Algemene kenmerken


Benaming
MINIMS® PILOCARPINENITRAAT 20 mg/ml, oogdruppels MINIMS® PILOCARPINENITRAAT 40 mg/ml, oogdruppels


Samenstelling
Pilocarpinenitraat 20 mg — gezuiverd water tot 1 ml. Pilocarpinenitraat 40 mg — gezuiverd water tot 1 ml.

Farmaceutische vorm en inhoud
Oogdruppels in dubbel steriele verpakking (de inhoud van het flesje is steriel evenals het flesje zelf) voor éénmalig gebruik (Minims®).
Doos met 20 Minims® (dubbel steriel verpakte eenheidsdosissen) met 0,5 ml vloeistof.


Geneesmiddelengroep
(direct werkende) parasympaticomimetica. Oogdruppels tegen glaucoom (hoge oogdruk).


Registratiehouder verantwoordelijk voor het in de handel brengen
Chauvin Benelux N.V.
J Wybranlaan 40
1070 Brussel
België


In het register ingeschreven onder
RVG 09368 (20 mg/ml) en RVG 09369 (40 mg/ml


Toepassing van het geneesmiddel
Indicaties
Voor 40 mg/ml: behandeling van nauwe- of wijde kamerhoekglaucoom.
Voor 20 mg/ml: pupilvernauwend middel als de pupil verwijd is, voor diagnostische doeleinden en ter behandeling van nauwe- of wijde kamerhoekglaucoom.
Glaucoom is een aandoening van het oog waarbij de druk in het oog te hoog is.


Voordat het geneesmiddel wordt gebruikt
Gevallen waarin het geneesmiddel niet moet worden gebruikt Overgevoeligheid voor pilocarpine.
Acute ontsteking van de iris en andere aandoeningen waarbij een vernauwing van de pupil ongewenst is. Aandoeningen van het netvlies waarbij een mogelijke netvliesloslating niet kan worden uitgesloten. Ernstige langdurige ademhalingsaandoeningen.


Nodige voorzorgen bij gebruik
Door tijdens en direct na de toediening het traankanaal in de binnenooghoek tegen de neus even dicht te drukken, wordt de kans op ongewenste reacties verminderd. Voorkomen wordt dat de druppeloplossing snel afvloeit naar de neus- en keelholte. Na gebruik kan bij alle vormen een aanval van astma optreden na indruppelen van pilocarpine. Hierom wordt pilocarpine bij voorkeur niet toegediend aan patiënten met langdurige ademhalingsaandoeningen. Voorzichtigheid is geboden bij een te traag hartritme (bradycardie), een ernstige hartziekte (coronair lijden), een te hoge werking van de schildklier (hyperthyroïdie) en een vergrote prostaat (prostaathypertrofie).


Gebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding
Verwittig uw arts indien u zwanger bent of borstvoeding geeft.


Mogelijke effecten van het gebruik op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen
Door beïnvloeding van het gezichtsvermogen kan het gebruik hinderlijke gevolgen hebben op de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te gebruiken.


Gebruik van Minims® Pilocarpinenitraat in combinatie met andere geneesmiddelen
In geval van chirurgische ingreep, de anesthesist verwittigen (mogelijke versterking van sommige producten gebruikt in de anesthesie).
De werking van pupilverwijdende middelen (mydriatica) kan verminderd worden bij gelijktijdig gebruik van Minims® Pilocarpine oogdruppels.


Aanwijzingen voor het gebruik
Dosering en wijze van gebruik
één of twee druppels per keer. De frequentie van druppelen dient door de arts bepaald te worden. In geval van acuut glaucoom ieder kwartier totdat de pupil vernauwt.
De Minims® zijn bestemd voor éénmalige toediening en dienen direct na gebruik te worden weggeworpen.

Wat moet u doen wanneer u teveel Minims® Pilocarpinenitraat heeft gebruikt?
Symptomen van overdosering in het oog zullen bestaan uit pupilvernauwing, tranenvloed, gezichtsstoornissen, samentrekking van de oogleden, roodheid van het oog.
Behandeling zal vooral bestaan uit overvloedig spoelen van het oog met lauw water, gedurende 15 minuten.
Indien de vloeistof per ongeluk via de mond wordt ingenomen kunnen de volgende effecten worden waargenomen: speekselvloed, misselijkheid, braken, diarree, pupilvernauwing, rode vlekken op de huid, traag hartritme, ernstige benauwdheid, onvrijwillige urinelozing, zweten, lage bloeddruk welke zich kan uiten door flauwheid, stuipen en coma.
Raadpleeg in deze omstandigheden onmiddellijk een arts of laat de patiënt hospitaliseren. Het gebruik van geactiveerde kool (Norit) kan overwogen worden.


Bijwerkingen
Gezichtsstoornissen, pupilvernauwing, jeuk of een branderig gevoel, verhoogde traanproductie, pijn boven of rond het oog. Bij hoge dosering kunnen effecten zoals misselijkheid, braken, diarree, zweten, speekselvloed, ernstige benauwdheid, beven, verwardheid en duizeligheid optreden.
Waarschuw uw arts of apotheker indien bij u een bijwerking optreedt die niet wordt vermeld in de bijsluiter of die als ernstig wordt ervaren.


Aanwijzingen voor het bewaren en uiterste gebruikstermijn Bewaren tussen 2-25°C, buiten invloed van licht.
De vervaldatum van het geneesmiddel is aangeduid op de verpakking na de beginletters EXP: maand (1e dag van de maand)/jaar.
Datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien. Juni 1998