BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

Orap tabletten 1 en 4 mg
pimozide

Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel.
- Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen.
- Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
- Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen.
- Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

In deze bijsluiter:
1. Wat is Orap en waarvoor wordt het gebruikt
2. Wat u moet weten voordat u Orap gebruikt
3. Hoe wordt Orap ingenomen
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Orap
6. Aanvullende informatie

1. WAT IS ORAP EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT

Orap-tabletten bevatten pimozide. Dat is de stof die zorgt voor de werking van Orap-tabletten. Pimozide is een antipsychoticum: een middel dat werkzaam is tegen bepaalde stoornissen in de hersenen. De stof zorgt ervoor dat de werking van bepaalde stoffen in de hersenen, die deze stoornissen veroorzaken, wordt onderdrukt.

Orap wordt gebruikt voor de behandeling van psychosen. Dat zijn stoornissen in het functioneren van de hersenen die te maken hebben met denken, voelen en/of doen. U kunt dan last hebben van verwardheid, het waarnemen van dingen die er niet zijn (bijvoorbeeld het horen van de stem van iemand die er niet is), achterdocht, vervreemding van de maatschappij, en heel erg in zichzelf gekeerd zijn, maar ook van de stemmingsstoornissen, de angst en de spanning die er het gevolg van zijn.

2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U ORAP GEBRUIKT
Gebruik Orap NIET

- als u allergisch (overgevoelig) bent voor pimozide of voor één van de andere bestanddelen van Orap. Welke dit zijn, vindt u onder ‘Aanvullende informatie’. U kunt overgevoeligheid herkennen aan bijvoorbeeld huiduitslag, jeuk, kortademigheid en/of een opgezwollen gezicht. Als u hiervan last krijgt, stop dan met Orap en raadpleeg uw arts.

- als er sprake is van sufheid of slaperigheid door gebruik van alcohol of geneesmiddelen (bijv.
slaapmiddelen of sterke pijnstillers).

- bij iemand die in coma is.

- als u de ziekte van Parkinson heeft.

- als u of iemand in uw familie een stoornis in het hartritme heeft of heeft gehad of een bepaalde stoornis heeft in het ‘hartfilmpje’ (elektrocardiogram), het zogenaamde verlengd QT- interval.

Mogelijk bent u, maar is ook uw arts, er niet van op de hoogte dat u een stoornis in het hartritme of een verlengd QT-interval heeft. Daarom zal uw arts waarschijnlijk eerst een ’hartfilmpje’ maken voordat u Orap gaat gebruiken.

- in combinatie met geneesmiddelen die een bepaalde stoornis in uw ECG (hartfilmpje) kunnen veroorzaken (het zgn. QT-interval verlengen). Voorbeelden hiervan kunt u vinden onder ‘Inname met andere geneesmiddelen’.
- als u een te laag kalium- of magnesiumgehalte in het bloed heeft of wanneer u een te trage hartslag heeft.
- als u bepaalde geneesmiddelen gebruikt die de werking van Orap kunnen versterken of de kans op bijwerkingen kunnen vergroten. Welke dit zijn kunt u vinden onder ‘Inname met andere geneesmiddelen’.
Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker.

Wees extra voorzichtig met Orap
- als u geneesmiddelen gebruikt om uw hartritme te verbeteren, tegen psychosen, of middelen tegen depressie. Als u deze middelen gebruikt, moet uw hart regelmatig worden gecontroleerd.

- als u epilepsie of spierkrampen heeft waardoor er een verlamming ontstaat. Vertel het uw arts als u een van deze ziekten heeft. Het kan zijn dat bij u nauwkeurig medisch toezicht noodzakelijk is als u Orap gebruikt. Bovendien moet de dosering misschien worden aangepast of moet u aanvullende medicijnen krijgen.

- bij verandering van uw stemming. Bij gebruik van Orap kan blijken dat u een depressie heeft, of kan de depressie juist weggedrongen worden.

- als uw lever minder goed werkt. Vertel het uw arts als u een slechte leverfunctie heeft.
Misschien moet u extra worden gecontroleerd als u Orap gebruikt.

- als u zware arbeid verricht of in een zeer warme omgeving verblijft. Vertel het uw arts als u zware arbeid verricht of in een zeer warme omgeving verblijft. Het kan zijn dat uw lichaamstemperatuur te hoog wordt.

- bij bepaalde psychische aandoeningen. Bij patiënten met bepaalde psychische aandoeningen is de kans om bijwerkingen te krijgen groter.

- bij kinderen jonger dan 3 jaar
Er is nog niet veel ervaring met het gebruik van Orap bij kinderen jonger dan 3 jaar. Daarom is het beter dat kinderen jonger dan 3 jaar Orap niet gebruiken.

- als u niet meteen effect merkt
Als u bent begonnen met het innemen van Orap kan het enige tijd duren voordat u het volledige effect van Orap merkt. Andersom kan het ook zijn dat uw verschijnselen enige tijd na het stoppen terugkeren.

- als u last krijgt van de volgende verschijnselen:

- bepaalde bewegingsstoornissen zoals trillen, onwillekeurige bewegingen en niet lang stil kunnen zitten (extrapiramidale verschijnselen).

- vreemde bewegingen van de tong, het gezicht, de mond, of de kaken (zogenaamde tardieve dyskinesie). Deze vreemde bewegingen kunnen worden veroorzaakt door Orap. Soms ontstaan deze bewegingen pas of worden ze erger als u stopt met het gebruiken van Orap. Raadpleeg uw arts als dit gebeurt.

- hoge koorts, versnelde ademhaling, transpireren, stijve spieren, verwardheid of verminderd bewustzijn. Deze verschijnselen kunnen horen bij het zogenaamde maligne neurolepticasyndroom, dat veroorzaakt kan worden door Orap. In dat geval dient u onmiddellijk uw arts te raadplegen.

- melkvloed, menstruatiestoornissen of impotentie. Het is mogelijk dat u door het gebruik van Orap last krijgt van melkvloed uit de tepels of menstruatiestoornissen (bij vrouwen) of van impotentie (bij mannen).
- een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid of flauwvallen. Het kan zijn dat uw bloeddruk te laag is.

Inname met andere geneesmiddelen

Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Gebruikt u een of meer van de onderstaande middelen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Orap kan de werking van de volgende middelen versterken:
geneesmiddelen die het reactievermogen verminderen (bijvoorbeeld slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen, verdovende pijnstillers). Gebruik deze middelen daarom alleen als uw arts ze u voorschrijft.

Sommige (genees)middelen kunnen de werking van Orap versterken of de kans op bijwerkingen verhogen. Daarom mag u Orap beslist niet samen met die geneesmiddelen gebruiken.
— bepaalde middelen tegen hiv (zogenaamde proteaseremmers).
— bepaalde middelen tegen schimmelinfecties (zogenaamde azolen).
— bepaalde antibiotica (zogenaamde macroliden en middelen die bijvoorbeeld nefazodon bevatten).
— bepaalde middelen voor de behandeling van angsten en depressies, die sertraline, citalopram, escitalopram of paroxetine bevatten.
Ook mag u Orap beslist niet gebruiken in combinatie met geneesmiddelen die een bepaalde invloed hebben op uw hartfilmpje (het zogenaamde QT-interval verlengen). Daarom mag u Orap beslist niet samen met die geneesmiddelen gebruiken.

Voorbeelden hiervan zijn:
— bepaalde middelen voor het hart die bijvoorbeeld kinidine, disopyramide, procaïnamide, amiodaron, sotalol of bepridil bevatten;
— bepaalde middelen tegen depressieve aandoeningen die bijvoorbeeld amitriptyline of maprotiline bevatten;
— bepaalde middelen tegen psychische aandoeningen, bijvoorbeeld zogenaamde fenothiazines of een middel dat sertindol bevat;
— bepaalde middelen tegen allergische aandoeningen die bijvoorbeeld astemizol of terfenadine bevatten;
— middelen tegen maagdarmstoornissen die cisapride bevatten;
— anti-malariamiddelen die halofantrine bevatten;
— middelen tegen bacteriële infecties die sparfloxacine bevatten.

De kans op het ontstaan van bepaalde bijwerkingen neemt toe bij gebruik van Orap gelijktijdig met:
- middelen die eenzelfde effect hebben als Orap (antipsychotica);
- middelen tegen depressieve stemmingen, waaronder middelen die fluvoxamine bevatten;
- middelen die gebruikt worden bij manisch depressiviteit, die lithium bevatten;
- middelen tegen de ziekte van Parkinson.
Overleg met uw arts of apotheker of dit voor u van toepassing is. Als u deze middelen gebruikt, dan zal uw arts de dosering van Orap misschien aanpassen.

Inname van Orap met voedsel en drank

Orap kan de werking van alcohol versnellen of versterken. Gelijktijdig gebruik van Orap en alcohol wordt afgeraden.
Eet of drink ook geen grapefruit(sap) als u Orap gebruikt. Dit kan namelijk ook de werking van Orap versterken.

Zwangerschap en borstvoeding

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.

- Zwangerschap.
Of het gebruik van Orap schadelijk is als u in verwachting bent, is onvoldoende
bekend. Uit proeven met dieren is gebleken dat Orap bij zeer hoge dosis schadelijk is. Bent u in verwachting of wilt u in verwachting raken, dan mag u Orap in principe niet gebruiken. Overleg hierover met uw arts.
- Borstvoeding. Het is niet bekend of de stof die zorgt voor de werking van Orap in de moedermelk terechtkomt. Omdat er mogelijk wel bij de baby bepaalde verschijnselen kunnen optreden, mag u geen borstvoeding geven als u Orap gebruikt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Bij het gebruik van Orap kan het reactievermogen verminderd zijn. Ook kan Orap slaperigheid en duizeligheid veroorzaken. Voordat u gaat autorijden of gevaarlijke machines gaat bedienen moet u zich heel bewust afvragen of dit bij u het geval is.

Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Orap

De lichtoranje tabletten van 1 mg bevatten de kleurstof oranjegeel S (E 110)-aluminium lak. Dit kan allergische reacties veroorzaken.

3. HOE WORDT ORAP INGENOMEN

Volg bij het innemen van Orap nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Uw arts of apotheker vertelt u hoeveel Orap u moet innemen. Uw arts zal de dosering geleidelijk verhogen totdat het gewenste effect wordt verkregen. De dosering waarbij het gewenste effect optreedt, varieert bij volwassenen meestal tussen 1 en 8 mg. Soms is een hogere dosering nodig. Tijdens de behandeling zal uw arts geregeld uw dosering bekijken en zo nodig bijstellen of stoppen. Houd u altijd nauwkeurig aan het voorschrift en verander of stop de dosering niet zonder uw arts te raadplegen!

Maximale dosering

Neem in elk geval nooit meer dan 20 mg per dag in.

Wanneer en hoe in te nemen

U hoeft Orap-tabletten maar één keer per dag in te nemen. Neem uw tablet(ten) in met een paar slokken water of met een andere drank (zonder alcohol). U kunt dit het beste ’s ochtends, op een nuchtere maag, doen. Combineer Orap niet met grapefruit(sap). Dit kan de werking van Orap namelijk verstoren.

Hoeveel innemen
De begindosering is afhankelijk van uw leeftijd.:

- Volwassenen: Meestal wordt de behandeling gestart met 1 tot 2 mg per dag.

- Ouderen: Bij ouderen wordt de behandeling meestal gestart met 1/2 tot 1 mg per dag.

- Kinderen ouder dan 3 jaar: Bij kinderen zal de arts meestal met een lagere dosering beginnen dan bij volwassenen; vaak is dat de helft van de dosis die is beschreven voor volwassenen.

-  Kinderen jonger dan 3 jaar: Er is nog niet veel ervaring met het gebruik van Orap bij kinderen jonger dan 3 jaar. Daarom is het beter dat kinderen jonger dan 3 jaar Orap niet gebruiken.

Wat u moet doen als u meer van Orap heeft ingenomen dan u zou mogen

Als iemand meer Orap heeft ingenomen dan zou mogen, kan een verergering optreden van de bijwerkingen (zie ’Mogelijke bijwerkingen’). De meest voorkomende bijwerkingen zijn: stijve spieren, trillingen, en sufheid. In extreme gevallen kan iemand in coma raken. De ademhaling is dan
heel zwak en langzaam. Raadpleeg in deze gevallen onmiddellijk een arts en zorg ervoor dat de patiënt goed kan ademhalen (luchtweg vrijmaken).

Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Orap in te nemen

Als u merkt dat u vergeten bent uw Orap in te nemen, neem dan alsnog uw tablet(ten) in. Echter wanneer het al tijd is voor de volgende dosis mag u geen dubbele dosis innemen; u moet dan de vergeten tabletten niet meer innemen.

Als u stopt met het gebruik van Orap

Stop nooit met Orap zonder overleg met uw arts.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van Orap, vraag dan uw arts of apotheker.

4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN

Zoals alle geneesmiddelen kan Orap bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.

- In het begin van de behandeling en/of bij het verhogen van de dosis: bepaalde
bewegingsstoornissen zoals stijve spieren, beverigheid, onwillekeurige bewegingen, en niet lang stil kunnen zitten. Deze verschijnselen zijn gewoonlijk niet gevaarlijk. Neem contact op met uw arts als deze verschijnselen bij u optreden. Misschien verlaagt uw arts de dosis, of krijgt u een ander middel voorgeschreven. Deze verschijnselen zullen dan waarschijnlijk verdwijnen.

- Na langdurig gebruik: vreemde bewegingen van de tong, het gezicht, de mond, of de kaken.
Deze bewegingen kunnen erger worden of pas ontstaan nadat u met het gebruik van Orap bent gestopt. Raadpleeg uw arts wanneer dit bij u gebeurt.

Zenuwstelsel:
- Sufheid, slapeloosheid, duizeligheid, gevoel van zwakte, hoofdpijn, stuiptrekkingen, verergering van een depressieve stemming en een sombere stemming.

- In zeer zeldzame gevallen: epileptische aanvallen wanneer u Orap gelijktijdig gebruikt met middelen die eenzelfde effect hebben als Orap.

- Een verkeerde reactie van uw lichaam op Orap, met extreem zweten, hoge koorts, zeer stijve spieren, een versnelde ademhaling, een snelle hartslag, veel productie van speeksel, en verminderd bewustzijn. Als deze bijwerkingen optreden, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.

- Overgevoeligheid voor Orap: dit kunt u herkennen aan bijvoorbeeld huiduitslag, jeuk, kortademigheid of een opgezet gezicht. Stop met het gebruik van Orap en raadpleeg uw arts als dit bij u optreedt.

- Maag en darmen: misselijkheid, moeilijke stoelgang.

- Hormonen: bij vrouwen na langdurig gebruik wat melkafscheiding uit de tepels en/of menstruatiestoornissen, bij mannen na langdurig gebruik in zeer lichte mate borstontwikkeling of impotentie.

- Hart en bloedvaten: een lichte versnelling of vertraging van de hartslag, of een onregelmatige hartslag. Stop met het gebruik van Orap en neem contact op met uw arts als dit bij u optreedt.

- Algemeen: een droge mond of juist veel productie van speeksel, zweten, een verhoogde of juist verlaagde lichaamstemperatuur. Overigens kunnen veel productie van speeksel, zweten en een verhoogde lichaamstemperatuur (koorts) ook een teken zijn dat uw lichaam verkeerd reageert op Orap. Neem daarom onmiddellijk contact op met uw arts als een of meer van deze verschijnselen bij u optreden (zie ook onder ’Wees extra voorzichtig met Orap’).

Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

5. HOE BEWAART U ORAP

Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.

Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.

Gebruik Orap niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de verpakking. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand. Voorbeeld: niet te gebruiken na: 06-2009 of EXP.: 06- 2009 betekent dat u het geneesmiddel na juni 2009 niet meer mag gebruiken.
Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.

6. AANVULLENDE INFORMATIE

Wat bevat Orap

- Het werkzame bestanddeel is pimozide.

- De andere bestanddelen zijn: calciummonowaterstoffosfaatdihydraat (E 341), maïszetmeel, microkristallijne cellulose (E 460), talk (E 553B), povidon K30, gehydrogeneerde katoenzaadolie, geel ijzeroxide (E 172), oranjegeel S (E 110)-aluminium lak (alleen de 1 mg-tabletten) en indigotinedisulfonaat (E 132)-aluminium lak (alleen de 4 mg-tabletten).

Hoe ziet Orap er uit en wat is de inhoud van de verpakking

Orap-tabletten zijn ronde, ietwat bolle tabletten. Ze zijn er in verschillende sterkten: met 1 of met 4 mg pimozide per tablet. De sterkte van de tablet is te herkennen aan de kleur en het opschrift.



1 mg tabletten
De tabletten met 1 mg zijn lichtoranje. Op de ene kant van deze tabletten staat ’O’ en ’1’. Op de andere kant van deze tabletten staat ’Janssen’.

4 mg tabletten
De tabletten met 4 mg zijn lichtgroen. Deze tabletten hebben een breukkruis, waardoor ze makkelijk in tweeën of vieren gedeeld kunnen worden. Op de andere kant van deze tabletten staat ’Janssen’.

Orap-tabletten met 1 mg zijn verpakt in een doosje met 75 tabletten in strips. De tabletten met 4 mg zijn verpakt in een doosje met 20 tabletten in strips, of in een tablettenflacon met 1000 tabletten. Van beide tabletsterktes bestaat er ook een speciale ziekenhuisverpakking met 50 afzonderlijk verpakte tabletten. Het kan zijn dat niet alle verpakkingsgrootten op de markt zijn.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Registratienummers:
RVG 06149 RVG 06150

Registratiehouder:
Janssen-Cilag B.V.
Postbus 90240
5000 LT Tilburg
e-mail janssen-cilag@jacnl.jnj.com.

Fabrikant:
Lusomedicamenta Sociedade Técnica Farmacêutica S.A. Barcarena
Portugal

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in november 2008.