BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

GLUCOVANCE 500mg /2,5mg filmomhulde tablet
GLUCOVANCE 500mg /5mg filmomhulde tablet
metforminehydrochloride en glibenclamide

Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel.
- Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nogmaals door te lezen.
- Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
- Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen.
- Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

In deze bijsluiter:
1. Wat is Glucovance en waarvoor wordt het gebruikt
2. Wat u moet weten voordat u Glucovance inneemt
3. Hoe wordt Glucovance ingenomen
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Glucovance
6. Aanvullende informatie

1. WAT IS GLUCOVANCE EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT

Glucovance is samengesteld uit twee bloedsuikerverlagende middelen, die behoren tot de groepen geneesmiddelen die biguaniden (metforminehydrochloride) en sulfonylureumpreparaten (glibenclamide) worden genoemd.

Insuline is een hormoon dat het lichaamsweefsel in staat stelt glucose (suiker) uit het bloed op te nemen om dit te gebruiken voor het produceren van energie of voor toekomstig gebruik op te slaan. Patiënten met type 2 diabetes mellitus (dat wil zeggen niet-insuline-afhankelijke suikerziekte) produceren in hun alvleesklier niet voldoende insuline of hun lichaam reageert niet goed op de insuline die het produceert. Dit veroorzaakt een verhoogde bloedglucosespiegel. Glucovance helpt bij het verlagen van de bloedsuikerspiegel naar een normale waarde.

Glucovance wordt gebruikt voor
de orale behandeling (via de mond) van type 2 diabetes mellitus bij volwassen patiënten. Het wordt gebruikt ter vervanging van de combinatie van de twee werkzame bestanddelen van Glucovance (metforminehydrochloride en glibenclamide) die afzonderlijk werden gegeven aan patiënten die eerder met deze combinatie werden behandeld, als de combinatie de bloedglucosespiegel van de patiënt effectief reguleerde.

2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U GLUCOVANCE INNEEMT
Neem Glucovance niet in

• als u allergisch (overgevoelig) bent voor metforminehydrochloride, glibenclamide of andere sulfonamiden of voor één van de andere bestanddelen van Glucovance
• als u problemen met de nier- of leverfunctie heeft
• als u lijdt aan type 1 diabetes mellitus (dat wil zeggen insuline-afhankelijke suikerziekte) of als de controle van uw diabetes in ernstige mate niet lukt met als gevolg een precoma (schemertoestand voorafgaand aan bewusteloosheid) of ketose (een gesteldheid die wordt veroorzaakt door stoffen die “ketonlichamen” worden genoemd die zich in het bloed ophopen; u merkt mogelijk op dat uw adem een ongebruikelijke, fruitachtige geur heeft)
• als u een ernstige infectie heeft (bijvoorbeeld een infectie van de luchtwegen of een urineweginfectie)
• als u uitgedroogd bent (bijvoorbeeld als gevolg van aanhoudende of ernstige diarree, herhaaldelijk braken)
• als u wordt behandeld voor hartproblemen, onlangs een hartaanval heeft doorgemaakt, ernstige problemen met uw bloedsomloop of ademhalingsproblemen heeft
• als u lijdt aan porfyrie (een zeldzame, erfelijke ziekte als gevolg van een enzymstoornis die ervoor zorgt dat het lichaam te veel porfyrine aanmaakt en uitscheidt; porfyrine is een stof die wordt gebruikt voor het aanmaken van dat deel van de bloedkleurstof dat de zuurstof vervoert)
• als u miconazol (een geneesmiddel voor de behandeling van bepaalde gistinfecties) gebruikt, zelfs bij lokale toepassing
• als u overmatig veel alcohol drinkt (of dit nu elke dag is of alleen maar van tijd tot tijd)
• als u borstvoeding geeft.

Vraag uw arts om advies:
• Als u een röntgenonderzoek moet ondergaan waarbij jodiumhoudende contrastmiddel in uw bloedbaan moet worden geïnjecteerd.
• Als u een operatieve ingreep moet ondergaan onder algehele, spinale (ruggenprik) of peridurale (rond het hersenvlies) anesthesie.
U moet het gebruik van Glucovance voor en na het onderzoek of de chirurgische ingreep een bepaalde periode stopzetten. Uw arts zal besluiten of u in de tussentijd een andere behandeling moet krijgen. Het is belangrijk om de instructie die u van uw arts gekregen hebt nauwkeurig op te volgen.

Wees extra voorzichtig met Glucovance
• als u symptomen ervaart van een aandoening die lactaatacidose wordt genoemd, dat wil zeggen braken, buikpijn met spierkrampen en een algeheel gevoel van ongemak met ernstige vermoeidheid en ademhalingsmoeilijkheden (zie rubriek 4, “Zeer zelden voorkomende bijwerkingen”). Als deze symptomen zich voordoen, STOP dan ONMIDDELLIJK met het innemen van dit geneesmiddel en VERTEL het meteen aan uw ARTS.

• als u symptomen van een lage bloedsuikerspiegel ervaart (hypoglykemie). De waarschuwingssignalen kunnen plotseling optreden en omvatten koud zweet, een koude en bleke huid, duizeligheid, hoofdpijn, een snelle hartslag, misselijkheid, zich zeer hongerig voelen, tijdelijke veranderingen in het gezichtsvermogen, slaperigheid, ongebruikelijke vermoeidheid en zwakte, nervositeit of tremor (beven), zich angstig voelen, zich verward voelen, concentratieproblemen.

Als u een of meer van deze symptomen opmerkt:

- eet dan eerst glucosetabletten of een snack met een hoog suikergehalte (honing, snoepjes, koekjes, vruchtensap),

- STOP dan ONMIDDELLIJK met het innemen van dit geneesmiddel en VERTEL
het meteen aan uw ARTS omdat het mogelijk noodzakelijk is dat u in het ziekenhuis wordt opgenomen om uw bloedglucosespiegel weer onder controle te krijgen.

- neem dan rust.

Algemeen advies: Informeer uw familie, vrienden en collega’s dat zij u als u bewusteloos mocht raken op uw zij moeten leggen en meteen medische hulp moeten inroepen. Ze mogen u niets te eten of te drinken geven terwijl u bewusteloos bent. Daardoor zou u kunnen stikken.

Een lage bloedsuikerspiegel kan optreden als:
- u te weinig eet of een maaltijd overslaat
- uw voeding onvoldoende of een niet evenwichtige hoeveelheid suiker bevat
- u alcohol drinkt
- u meer lichaamsbeweging neemt dan normaal
- u lever- of nierproblemen of bepaalde hormoonproblemen heeft
- de dosering van uw geneesmiddel te hoog is
- u een oudere patiënt bent
- u tegelijkertijd bepaalde geneesmiddelen en Glucovance gebruikt (zie rubriek 2, “Inname
in combinatie met andere geneesmiddelen”).

Bespreek met uw arts of Glucovance de geschikte behandeling voor uw diabetes is, als u vaak ernstige symptomen van een lage bloedsuikerspiegel ervaart of als u het moeilijk vindt die te herkennen.

• als u een infectieziekte heeft zoals griep, een infectie van de luchtwegen of een urineweginfectie.

• Ga door met het opvolgen van de voedingsadviezen die uw arts u heeft gegeven en zorg voor regelmatige lichaamsbeweging terwijl u dit geneesmiddel gebruikt.

• Raadpleeg uw arts regelmatig om uw bloedsuikerspiegel en uw nierfunctie te laten controleren.
Raadpleeg uw arts als een van de hierboven vermelde situaties op u van toepassing is en als u zich onzeker voelt over het gebruik van dit geneesmiddel.

Inname in combinatie met andere geneesmiddelen

Tijdens het gebruik van Glucovance mag u geen van de volgende geneesmiddelen gebruiken:

• miconazol, zelfs niet voor lokaal gebruik (zie rubriek 2, “Neem Glucovance niet in”)

• jodiumhoudende contrastmiddelen (zie rubriek 2, “Neem Glucovance niet in”)
Er kunnen speciale voorzorgsmaatregelen noodzakelijk zijn als u tegelijkertijd met Glucovance ook een van de hierna volgende geneesmiddelen inneemt:

• angiotensine-converterend-enzymremmers (ACE-remmers; worden gebruikt bij de behandeling van diverse hart- en vaataandoeningen zoals een hoge bloeddruk en sommige andere ziekten)

• diuretica (plaspillen; worden gebruikt voor het verwijderen van water uit het lichaam door het verhogen van de urineproductie)

• bètablokkers (worden gebruikt bij de behandeling van diverse hart- en vaataandoeningen zoals een hoge bloeddruk en een aantal andere ziekten)

• bèta-2-agonisten (worden gebruikt voor de behandeling van astma, zoals ritodrine, salbutamol of terbutaline)

• bosentan (wordt gebruikt bij de behandeling van pulmonale hypertensie)

• corticosteroïden en tetracosactiden (een groep hormonen die wordt gebruikt voor het behandelen van een verscheidenheid aan aandoeningen, bv. een ernstige huidontsteking of astma)

• bepaalde pijnstillers (dat wil zeggen niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen, zoals fenylbutazon)

• fluconazol (wordt gebruikt voor de behandeling van bepaalde gistinfecties)

• chloorpromazine (een geneesmiddel tegen ernstige geestesziekte, dat de werking van uw hersenen beïnvloedt)

• desmopressine (wordt gewoonlijk gebruikt voor het verminderen van de urineproductie)

• danazol (wordt gebruikt voor de behandeling van endometriose, een aandoening waarbij het weefsel dat de baarmoeder aan de binnenkant bekleedt buiten de baarmoeder wordt aangetroffen)

Speciale voorzorgsmaatregelen kunnen onder meer zijn het zelf controleren van de bloedglucosespiegel, bloedtest en aanpassing van de dosering.
Vermijd geneesmiddelen die alcohol bevatten (zie rubriek 2 “Inname van Glucovance met voedsel en drank”).

Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen.

Inname van Glucovance met voedsel en drank

Vermijd het gebruik van alcohol als u dit geneesmiddel gebruikt omdat alcohol bepaalde bijwerkingen kan versterken zoals lactaatacidose en een lage bloedsuikerspiegel (zie rubriek 4 “Mogelijke bijwerkingen”). Dit is ook van toepassing op geneesmiddelen die alcohol bevatten.

Zwangerschap

Licht uw arts in, als u zwanger bent, als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn of als u van plan bent zwanger te worden. Tijdens de zwangerschap moet diabetes met insuline worden behandeld. Als u ontdekt dat u zwanger bent terwijl u Glucovance gebruikt, raadpleeg dan uw arts zodat hij/zij uw behandeling kan aanpassen.

Borstvoeding

U mag geen Glucovance innemen als u borstvoeding geeft of als u van plan bent uw baby borstvoeding te geven.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Rijd niet of gebruik geen machines:
• als u wazig ziet. Dit kan aan het begin van de behandeling gebeuren door de lagere bloedsuikerspiegel.
• als u bemerkt dat de symptomen van een lage bloedsuikerspiegel verschijnen.

Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Glucovance

Elke tablet Glucovance bevat lactose. Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, moet u voordat u dit geneesmiddel inneemt contact opnemen met uw arts.

3. HOE WORDT GLUCOVANCE INGENOMEN

Dosering

Volg bij inname van Glucovance nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker.

Dit geneesmiddel mag alleen door volwassenen worden gebruikt.

Uw arts zal de dosering van uw behandeling aanpassen afhankelijk van het effect ervan op uw bloedtest. Ga door met het opvolgen van de voedingsadviezen die uw arts u heeft gegeven. Glucovance kan de voordelen van een gezonde levensstijl niet vervangen.

Zorg voor het regelmatig gebruiken van uw maaltijden met een voldoende en evenwichtige suikerinname. Hierdoor verlaagt u het risico van een te lage bloedsuikerspiegel.

De gebruikelijke aanvangsdosis komt overeen met de individuele dosis metforminehydrochloride en glibenclamide die u ontving voordat u met Glucovance werd behandeld. Als u een oudere patiënt bent, is de gebruikelijke aanvangsdosis één tablet Glucovance 500mg /2,5mg per dag.

Maximale dagelijkse dosis
Bij Glucovance 500mg /2,5mg: 6 tabletten.
Bij Glucovance 500mg /5mg: 3 tabletten. In uitzonderlijke gevallen schrijft uw arts u mogelijk 4 tabletten voor.

Aanpassing van de dosering bij oudere patiënten

Wees extra voorzichtig als u een oudere patiënt bent. De dosis Glucovance wordt voorzichtig verhoogd afhankelijk van uw bloedsuikerspiegels en uw nierfunctie.

Let erop dat u uw arts regelmatig raadpleegt.

Toediening

Neem de tabletten bij een maaltijd in. Slik elke tablet in zijn geheel met een glas water door. Maak de tablet niet fijn en kauw er niet op voordat u hem doorslikt.

Neem de tabletten in
• eenmaal per dag, ’s morgens (ontbijt) als u 1 tablet per dag inneemt
• tweemaal per dag, ’s morgens (ontbijt) en ’s avonds (avondeten) als u 2 of 4 tabletten per dag inneemt
• driemaal per dag, ’s morgens (ontbijt), tussen de middag (lunch) en ’s avonds (avondeten) als u 3, 5 of 6 tabletten per dag inneemt.

Wat u moet doen als u meer van Glucovance heeft ingenomen dan u zou mogen

Als u meer tabletten Glucovance heeft ingenomen dan u zou mogen, kunt u hierdoor lactaatacidose of een lage bloedsuikerspiegel krijgen (zie voor de symptomen van lactaatacidose en een lage bloedsuikerspiegel rubriek 2, “Wees extra voorzichtig met Glucovance”). NEEM ONMIDDELLIJK CONTACT OP met uw ARTS.

Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Glucovance in te nemen

Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip in.

Als u stopt met inname van Glucovance

Er treden gewoonlijk geen bijwerkingen op wanneer u met het gebruik van dit geneesmiddel stopt. Als uw diabetes echter niet meer wordt behandeld, kunnen zich wel complicaties als gevolg van het ontbreken van een behandeling voordoen.
Als u nog vragen heeft over het innemen van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.

4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN

Zoals alle geneesmiddelen kan Glucovance bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen ze krijgt. In klinisch onderzoek of bij de normale behandeling van patiënten werden de volgende bijwerkingen waargenomen.

Stoornissen van het gezichtsvermogen: Wanneer u start met het gebruik van dit geneesmiddel kan het uw gezichtsvermogen verstoren als gevolg van een lagere bloedsuikerspiegel. Deze bijwerking verdwijnt gewoonlijk echter na een tijdje.
Lage bloedsuikerspiegel: Zie voor de symptomen van een lage bloedsuikerspiegel rubriek 2, “Wees extra voorzichtig met Glucovance”.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (bij meer dan 1 op de 10 patiënten)

• maagdarmstoornissen zoals misselijkheid, braken, diarree, buikpijn en gebrek aan eetlust. Deze bijwerkingen komen het meest frequent voor na aanvang van de behandeling. Het helpt als u de doses over de dag verspreidt en als u de tabletten bij een maaltijd inneemt. Als deze symptomen blijven aanhouden, STOP dan met het innemen van dit geneesmiddel en RAADPLEEG uw ARTS.

Vaak voorkomende bijwerkingen (bij minder dan 1 op de 10 patiënten, maar bij meer dan 1 op de 100 patiënten)
• smaakstoornis

Soms voorkomende bijwerkingen (bij minder dan 1 op de 100 patiënten, maar bij meer dan 1 op de 1.000 patiënten)
• abnormale ureum- en creatininewaarden in het bloed, wat wijst op veranderingen in de manier waarop de nieren werken
• een crisis van bepaalde vormen van porfyrie (porphyria hepatica of porphyria cutanea; zie voor een uitleg over porfyrie rubriek 2, “Neem Glucovance niet in”) kan optreden bij patiënten met een bepaalde enzymstoornis

Zelden voorkomende bijwerkingen (bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten, maar bij meer dan 1 op de 10.000 patiënten)
• daling van het aantal witte bloedcellen, waardoor de kans op infecties toeneemt
• daling van het aantal bloedplaatjes waardoor het risico van bloedingen of blauwe plekken toeneemt
• huidaandoeningen waaronder jeuk, netelroos, huiduitslag

Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten)
• lactaatacidose: een zeer ernstige complicatie met name als uw nieren niet goed werken, wat leidt tot braken, buikpijn met spierkrampen en een algeheel gevoel van ongemak met ernstige vermoeidheid en ademhalingsmoeilijkheden en waarvoor een speciale behandeling noodzakelijk is. Als deze symptomen zich voordoen, STOP dan ONMIDDELLIJK met het innemen van dit geneesmiddel en VERTEL het meteen aan uw ARTS
• een ernstige daling van het aantal witte bloedcellen (agranulocytose), bloedarmoede als gevolg van een omvangrijke afbraak van de rode bloedcellen (hemolytische anemie), een tekort aan of onvoldoende aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg (beenmergaplasie) en een zeer ernstige daling van het aantal bloedcellen (pancytopenie; hierdoor kan de huid bleek zien, deze kan zwakte of kortademigheid veroorzaken, het risico van een bloeding of een blauwe plek vergroten of de kans op het ontstaan van infecties doen toenemen)
• afwijkingen in de leverfunctietest of ontsteking van de lever (hepatitis; dit kan vermoeidheid, gebrek aan eetlust en gewichtsverlies veroorzaken, met of zonder geelkleuring van de huid of het oogwit). In dit geval moet de behandeling met Glucovance worden stopgezet
• overmatige gevoeligheid van de huid voor de zon, ernstige allergische reacties van de huid of bloedvaten
• intolerantie voor alcohol (met symptomen zoals een algeheel gevoel van ongemak, roodheid in het gezicht, snelle hartslag)
• lage natriumspiegel, die vermoeidheid en verwarring, stuiptrekkingen, aanvallen of coma kan veroorzaken
• verlaagde vitamine-B12-waarden in het bloed

Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

5. HOE BEWAART U GLUCOVANCE

Houd het geneesmiddel buiten het bereik en het zicht van kinderen.

Gebruik Glucovance niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de doos na “EXP”. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand.
• Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen wanneer ze niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.

6. AANVULLENDE INFORMATIE

Wat bevat Glucovance

• De werkzame bestanddelen zijn metforminehydrochloride en glibenclamide. Een filmomhulde tablet Glucovance 500mg /2,5mg bevat 500 mg metforminehydrochloride overeenkomend met 390 mg metformine base en 2,5 mg glibenclamide.
Een filmomhulde tablet Glucovance 500mg /5mg bevat 500 mg metforminehydrochloride overeenkomend met 390 mg metformine base en 5 mg glibenclamide.

• De andere bestanddelen zijn microkristallijne cellulose, natriumcroscarmellose, povidon K 30, magnesiumstearaat en Opadry OY-L-24808 (oranje) (lactosemonohydraat, hypromellose, titaniumdioxide, macrogol, ijzeroxide geel (E172), ijzeroxide rood (E172), ijzeroxide zwart (E172)) in Glucovance 500mg /2,5mg of Opadry 31-F-22700 (geel) (lactosemonohydraat, hypromellose, titaniumdioxide, macrogol, ijzeroxide geel (E1 72), ijzeroxide rood (E172), chinolinegeel “Lake” (E104)) in Glucovance 500 /5 .

Hoe ziet Glucovance er uit en de inhoud van de verpakking

Glucovance 500mg /2,5mg tabletten zijn oranje, capsulevormige, biconvexe, filmomhulde tabletten met op één zijde “2.5” gegraveerd.
Glucovance 500mg /5mg tabletten zijn gele, capsulevormige, biconvexe, filmomhulde tabletten met op één zijde “5” gegraveerd.
De tabletten worden geleverd in doorzichtige of ondoorzichtige blisterverpakkingen met daarin 20, 28, 30, 50, 56, 60, 84, 90, 100, 120, 180 of 600 tabletten (PVC/aluminium). Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

Registratiehouder
Merck BV
Tupolevlaan 41-61
1119 NW Schiphol-Rijk
Fabrikant
Merck Santé s.a.s.
Centre de Production Semoy Le Pressoir Vert
45400 Semoy
Frankrijk
of
Tjoapack BV
Columbusstraat 4
7825 VR Emmen – PO Box 2227 7801 CE Emmen – Nederland

Glucovance 500mg/2,5mg tabletten is ingeschreven in het register onder RVG 27245.
Glucovance 500mg/5mg tabletten is ingeschreven in het register onder RVG 27246.

Dit geneesmiddel is geregistreerd in de lidstaten van EU onder de volgende namen:
Naam van de lidstaat Naam van het geneesmiddel
Frankrijk Glucovance 500/2,5 (500/5) mg
België Glucovance 500/2,5 (500/5) mg
Denemarken Glucovance 500/2,5 (500/5) mg
IJsland Glucovance 500/2,5 (500/5) mg
Italië Glucovance 500/2,5 (500/5) mg
Luxemburg Glucovance 500/2,5 (500/5) mg
Nederland Glucovance 500/2,5 (500/5) mg

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in november 2008