BIJSLUITER

Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens dit geneesmiddel te gebruiken.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem nog een keer nodig.
- Raadpleeg uw arts of apotheker, als u aanvullende vragen heeft.
- Dit geneesmiddel is alleen aan u voorgeschreven. Geef het dus niet door aan iemand anders. Het kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als ze dezelfde verschijnselen hebben als u.

In deze bijsluiter:

1. Wat is Fuzeon en waarvoor wordt het gebruikt
2. Wat u moet weten voordat u Fuzeon gebruikt
3. Hoe wordt Fuzeon gebruikt (zie rubriek 6 voor verdere aanwijzingen voor het gebruik van Fuzeon)
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Fuzeon
6. Aanvullende informatie

Hoe wordt Fuzeon gebruikt

Fuzeon 90 mg/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Enfuvirtide

- De werkzame stof is enfuvirtide.
- Na reconstitutie met het bijgeleverde oplosmiddel bevat 1 ml
gereconstitueerde oplossing 90 mg enfuvirtide.

- De andere bestanddelen zijn:
Poeder
Natriumcarbonaat (anhydraat)
Mannitol
Natriumhydroxide
Zoutzuur
Oplosmiddel
Water voor injecties

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Roche Registration Limited
40 Broadwater Road
Welwyn Garden City
Hertfordshire, AL7 3AY
Verenigd Koninkrijk

De fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Hoffmann-La Roche AG
Emil-Barell-Str. 1,
D-79639 Grenzach-Wyhlen
Duitsland

1. WAT IS FUZEON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT

Hoe wordt Fuzeon geleverd

Fuzeon poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie wordt geleverd in een doos met:

60 flacons Fuzeon 60 flacons water voor injecties dat gebruikt wordt om het Fuzeon poeder op te lossen
60 3 ml injectiespuiten
60 1 ml injectiespuiten
180 alcoholdoekjes

Dit pakket bevat alle benodigdheden om Fuzeon klaar te maken en om Fuzeon gedurende 30 dagen te injecteren.

Fuzeon is ook verkrijgbaar in een doos met 60 flacons Fuzeon en 60 flacons water voor injecties.

Wat Fuzeon is

Fuzeon remt het binnendringen van het humane immunodeficiëntie virus (HIV) in die cellen in uw bloed die door HIV worden aangevallen (CD4- of T-cellen genoemd). Fuzeon voorkomt dat HIV contact maakt met het betreffende celmembraan. Dit betekent dat HIV de cel niet binnen kan komen en zich niet kan vermenigvuldigen.

HIV heeft namelijk het DNA in de gastheercel nodig om te vermenigvuldigen.

Wanneer wordt Fuzeon gebruikt

Fuzeon wordt in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen gebruikt door personen die geïnfecteerd zijn met HIV, het virus dat AIDS veroorzaakt. Uw arts heeft u Fuzeon voorgeschreven om uw HIV-infectie onder controle te houden. Fuzeon biedt geen genezing voor HIV-infectie.

Gebruik of deel nooit vuile naalden.

2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U FUZEON GEBRUIKT

Gebruik Fuzeon niet:

- als u overgevoelig (allergisch) bent voor enfuvirtide of voor één van de andere bestanddelen van Fuzeon.

Pas goed op met Fuzeon:

Vertel het uw arts

- wanneer u een andere medische aandoening heeft
- wanneer u andere geneesmiddelen neemt ook wanneer het geneesmiddelen betreft die niet door uw arts zijn voorgeschreven.
- wanneer u in het verleden een longziekte heeft gehad; momenteel intraveneuze drugs gebruikt of heeft gebruikt; een roker bent
- wanneer u een voorgeschiedenis van nierproblemen heeft.

Fuzeon vermindert niet het risico van overdracht van HIV naar anderen door seksueel contact of bloedbesmetting. Het is belangrijk om door te blijven gaan met de juiste voorzorgen om de overdracht van HIV naar anderen te voorkomen. Fuzeon biedt geen genezing voor HIV-infectie.

Bij sommige patiënten met voortgeschreden HIV-infectie (AIDS) die al eens opportunistische infecties hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-HIV-therapie, tekenen en symptomen voordoen van een ontsteking door voorgaande infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het
lichaam in staat is zich teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen,
al waren. Licht onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt.

Gebruik van Fuzeon met voedsel en drank:
Het is niet nodig om Fuzeon met of zonder voedsel te nemen, maar u moet nog steeds de aanwijzingen voor het gebruik uit de bijsluiters van uw andere anti-HIV-geneesmiddelen opvolgen.

Zwangerschap en borstvoeding:

Zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven, dienen Fuzeon niet te gebruiken tenzij specifiek aangegeven door hun arts. Vertel het uw arts onmiddellijk wanneer u zwanger bent of denkt te zijn of als u een baby borstvoeding geeft. Het wordt niet aanbevolen dat HIV-geïnfecteerde
vrouwen hun zuigelingen borstvoeding geven vanwege de mogelijkheid dat uw baby met HIV geïnfecteerd kan raken via uw moedermelk. Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel gebruikt.

Rijvaardigheid en bediening van machines:

Fuzeon is niet specifiek getest op de mogelijke effecten op uw rijvaardigheid of bediening van machines. Indien u zich echter duizelig voelt terwijl u Fuzeon gebruikt, moet u niet rijden.

Gebruik van Fuzeon samen met andere geneesmiddelen:

Licht uw arts of apotheker in als u andere geneesmiddelen gebruikt of onlangs heeft gebruikt, ook als het geneesmiddelen betreft, waarvoor geen voorschrift noodzakelijk is. Het is aangetoond dat Fuzeon geen interactie heeft met uw andere anti-HIV-middelen of rifampicine (een antibioticum).

3. HOE WORDT FUZEON GEBRUIKT

Volg bij gebruik van Fuzeon nauwgezet de instructies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of uw apotheker.

De gebruikelijke dosis is 90 mg tweemaal daags, gegeven als een 1 ml subcutane (net onder de huid) injectie.

Zie rubriek 6 van deze bijsluiter voor verdere aanwijzingen voor het gebruik van Fuzeon. In rubriek 6 vindt u aanwijzingen voor het klaarmaken van Fuzeon en aanwijzingen hoe u zichzelf een injectie moet geven.

Wat u moet doen als u meer van Fuzeon heeft gebruikt dan u zou mogen:

Er is geen specifiek tegengif tegen een overdosering met Fuzeon. Als u meer neemt dan de aanbevolen dosis dient u uw arts te raadplegen.

Wat u moet doen als u Fuzeon vergeet te gebruiken:

Neem de dosis zodra u het zich herinnert en neem daarna uw volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip. Neem de vergeten dosis niet als het minder dan 6 uur vóór het tijdstip is waarop u uw volgende gebruikelijke dosis gaat nemen. Neem nooit een dubbele dosis om een overgeslagen dosis in te halen.

4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN

Zoals alle geneesmiddelen kan Fuzeon bijwerkingen hebben.

In klinische onderzoeken werd pneumonie vaker gezien bij patiënten die behandeld werden met Fuzeon. Het is belangrijk voor u dat u het uw arts vertelt wanneer u moet hoesten en een hoge temperatuur heeft, een erg snelle ademhaling heeft en/of kortademig bent. Deze symptomen kunnen betekenen dat u een longontsteking aan het ontwikkelen bent.
Overgevoeligheid (allergie) voor Fuzeon is zeldzaam. Als u echter symptomen ontwikkelt die doen vermoeden dat u allergisch bent voor dit geneesmiddel dan moet u direct stoppen met het gebruiken en het uw arts zo snel mogelijk vertellen. Symptomen waar u op moet letten zijn huiduitslag, een hoge
temperatuur of koude rillingen, een gevoel van misselijkheid of misselijk zijn, zweten en beven. Deze symptomen betekenen niet dat u zeker allergisch bent voor dit geneesmiddel maar u moet ze bespreken met uw arts.

De meest voorkomende bijwerkingen die u kunt ervaren wanneer u Fuzeon neemt, zijn reacties op de plaats op het lichaam waar u zichzelf de injectie gegeven heeft. U zult waarschijnlijk 1 of meerdere van de volgende milde tot matige reacties ervaren op de plaats waar u uw geneesmiddel injecteert:
jeuk, zwelling, roodheid, pijn of drukpijn, verharde huid of bulten. Deze reacties kunnen optreden tijdens de eerste week van de behandeling en worden in het algemeen niet erger met voortgaand gebruik van Fuzeon. Reacties op een individuele injectieplaats duren meestal korter dan 7 dagen.
Reacties op de injectieplaats kunnen erger zijn wanneer injecties herhaald worden op dezelfde plaats op het lichaam of wanneer de injectie dieper wordt gegeven dan de bedoeling is (bijvoorbeeld in een spier).
U moet zich ervan bewust zijn dat reacties op de injectieplaats een vaak voorkomende bijwerking van het gebruik van Fuzeon is. Wanneer u reacties op de injectieplaats ervaart, is het belangrijk dat u niet stopt met het gebruik van Fuzeon voordat u met uw arts heeft gesproken over de zorgen die u zich
maakt.
In zeldzame gevallen ervaren patiënten een infectie op een individuele injectieplaats. Om het risico van infectie te verminderen, is het belangrijk dat u de Fuzeon aanwijzingen voor injectie, zoals verderop aangegeven, opvolgt.
De bijwerkingen die het meest frequent gemeld zijn, exclusief de reacties op de injectieplaats, zijn diarree en misselijk voelen, bij patiënten behandeld met antiretrovirale therapie zowel met als zonder Fuzeon.

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen zijn pijn en gevoelloosheid van handen, voeten of benen en gewichtsverlies.

Vaak voorkomende bijwerkingen zijn bijholteontsteking, plaatselijke zwellingen op de huid, pneumonie, ‘griep’, oorinfectie, gezwollen klieren, verminderde eetlust, gebrek aan eetlust, verhoogde vetconcentratie in het bloed, diabetes, angstgevoelens of geïrriteerdheid, nachtmerries, duizeligheid, concentratiestoornissen, tremor (rillingen), ontstoken oogleden, neusbloeding, ontsteking van de alvleesklier, zure oprispingen, droge huid, eczeem, rood worden van de huid, acne, spierpijn, nierstenen, ‘griepachtige’ symptomen, zwak voelen en bloed in de urine.

Als u bijwerkingen constateert die niet in deze bijsluiter worden vermeld, licht dan uw arts of apotheker in.

5. HOE BEWAART U FUZEON

Houd buiten het bereik en het zicht van kinderen.

Voor de flacons met Fuzeon of flacons met water voor injecties is er geen speciale bewaartemperatuur.
Zodra de oplossing eenmaal klaargemaakt is voor uw injectie, moet deze onmiddellijk worden gebruikt. Indien de oplossing niet onmiddellijk wordt gebruikt, moet deze bewaard worden in een koelkast bij 2 °C - 8 °C en binnen 24 uur worden gebruikt. Bewaar de flacon in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik Fuzeon niet als u deeltjes in het poeder of de oplossing constateert nadat het water voor injecties toegevoegd is. Gebruik ook het water voor injecties niet indien u deeltjes in de flacon ziet of als het water troebel is.
Niet gebruiken na de uiterste op het etiket van ofwel de Fuzeon flacons of de water voor injecties flacons vermelde gebruiksdatum.

6. AANVULLENDE INFORMATIE

HOE WORDT FUZEON GEBRUIKT

Volg bij gebruik van Fuzeon nauwgezet de instructies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of uw apotheker.
De gebruikelijke dosering is 90 mg tweemaal daags, gegeven als een subcutane (net onder de huid) injectie in bovenarm, dijbeen of buik. Iedere injectie dient gegeven te worden op een andere plaats dan de voorgaande injectie en nooit op een plaats waar nog een injectieplaatsreactie van een eerdere dosis
optreedt. U moet uw geneesmiddel niet injecteren in moedervlekken, littekenweefsel, blauwe plekken of in uw navel.

Wanneer Fuzeon te gebruiken

Het is het beste om Fuzeon indien mogelijk iedere dag op hetzelfde tijdstip te nemen. Probeer de doses gelijkmatig te verdelen zoals het u het beste uitkomt. Geschikte tijdstippen zijn, ‘s morgens direct na het opstaan en opnieuw in de avond.

De volgende informatie geeft u een eerste stap-voor-stap richtlijn om uw geneesmiddel te injecteren.

Neem contact op met uw arts of apotheker als u vragen heeft over de toediening van Fuzeon.

Hoe lang moet u Fuzeon blijven nemen*

U moet Fuzeon blijven nemen totdat uw arts u vertelt om te stoppen. Wanneer u stopt en uw behandeling met Fuzeon onderbreekt, kan dit als gevolg hebben dat het HIV in uw bloed eerder resistent wordt voor Fuzeon dan wanneer u het regelmatig en zonder onderbrekingen neemt. Het HIV-virus in uw bloed kan uiteindelijk resistent worden voor Fuzeon en de hoeveelheid virus in uw bloed
kan beginnen te stijgen. Dan kan uw arts besluiten om u niet langer te behandelen met Fuzeon. Uw arts dient dat tegen die tijd met u te bespreken.
Wat te doen als u linkshandig bent De afbeeldingen in deze bijsluiter tonen mensen die rechtshandig zijn. Indien u linkshandig bent, doe dan wat u het gemakkelijkste lijkt. U vindt het waarschijnlijk het gemakkelijkste om de spuit in uw linkerhand te houden en de flacon tussen duim en wijsvinger van uw rechterhand te houden.

Wanneer heeft u hulp nodig

Bepaalde injectieplaatsen, zoals de bovenarm, kunnen in het begin moeilijk te gebruiken zijn. Zorg dat uw partner, een vriend(in) of familielid aanwezig is als u hulp nodig heeft. Zorg dat degene die u helpt een injectie instructie bijwoont, gegeven door uw gezondheidszorgverlener, om het risico van
verwondingen met de naald te verminderen.

Uw spuiten

De spuiten die met het geneesmiddel meegeleverd worden, hebben een oranje naaldbeschermhuls die aan de naald vastzit. Deze beschermhuls bedekt de naald na gebruik en vermindert het risico op verwondingen door de naald.
Alhoewel deze spuiten deze veiligheidseigenschappen hebben, blijft het belangrijk dat u de gebruikte spuiten op de juiste manier weggooit volgens de instructies, gegeven door uw gezondheidszorgverlener.

Veiligheidstips

* Was uw handen grondig om het risico van bacteriële infecties te verminderen. Raak niets aan behalve het geneesmiddel en de daarbij behorende benodigdheden.
* Raak de naald niet aan tijdens handelingen met de spuit. Raak de bovenkanten van de flacons niet aan nadat u ze heeft schoongemaakt met alcoholdoekjes.
* Overtuig u ervan dat geen van de benodigdheden in de doos geopend zijn geweest. Gebruik geen materialen die geopend zijn geweest.
* Gebruik nooit een spuit met een naald die verbogen of beschadigd is.
* Meng uw geneesmiddel nooit met kraanwater.
* Injecteer uw geneesmiddel nooit samen met andere injecteerbare geneesmiddelen.
* De enige aanbevolen manier van injecteren is subcutaan (onder de huid). Fuzeon mag niet intraveneus (direct in de aderen) of intramusculair (direct in uw spieren) gegeven worden.
* Gooi gebruikte spuiten in uw daarvoor bestemde naaldencontainer met een deksel voor veilige verwijdering van afvalmaterialen. Raadpleeg uw arts indien u vragen heeft over de veilige verwijdering van de materialen.

BEGINNEN

Het verzamelen van de materialen
Verzamel alle onderstaande materialen
* 1 flacon Fuzeon (glazen flacon met wit poeder erin)
* 1 flacon water voor injecties (glazen flacon met heldere en kleurloze vloeistof erin)
* 1 spuit van 3 ml (grotere spuit) met een 25 mm naald
* 1 spuit van 1 ml (kleinere spuit) met een 13 mm naald
* 3 alcoholdoekjes
* Een alleen hiervoor bedoelde naaldencontainer met een deksel voor de veilige verwijdering van de afvalmaterialen

Open de verpakkingen van de spuiten en verwijder de afwipdopjes
* Gooi de verpakkingen en afwipdopjes bij het afval
* Plaats de spuiten en flacons op een schoon oppervlak

Was uw handen grondig

* Raak niets aan nadat u uw handen heeft gewassen, behalve de injectiebenodigdheden en de injectieplaats

Schoonmaken van de bovenkant van de flacons

* Veeg de rubber stop van iedere flacon af met een nieuw alcoholdoekje. Laat de bovenkanten drogen aan de lucht.
* Zorg ervoor dat u de rubber stoppen niet meer aanraakt nadat u ze heeft schoongemaakt. Als u ze aanraakt, maak ze dan opnieuw schoon.

MENGEN VAN FUZEON

Opzuigen van water voor injecties

Pak de grote 3 ml spuit. Druk met uw wijsvinger de oranje naaldbeschermhuls in de richting van de spuit.
Om er zeker van te zijn dat de naald vastzit, houdt u het doorzichtige plastic dopje vast en draait hiermee de naald voorzichtig met de klok mee vast. Niet te hard draaien want de naald kan los raken.
Om het doorzichtige plastic dopje te verwijderen, drukt u het naar de spuit toe en dan trekt u het dopje eraf.
Zuig 1,1 ml lucht op.
Steek de naald van de spuit in de rubber stop van de flacon met water voor injecties en duw op de zuiger waardoor u lucht injecteert.
Draai de flacon ondersteboven. Zorg ervoor dat de punt van de naald altijd onder het oppervlakte van het water voor injecties is. Dit helpt te voorkomen dat er luchtbellen in de spuit komen.
Trek voorzichtig de zuiger op tot het water de 1,1 ml markering bereikt. De flacon bevat een overmaat water voor injecties (2 ml); u hoeft slechts 1,1 ml hiervan op te zuigen voor de bereiding van uw geneesmiddel.
* Tik zachtjes tegen de spuit om de luchtbellen naar boven te laten stijgen.
Als er teveel lucht in de spuit komt, duw dan zachtjes op de zuiger om de lucht terug in de flacon te spuiten en trek opnieuw water op. Zorg ervoor dat u 1,1 ml water voor injecties in de spuit heeft.
* Haal de naald uit de flacon. Zorg ervoor dat u nooit de naald aanraakt met uw vingers of een ander voorwerp.
* Gooi de flacon bij het afval. De flacon met oplosmiddel is slechts bedoeld voor eenmalig gebruik. De resterende hoeveelheid water voor injecties in de flacon met oplosmiddel moet, na opzuigen van de hoeveelheid nodig voor het oplossen van het poeder, weggegooid worden.
Water voor injecties bij Fuzeon poeder spuiten
* Tik zachtjes tegen de flacon met Fuzeon om het poeder los te maken
* Houd de met water gevulde spuit vast en duw de naald onder een kleine hoek door de rubber stop van de flacon.
Duw zachtjes op de zuiger van de spuit. Laat het water langzaam langs de binnenkant van de flacon stromen. Zorg ervoor dat u het water niet krachtig in het poeder spuit, want dit kan schuim veroorzaken. Als het gaat schuimen, kan het langer duren totdat het poeder volledig is opgelost.
* Nadat al het steriele water voor injecties aan de flacon met Fuzeon is toegevoegd, verwijdert u de spuit uit de flacon.
* Houd de cilinder van de spuit in één hand en druk zachtjes de oranje naaldbeschermhuls naar beneden op een vlakke ondergrond totdat de huls de naald bedekt. U hoort een klik. Gebruik niet uw vrije hand om de huls over de naald te drukken.
* Gooi de spuit weg in de naaldencontainer
Mengen van het water met het Fuzeon poeder
* Tik zachtjes met de top van uw vinger tegen de flacon totdat het poeder begint op te lossen.
Schud of kantel de flacon nooit om te mengen. Dit veroorzaakt overmatig schuimen. Nadat het poeder begint op te lossen, zet u de flacon aan de kant om het poeder volledig te laten oplossen. Het kan 45 minuten duren totdat het poeder volledig in de oplossing is opgelost. De flacon mag ook voorzichtig tussen uw handen gerold worden na het toevoegen van het water
voor injecties totdat het volledig is opgelost en dit kan de tijd, die nodig is voor het oplossen van het poeder, verkorten.
* Als u per ongeluk de rubber stop aanraakt, veeg deze dan weer af met een nieuw alcoholdoekje.
* Zorg ervoor dat het poeder volledig is opgelost en laat eventueel gevormde luchtbellen opstijgen. Als er nog steeds luchtbellen zijn, tik dan zachtjes tegen de flacon om ze te laten opstijgen.
* Evenals bij alle injecteerbare geneesmiddelen is het belangrijk om de oplossing te controleren op de aanwezigheid van deeltjes. Als u enige deeltjes waarneemt in de oplossing gebruik deze dan niet. U moet dan de flacon weggooien in de daarvoor bestemde naaldencontainer met deksel of terugbrengen naar de apotheek. Begin opnieuw met een nieuwe flacon met Fuzeon poeder.
* Zodra een dosis is gemengd met water voor injecties, moet deze onmiddellijk gebruikt worden, of in de koelkast bewaard en binnen 24 uur gebruikt worden. Laat de oplossing weer op kamertemperatuur komen voordat u deze gaat gebruiken.
* Indien u uw beide dagelijkse doses tegelijkertijd klaarmaakt, zorg er dan voor dat u voor iedere dosis nieuwe spuiten, nieuw water voor injecties en nieuwe Fuzeon gebruikt.

KLAARMAKEN VOOR DE INJECTIE

Waar kunt u injecteren
Injectieplaatsen kunnen zijn buik, bovendijbeen en bovenarm. Iedere injectie dient gegeven te worden op een andere plaats dan de voorgaande injectie en nooit op een plaats waar nog een injectieplaatsreactie van een eerdere dosis optreedt. U moet uw geneesmiddel niet injecteren in moedervlekken, littekenweefsel, blauwe plekken of in uw navel.
Kies een plaats in een ander gebied dan de plaats die u heeft gebruikt voor uw vorige injectie en waar op dit moment geen injectieplaatsreactie is opgetreden. (Voel met de toppen van uw vingers of er harde plekjes zijn). Het is veel beter deze gebieden te vermijden. Vermijd ook gebieden waar irritatie door uw riem of rand van uw kleding kan optreden.
Het schoonmaken van de injectieplaats
Maak de huid voor de injectie schoon met een alcoholdoekje. Begin in het midden, oefen druk uit en maak met een draaibeweging naar buiten toe schoon. Laat het aan de lucht drogen.

Fuzeon opzuigen in de 1 ml spuit
* Veeg de bovenkant van de Fuzeon flacon af met een nieuw alcoholdoekje
Neem nu de kleine 1 ml spuit. Druk met uw wijsvinger de oranje naaldbeschermhuls in de richting van de spuit.
Om het doorzichtige plastic dopje te verwijderen, drukt u het naar de spuit toe en dan trekt u het dopje eraf.
Zuig 1 ml lucht op. Zorg ervoor dat u de zuiger niet te snel voorbij de 1 ml markering en/of uit de spuit trekt.
Steek de naald in de rubber stop van de Fuzeon flacon en druk op de zuiger om de lucht in de flacon te spuiten. Draai de flacon voorzichtig ondersteboven.
Zorg ervoor dat de top van de naald altijd onder het oppervlak van de oplossing blijft. Dit helpt om te voorkomen dat er luchtbellen in de spuit komen. Trek voorzichtig de zuiger terug totdat de oplossing de 1,0 ml markering bereikt. Zorg ervoor dat u de zuiger niet te snel voorbij de 1 ml markering en/of uit de spuit trekt.
* Tik zachtjes tegen de spuit om de luchtbellen op te laten stijgen.
* Als er teveel lucht in de spuit komt, duw dan voorzichtig de zuiger terug om de lucht terug te spuiten in de flacon en zuig daarna opnieuw de vloeistof op. Zorg ervoor dat er 1,0 ml vloeistof in de spuit zit (of het volume dat uw arts u voorgeschreven heeft, als dit afwijkt). Deze stap kan herhaald worden tot de juiste hoeveelheid oplossing zich in de spuit bevindt.
* Haal de spuit uit de flacon.

HET INJECTEREN VAN FUZEON

Tip: Uw arts of verpleegkundige kan andere injectietechnieken voorstellen die voor u het beste werken.
Pak een zo groot mogelijke huidplooi zonder dat het ongemakkelijk voelt.
* Prik onder een hoek van 45 graden in de huid.
Wanneer de naald erin zit, laat dan de huid los en houd met dezelfde hand de spuit vast om hem stil te houden en schuiven te voorkomen.
* Duw met de duim op de zuiger om de oplossing te injecteren.
Nadat de dosis volledig is geïnjecteerd, haalt u de naald weer uit de huid.
* Houd de cilinder van de spuit in één hand en druk zachtjes de oranje naaldbeschermhuls naar beneden op een vlakke ondergrond tot de huls de naald bedekt. U hoort een klik. Gebruik niet uw vrije hand om de huls over de naald te drukken.
* Gooi de spuit in de daarvoor bestemde naaldencontainer met deksel.
* Plak een pleistertje op de injectieplaats als er wat bloed zichtbaar is.

VERWIJDEREN VAN GEBRUIKTE MATERIALEN

Gooi alle gebruikte spuiten meteen weg in de daarvoor bestemde naaldencontainer met deksel. Houd de deksel van deze container goed gesloten en houd de naaldencontainer met deksel buiten het bereik van kinderen. Vraag uw arts of apotheker naar de juiste manier om de container weg te gooien.
Bovendien dient u alle gebruikte alcoholdoekjes en flacons veilig weg te gooien zelfs als de flacons ongebruikte hoeveelheden geneesmiddel of water voor injecties bevatten. De flacons Fuzeon en water voor injecties mogen slechts eenmalig gebruikt worden. Andere gebruikte benodigdheden dan spuiten
(alcoholdoekjes en lege flacons) kunnen in de afvalbak weggegooid te worden zolang geen bloed zichtbaar is. Als er wel bloed zichtbaar is, gooi ze dan weg in de daarvoor bestemde naaldencontainer met deksel.
Als u vragen of opmerkingen heeft die de veilige verwijdering van deze materialen betreft, neem dan contact op met uw arts of apotheker.