische en fysische stabiliteit is gedurende 24 uur bij 2-8°C aangetoond.
Gezien vanuit microbiologisch standpunt dient de verdunning voor infusie onmiddellijk te worden gebruikt.
Indien het infuus niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de bewaarcondities en de omstandigheden voor gebruik onder verantwoordelijkheid van de bereider en zouden normaliter niet langer moeten zijn dan 24 uur bij 2-8°C, tenzij de bereiding van de verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities heeft plaatsgevonden
De bereide oplossing voor infusie visueel inspecteren. Alleen heldere oplossingen zonder neerslag mogen worden gebruikt.
Het geneesmiddel is alleen bestemd voor éénmalig gebruik. Ongebruikte oplossing dient vernietigd te worden.
NOOIT natriumchloride gebruiken voor reconstitutie of verdunning.

Het infuus

Voor de toediening van oxaliplatin is geen prehydratie vereist.
Oxaliplatin, verdund in 250 tot 500 ml 5% glucose-oplossing om een concentratie van niet minder dan 0,2 mg/ml te verkrijgen, dient of via een perifere vene of via een centraal veneuze lijn gedurende 2 tot 6 uur geïnfundeerd te worden.
Als oxaliplatin met 5-fluorouracil wordt gegeven, dient het infuus met oxaliplatin vooraf te gaan aan het infuus met 5-fluorouracil.

Afvalverwerking

Zowel de restanten van het medicinale product als ook alle andere materialen die gebruikt zijn voor reconstitutie, verdunning of toediening dienen vernietigd te worden volgens de standaardprocedures van het ziekenhuis die van toepassing zijn op cytotoxische agentia met inachtneming van de huidige wetten met betrekking tot de vernietiging van besmet afval.

HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sanofi~Synthélabo B.V.
Govert van Wijnkade 48
3144 EG MAASSLUIS
tel. 010 – 59 31 300

NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

In het register ingeschreven onder
RVG nummer 24195

DATUM VAN GOEDKEURING / VERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Laatste gedeeltelijke herziening: 29 april 2004 betreft 4.1, 4.2, 4.4, 4.8, 5.1 en 5.2.

10/13 bijsluiter Eloxatin 29 april2004
ELOXATIN®
PRODUCTINFORMATIE VOOR DE PATIËNT

INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Lees deze informatie altijd eerst door voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken. Er staat belangrijke informatie in over hoe dit geneesmiddel veilig en op de juiste manier wordt gebruikt.

HOE ZIET ELOXATIN® ERUIT EN WAARUIT IS HET SAMENGESTELD?
ELOXATIN® is een poeder voor oplossing voor infusie en bevat als actief bestanddeel oxaliplatin. Lactosemonohydraat is toegevoegd als hulpstof. Het poeder voor oplossing voor infusie wordt met een oplosmiddel gemengd tot een oplossing van 5 mg oxaliplatin per ml.

ELOXATIN® is beschikbaar in glazen flacons van 20, 50 en 100 mg.

HOE WERKT ELOXATIN®?

Oxaliplatin, de werkzame stof in ELOXATIN®, is een geneesmiddel dat bij kanker wordt gebruikt. Het bindt aan het genetisch materiaal van kankercellen waardoor deze ten gronde gaan.

ELOXATIN® WORDT IN DE HANDEL GEBRACHT DOOR:
Sanofi~Synthelabo B.V.
Govert van Wijnkade 48
3144 EG MAASSLUIS
tel. 010 – 59 31 300

WAARVOOR GEBRUIKT UW ARTS ELOXATIN®?
ELOXATIN® wordt gebruikt ter behandeling van kanker van de dikke darm en van het rectum (dit is het laatste deel van de dikke darm). ELOXATIN® wordt in combinatie met andere middelen gebruikt.

BELANGRIJK!
WANNEER MAG U ELOXATIN® NIET GEBRUIKEN?

ELOXATIN® mag niet worden gebruikt in de volgende gevallen:
• Bij bekende overgevoeligheid voor oxaliplatin.
• Bij het geven van borstvoeding.
• Bij patiënten die te weinig witte bloedlichaampjes of te weinig bloedplaatjes hebben.
• Bij aanwezigheid van stoornissen in het gevoel en daarmee ook in het gebruik van armen en benen (handen en voeten).
• Bij ernstige stoornissen in de nierfunctie.

Indien u twijfelt, is het belangrijk om uw arts of apotheker om advies te vragen.

WAAR DIENT U VERDER OP TE LETTEN?

• Uw aandoening en deze behandeling kunnen het aantal bloedcellen verminderen. Uw bloed zal regelmatig gecontroleerd worden, dit is nodig om de behandeling te volgen.
• Bij gebruik van dit product zijn effecten op de zenuwen in armen en benen waargenomen, in het bijzonder bij blootstelling aan koude (bijvoorbeeld bij een plotselinge temperatuursverandering).

Deze effecten verminderen snel na het stoppen van de behandeling. Verder kunnen gevoelsstoornissen rond de mond of in de keel optreden, tijdens of in de uren na de behandeling. Deze verdwijnen altijd volledig. Ze kunnen ook optreden na blootstelling aan koude (bijvoorbeeld bij het drinken van koude dranken). U dient daarom alle abnormale gevoelens van pijn of tintelingen in de vingers, voeten of keel aan u arts te melden.
• Oxaliplatin mag niet door zwangere vrouwen gehanteerd worden.
• Uw arts kan u andere geneesmiddelen voorschrijven om het optreden van misselijkheid en braken te voorkomen.
• U dient uw arts op de hoogte te brengen bij het optreden van ontsteking van het slijmvlies of van het mondslijmvlies.

Indien u twijfelt, vraag dan uw arts of apotheker om advies.

GEBRUIK BIJ ZWANGERSCHAP EN IN DE PERIODE DAT U BORSTVOEDING GEEFT
ELOXATIN® mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap of in de periode dat u borstvoeding geeft. ELOXATIN® is schadelijk voor het ongeboren kind.

MAG U DEELNEMEN AAN HET VERKEER OF MACHINES BEDIENEN?
Niet van toepassing.

KAN ELOXATIN® IN COMBINATIE MET ANDERE GENEESMIDDELEN OF VOEDINGSMIDDELEN WORDEN GEBRUIKT?

Gelijktijdig gebruik van ELOXATIN® en andere geneesmiddelen gaat niet altijd samen.
Het is belangrijk dat u regelmatig uw arts of apotheker op de hoogte brengt van andere geneesmiddelen die u eventueel gebruikt.

DOSERING

ELOXATIN® is alleen bestemd voor gebruik bij volwassenen.
De dosering zal door uw arts vastgesteld worden.
De aanbevolen dosering bedraagt 85 mg per m2 lichaamsopppervlakte elke 2 weken.

ELOXATIN® wordt gewoonlijk toegediend via een infuus en een bloedvat in de arm, met een inlooptijd van 2 tot 6 uur.
De tijdstippen van toediening worden door uw arts vastgesteld. Gewoonlijk wordt het infuus één keer per twee weken herhaald.

OVERDOSERING

In geval van een overdosering zal uw arts de behandeling stoppen en maatregelen nemen om uw toestand goed te volgen en eventuele symptomen te behandelen.

BIJWERKINGEN

• De meest voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, braken en diarree, als ook veranderingen van het gevoel in de ledematen, ontstaan of verergerend door blootstelling aan koude. Als u een tintelend gevoel of pijn in de vingers of voeten krijgt, waarschuw dan direct uw arts. Ook een gevoel van kramp of gevoelsstoornissen in mond of keel dienen aan de arts gemeld te worden.
• Andere ongewenste effecten kunnen worden veroorzaakt door een tijdelijke vermindering van de bloedcellen. Dit kan aanleiding geven tot bloedarmoede (tekort aan rode bloedcellen), abnormaal bloeden of blauwe plekken (tekort aan bloedplaatjes) of infecties die soms ernstig zijn (tekort aan witte bloedcellen). Indien u deze symptomen ervaart, dient u dit direct aan uw arts te melden.

Tijdens het gebruik van oxaliplatin zal uw bloed regelmatig gecontroleerd worden.
• Koorts, die in het algemeen matig is, kan gedurende de behandeling optreden.
• Ontsteking van het slijmvlies of het mondslijmvlies kan optreden en dient aan de arts gemeld te worden.
• Allergische reacties, waaronder huiduitslag, oogbindvliesontsteking (conjunctivitis) en neusslijmvliesontsteking (rhinitis), en zeldzame gevallen van onwelbevinden tijdens het infuus, zijn gemeld.
• Verder zijn zeldzame gevallen gemeld van gehoorbeschadiging (niet ernstig), voorbijgaande vermindering van het gezichtsvermogen (indien dit optreedt, waarschuw dan onmiddellijk uw arts), verandering van nierfunctie en haaruitval.

Informeer uw arts of apotheker als u enig ander ongewenst effect ervaart dat niet in deze brochure vermeld staat.

Als u gedurende de behandeling met oxaliplatin enige verandering in uw algemene gezondheidstoestand of welbevinden ervaart, aarzelt u dan niet om dit met uw arts te bespreken.

HOE MOET U ELOXATIN® BEWAREN EN HOE LANG IS HET HOUDBAAR?

ELOXATIN® is in de originele verpakking 3 jaar houdbaar.
Een oplossing met oxaliplatin die een neerslag vertoont, dient vernietigd te worden.

Bewaar geneesmiddelen altijd buiten bereik van kinderen.

Laatste gedeeltelijke herziening: 29 april 2004 betreft 4.1, 4.2, 4.4, 4.8, 5.1 en 5.2.