PATIËNTENINFORMATIE

Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel.
• Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nogmaals door te lezen.
• Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
• Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven, geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel hebt gekregen.

Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Humatrope en waarvoor wordt het gebruikt?
2. Wat u moet weten voordat u Humatrope krijgt toegediend.
3. Hoe wordt Humatrope toegediend?
4. Mogelijke bijwerkingen.
5. Hoe wordt Humatrope bewaard?

HUMATROPE 6 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie, HUMATROPE 12 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie, HUMATROPE 24 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.

• Het werkzame bestanddeel is door Escherichia Coli cellen vervaardigd groeihormoon. Een andere naam hiervoor is somatropine. Humatrope is zo goed als natriumvrij. De penpatroon kan 6 mg, of 12 mg of 24 mg somatropine bevatten.

• Andere bestanddelen (hulpstoffen) zijn: voor de penpatroon met poeder: mannitol, glycine, dinatriumwaterstoffosfaat, fosforzuur en natriumhydroxide. Voor de spuit met oplosmiddel zijn de hulpstoffen: glycerol, m-cresol, water voor injectie, zoutzuur en natriumhydroxide.

Registratiehouder:
Eli Lilly Nederland B.V.,
Grootslag 1-5,
3991 RA, Houten, Nederland.

In het register ingeschreven onder RVG 17070, RVG 17071 en RVG 17072.

1. WAT IS HUMATROPE EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?

Humatrope in penpatroon
Het geneesmiddel en het oplosmiddel zijn verpakt in doosjes met daarin 1 Humatrope penpatroon en 1 voorgevulde spuit met 3,15 ml oplosmiddel voor het bijspuiten van oplosmiddel in de Humatrope penpatroon.
Somatropine behoort tot de groep van hormonen; bij gezonde mensen wordt het in de hersenen (in de hypofysevoorkwab) aangemaakt.

Humatrope is bedoeld voor de behandeling:

(a) Bij kinderen
Kinderen die te klein zijn en het ook blijven doordat de hypofyse (een deel van de hersenen) te weinig of geen somatropine aanmaakt, kunnen alsnog groeien als zij kunstmatig somatropine krijgen.
Voordat met zo'n behandeling begonnen kan worden, dient er eerst onderzoek te worden gedaan om te kijken of er inderdaad te weinig somatropine door de hypofyse wordt gemaakt.
Humatrope kan ook worden voorgeschreven bij meisjes met het syndroom van Turner. Hierbij is bijna altijd sprake van een te kleine lichaamslengte.
Humatrope kan ook worden voorgeschreven bij kinderen in de prepubertijd die een groei- achterstand hebben ten gevolge van een nierfunctiestoornis.
Humatrope wordt ook voorgeschreven bij groeistoornissen als gevolg van SHOX deficiëntie (een genetisch defect)
En Humatrope mag ook worden voorgeschreven bij groeistoornissen bij kleine kinderen die bij de geboorte te klein of te licht zijn voor de duur van de zwangerschap (SGA).

(b) Bij volwassenen
Volwassenen die een duidelijk vastgesteld tekort aan somatropine hebben doordat de hypofyse te weinig of geen somatropine aanmaakt, komen in aanmerking voor behandeling met Humatrope. Dit tekort kan worden aangetoond door middel van zogenaamde provocatietesten (bewust prikkelen van de hypofyse om te zien hoeveel somatropine er wordt geproduceerd).

2. WAT MOET U WETEN VOORDAT U HUMATROPE GAAT GEBRUIKEN?
Gebruik Humatrope niet:

• Wanneer de groeischijven gesloten zijn. Humatrope mag niet ter stimulering van de lengtegroei worden gegeven aan kinderen bij wie de groeischijven al gesloten zijn (uiteinden van de beenderen waar bot wordt aangemaakt). Immers, de botten zijn dan niet meer in staat verder in de lengte te groeien. Voor de start van de behandeling wordt dan ook een röntgenfoto gemaakt.

• Wanneer er aanwijzingen zijn van tumorgroei. Bij diegenen bij wie een gezwel in de hersenen is vastgesteld, dient te worden aangetoond dat het verdwenen is of niet meer groeit. Humatrope mag pas dan worden gegeven als de behandeling van zo'n gezwel helemaal afgerond is. Bij tumoren op een andere plaats in het lichaam geldt dezelfde procedure.

• Wanneer men overgevoelig is voor (hulp)stoffen in Humatrope. Aan het oplosmiddel zijn stoffen toegevoegd (m-cresol en glycerol) om het langer te kunnen bewaren. Sommige personen zijn overgevoelig voor deze stoffen. Bij hen mag dit oplosmiddel niet gebruikt worden. Een overgevoeligheidsreactie kan zijn geweest: jeuk, huiduitslag, benauwdheid, zwelling na/tijdens geneesmiddelgebruik.

• Wanneer sprake is van een kritieke ziekte als gevolg van complicatie na een open hart- of buikoperatie, meerdere trauma's na een ongeluk of acute ademhalingsproblemen.

Wees extra voorzichtig met HUMATROPE:

• Wanneer u overgevoelig bent (geweest) voor bepaalde geneesmiddelen (Een overgevoeligheidsreactie kan zijn: jeuk, huiduitslag, benauwdheid, zwelling na/tijdens geneesmiddelgebruik).

• Wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt (zie “combinatie met andere geneesmiddelen”).

• Wanneer u aan andere ziekten lijdt. Het kan gebeuren dat de schildklier tijdens de behandeling met somatropine minder goed werkt. Daarom moet het bloed regelmatig daarop gecontroleerd worden en zal de dokter zo nodig een extra medicijn voorschrijven (schildklierhormoon). Kinderen die vroeger een gezwel in de hersenen hebben gehad zullen vaker worden nagekeken of het gezwel niet opnieuw gaat groeien. Als dat zo is moet de behandeling met Humatrope gestopt worden. Er is tot nu toe geen bewijs om te vermoeden dat het gebruik van Humatrope de kans op een gezwel of het opnieuw gaan groeien van een gezwel beïnvloedt.

• Als u suikerziekte heeft of als u een verhoogde kans heeft op het krijgen van suikerziekte (bijvoorbeeld in geval van overgewicht, als u behandeld wordt met bepaalde hormonen (steroïden) of als suikerziekte in uw familie voorkomt). Als u al suikerziekte heeft kan het nodig zijn dat de dosis van uw medicijnen tegen suikerziekte wordt verhoogd. Als u een verhoogde kans op suikerziekte heeft zal uw arts in de gaten houden of u suikerziekte ontwikkelt tijdens de groeihormoonbehandeling.

• Als u een groeihormoon tekort en het Prader-Willi-syndroom heeft (een genetische afwijking die gekenmerkt wordt door geobsedeerd zijn door voedsel, kleine lichaamslengte en leerproblemen), dient uw arts u te onderzoeken op ademhalingsproblemen en luchtweginfecties voordat met Humatrope therapie gestart wordt, vooral wanneer u ernstig overgewicht heeft, eerder ernstige
ademhalingsproblemen heeft gehad, vooral tijdens de slaap, of een infectie aan de longen of luchtwegen heeft gehad. Indien u tijdens de behandeling met Humatrope tekenen van ademhalingsproblemen krijgt (het begin of een toename van snurken), dient de behandeling gestaakt te worden en moet de oorzaak onderzocht worden door uw arts.

• Bij kleine kinderen geboren met SGA dienen voor aanvang van de behandeling andere oorzaken voor de groeistoornis te worden uitgesloten.

• Starten van een behandeling met Humatrope bij kinderen geboren met SGA en bij kinderen met SHOX deficiëntie rond de aanvang van de puberteit wordt niet aanbevolen gezien de beperkte ervaring.

• Een deel van de lengtewinst die behaald is door kleine kinderen geboren met SGA te behandelen met groeihormoon, kan verloren gaan indien de behandeling wordt gestopt voordat de eindlengte is bereikt.
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.

Zwangerschap

Humatrope dient niet gebruikt te worden tijdens de zwangerschap tenzij de dokter anders beslist.

Borstvoeding

De dokter zal voor vrouwen die borstvoeding geven terughoudendheid in acht nemen met het voorschrijven van Humatrope.

Ouderen

Oudere patiënten (leeftijd z 65 jaar) zijn gevoeliger voor de werking van Humatrope, ze hebben waarschijnlijk meer aanleg (ernstige) bijwerkingen te ontwikkelen. Ervaring bij patiënten ouder dan 80 jaar is beperkt.

Beïnvloeding rijvaardigheid

Voor zover bekend heeft Humatrope geen nadelige invloed op de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te gebruiken.

Gebruik van Humatrope in combinatie met andere geneesmiddelen

Het is van belang dat u uw dokter vertelt welke geneesmiddelen u nog meer gebruikt. Voor personen met suikerziekte (diabetes) kan het nodig zijn de dosering insuline aan te passen op geleide van de bloedsuikerwaarde.
Als er behandeld wordt met oestrogenen (een middel tegen overgangsklachten) kan dat invloed hebben op de werking van het groeihormoon. Dit is afhankelijk van de dosering en de wijze van toediening van de oestrogenen. Als oestrogenen op een andere wijze worden toegediend (bijvoorbeeld eerst via de mond (oraal) daarna via de huid (transdermaal)) dan kan een lagere dosering van het groeihormoon nodig zijn.
Als er behandeld wordt met bijnierschorshormoon (bijv. Prednison) dan kan dat de werking van groeihormoon belemmeren. In zo'n geval zal heel nauwkeurig gezocht worden naar de juiste dosering van het bijnierschorshormoon, zodat de remmende invloed op de groei zoveel mogelijk wordt voorkomen. Toch moet er rekening mee gehouden worden dat Humatrope niet zo goed werkt als dergelijke medicijnen tegelijk toegediend worden.

3. HOE WORDT HUMATROPE TOEGEDIEND?

Humatrope wordt d.m.v. een injectie direct onder de huid (subcutaan) toegediend m.b.v. een geschikte CE-gewaarmerkte pen injector.
De hoeveelheid verschilt per persoon en is o.a. afhankelijk van iemands gewicht en wordt door de dokter uitgerekend. Meestal zal er dan 6 of 7 maal per week een bepaalde hoeveelheid ingespoten moeten worden, bij voorkeur 's avonds.

Geschikte CE-gewaarmerkte pen
Lees eerst de handleiding van de Pen injector. Dit injectiesysteem vergemakkelijkt de toediening van Humatrope.
Voordat Humatrope gebruikt kan worden dient het geneesmiddel eerst opgelost te worden met het bijgeleverde oplosmiddel. Volg de aanwijzingen aan het einde van deze bijsluiter voor het oplossen van het poeder en het klaarmaken van uw nieuwe penpatroon.
Elke keer als men de penpatroon aanprikt, moet de rubberen dop met een tissue/watje met alcohol schoongemaakt worden om verontreiniging van de inhoud te voorkomen. Natuurlijk moeten de naalden die gebruikt worden steriel zijn.
Het is verstandig om niet steeds op dezelfde plaats te injecteren. Dat kan pijnlijk zijn en het vetweefsel dat onder de huid zit kan erdoor verdwijnen waardoor er lelijke plekken kunnen ontstaan.

Wat u moet doen wanneer meer Humatrope is toegediend dan is voorgeschreven:

Raadpleeg in dit geval de dokter en/of apotheker. Het kan direct leiden tot een te lage bloedsuikerwaarde (dan kunnen o.a. lusteloosheid, verwardheid, hartkloppingen, hoofdpijn, zweten en overgeven optreden), en vervolgens leiden tot een te hoge bloedsuikerwaarde (dan kunnen o.a. slaperig gevoel, roodheid van het gezicht, dorst optreden).

Wat u moet doen wanneer Humatrope vergeten is:

Als er een dosis vergeten is, kan men deze alsnog dezelfde dag toedienen zodra men het bemerkt. De volgende dosis innemen op het voorgeschreven tijdstip op de volgende dag. Gebruik per dag nooit meer dan de voorgeschreven hoeveelheid. Raadpleeg in geval van twijfel de dokter en/of apotheker.

Wat u moet doen als het gebruik van HUMATROPE plotseling gestopt wordt:

Voor het succes van de behandeling is het belangrijk dat niet wordt gestopt zonder dat de dokter hierover is geraadpleegd.

4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals alle geneesmiddelen kan Humatrope bijwerkingen veroorzaken.

Zeer vaak wordt gewrichtspijn en hoofdpijn gemeld.

Vaak wordt gezien overgevoeligheid voor 1 van de bestanddelen, gevoelsstoornissen (“kruipende mieren”), een te langzaam werkende schildklier, te hoge bloedsuikerwaarde, slaperigheid, verhoogde bloeddruk, spierpijn, pijn op de injectieplaats, (plaatselijke) vochtophoping en pijn in de handwortels/pols (carpale tunnelsyndroom).

Soms worden borstgroei en een slap gevoel gerapporteerd.
Weerstand tegen insuline wordt zelden gemeld.


Als men één van deze klachten ervaart, of andere klachten waarvan men denkt dat het door Humatrope komt, neem dan contact op met de dokter en/of apotheker.

5. HOE WORDT HUMATROPE BEWAARD?

Humatrope dient bewaard te worden bij een temperatuur tussen de 2° en 8°C (dus in de koelkast). Het oplosmiddel mag ook in de koelkast worden bewaard. De houdbaarheid staat op de verpakking aangegeven. Ná deze datum mag Humatrope niet meer gebruikt worden. Als eenmaal het oplosmiddel in de penpatroon is bijgespoten, dan is de oplossing op z'n hoogst 28 dagen houdbaar in de koelkast (2-8 °C).
Als het oplosmiddel eenmaal aan de patronen is toegevoegd, mogen deze per dag niet langer dan 30 minuten worden blootgesteld aan kamertemperatuur.
Pas op dat Humatrope in de koelkast niet bevriest. Het is dan niet meer te gebruiken.

De bijsluiter is voor het laatst herzien in maart 2008.