Patiëntenbijsluiter

TRINIPATCH®

Wat is de samenstelling van Trinipatch?

Trinipatch is een pleister voor gebruik op de huid. Elke pleister bevat 5 mg, 10 mg of 15 mg nitroglycerine.

Een pleister bevat tevens de volgende hulpstoffen: sorbitan mono-oleaat (klevend bestanddeel), folie van polyethyleen en beschermstrookjes van polyester met silicon.

Hoe ziet Trinipatch eruit en wat is de inhoud van de verpakking?

Elke pleister is afzonderlijk verpakt in een sachet (zakje) met de opdruk Trinipatch 5, Trinipatch 10 of Trinipatch 15. Elk doosje bevat 30 pleisters in sachets.

Tot welke geneesmiddelengroep behoort Trinipatch?

Trinipatch behoort tot de groep van vaatverwijdende geneesmiddelen bij hartaandoeningen.

Wie brengt Trinipatch in Nederland in de handel?

Synthélabo Pharma B.V,
Maarssenbroeksedijk 4,
3606 AN Maarssen.
Tel: 030 - 2488188

Onder welke nummers is Trinipatch in het register ingeschreven?

In het register ingeschreven onder RVG 19511 (Trinipatch 5), RVG 19512 (Trinipatch 10), RVG 19513 (Trinipatch 15).

Waarvoor wordt Trinipatch gebruikt?

Trinipatch wordt gebruikt bij het vermijden van aanvallen van pijn op de borst (angina pectoris).

Waar moet u op letten voordat u Trinipatch gaat gebruiken?

U mag Trinipatch niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof (nitroglycerine) of verwante stoffen, ernstige bloedarmoede, plotselinge stoornissen van de bloedsomloop die samenhangen met een sterk verlaagde bloeddruk (shock, flauwte). Evenmin bij ziekten die samengaan met een verhoogde druk in de schedel of in het oog of bij bepaalde hartziekten als gevolg van afsluiting (bv. vernauwing van de hartkleppen of ontsteking van het hartzakje).
U mag geen sildenafil (Viagra) gebruiken.

Trinipatch mag niet tijdens de zwangerschap of bij het vermoeden hiervan worden gebruikt. Het geven van borstvoeding tijdens gebruik van Trinipatch wordt ontraden.

Welke bijzondere voorzorgen gelden er bij het gebruik van Trinipatch?

Voorzichtigheid en nauwkeurige controle is geboden bij de behandeling van patiënten die onlangs een hartaanval of een andere acute hartziekte hebben gehad.
Bij patiënten met een bepaalde hartziekte of een aandoening van de hersenen dient er rekening mee te worden gehouden dat het effect van de pleisters kan afnemen.

Bij patiënten met een hartspierziekte kan bij gebruik van middelen zoals Trinipatch de pijn op de borst verergeren.

Voordat in het ziekenhuis eventueel wordt overgegaan tot het reguleren van het hartritme door de gelijkstroomstoot (= cardioversie, defibrillatie) of voordat eventueel warmte in de weefsels wordt opgewekt door er een hoogfrequente elektrische stroom doorheen te laten gaan (diathermie), moet de op de huid aanwezige Trinipatch pleister worden verwijderd.

Om vermindering of verlies van werkzaamheid te voorkomen dient behandeling met tussenpozen plaats te vinden (zie Dosering).

Wat is de invloed van Trinipatch op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken?

Trinipatch kan vooral in het begin van de behandeling het reactievermogen verminderen. Extra voorzichtigheid is geboden bij deelname aan het verkeer of het gebruik van machines. In geval van te lage bloeddruk of duizeligheid moet de pleister worden verwijderd.

Kunt u Trinipatch samen met andere geneesmiddelen gebruiken?

Licht altijd uw arts in wanneer u naast Trinipatch nog andere geneesmiddelen gebruikt. Sommige geneesmiddelen kunnen namelijk elkaars werking beïnvloeden of mogen om andere redenen niet gelijktijdig worden gebruikt.

Bij gelijktijdig gebruik van Trinipatch met andere vaatverwijdende middelen (zoals vasodilatoren, calciumantagonisten, ACE-remmers), bloeddrukverlagende middelen (zoals beta-blokkers, antihypertensiva), plasmiddelen (diuretica), bepaalde middelen tegen depressie (tricyclistische antidepressiva, neuroleptica) en alcohol kan een versterkte bloeddrukdaling optreden.

De stof dihydroergotamine (middel tegen migraine) werkt het effect van nitroglycerine tegen.

Het effect van Trinipatch kan door gebruik van acetylsalicylzuur (een pijnstiller) of andere middelen tegen reuma (NSAID's) verzwakt worden.

Welke speciale waarschuwingen gelden er bij het gebruik van Trinipatch?

Aan patiënten die Trinipatch pleisters dragen wordt voor alle zekerheid ook aangeraden om enige meters uit de buurt van magnetronovens te blijven omdat er in zeer zeldzame gevallen dat de magnetronovens defect zijn en er daardoor eventueel lekstraling optreedt, een kans bestaat dat de pleister ontbrandt door verhitting van de erin aanwezige folie.

Na het eventueel beëindigen van de behandeling met Trinipatch, wordt aanbevolen tegelijk met het verwijderen van de laatste pleister, over te gaan op het innemen van tabletten. Op aanwijzing van uw arts dient u hier nog enige tijd mee door te gaan.

Trinipatch is niet geschikt voor de behandeling van een plotseling optredende aanval van pijn op de borst. Indien zo'n aanval optreedt moet u een snelwerkend nitroglycerine-tabletje onder de tong leggen.

U mag geen sildenafil (Viagra) gebruiken als u onder behandeling staat met Trinipatch. Het bloeddruk-verlagende effect van Trinipatch wordt versterkt door sildenafil. Dit kan leiden tot ernstige aandoeningen zoals hartaanvallen.

Aanwijzingen voor het gebruik van Trinipatch

Hoeveel Trinipatch pleisters moet u gebruiken?

In het algemeen wordt begonnen met één pleister Trinipatch 5 per dag.
Bij onvoldoende resultaat en goede verdraagbaarheid kan uw arts de dagdosis verhogen tot één pleister Trinipatch 10, of één pleister Trinipatch 15.
Aangeraden wordt de pleister telkens gedurende een periode van 8-12 uur niet te dragen. In dat geval moet u bijvoorbeeld een Trinipatch pleister aanbrengen en die 16 uur later verwijderen. Vervolgens brengt u 8 uur daarna een nieuwe pleister aan op een ander deel van de huid. Bij sommige patiënten kan uw arts overwegen de pleister 24 uur te laten zitten en daarna te verwijderen en te vervangen door een nieuwe pleister op een andere plaats van de huid. Bij oudere patiënten kan de dosering aangepast worden. Toepassing bij kinderen wordt niet aanbevolen.
In alle gevallen dient het advies van uw arts te worden opgevolgd.

Het aanbrengen van de pleister

1 en 2. Neem de pleister tussen duim en wijsvinger en trek één beschermstrook voorzichtig los.
3. Plak Trinipatch op een onbeschadigd, weinig behaard en droog deel van de huid bijvoorbeeld aan de zijkant van de borstkas (links of rechts).
4. Verwijder daarna de andere beschermstrook.
5. Druk vervolgens stevig met de vingers of de palm van de hand gedurende 10-20 seconden de pleister aan.

Let op: Verwijder Trinipatch na het voorgeschreven aantal uren en werp de pleister weg. Zorg er voor dat de gebruikte en weggegooide Trinipatch pleisters buiten het bereik van kinderen blijven. Om huidreacties te voorkomen is het van belang dagelijks een andere plaats te kiezen, bijvoorbeeld afwisselend op de linker- en rechterkant van de borstkas. Eventueel op de huid achterblijvende resten van de kleeflaag kunnen gemakkelijk met wasbenzine worden verwijderd.
Trinipatch pleisters blijven goed op de huid vastzitten en behouden hun werking ook bij baden, douchen of lichamelijke activiteiten. Als de pleister zou loslaten, dient een nieuwe pleister op een andere plaats te worden aangebracht (b.v. op de andere kant van de borstkas).

Hoe lang duurt een behandeling met Trinipatch?

Meestal wordt Trinipatch gedurende een langere tijd voorgeschreven. Volg hierbij de aanwijzingen van uw arts op.

Wat moet u doen als u meer Trinipatch pleisters heeft aangebracht dan uw arts heeft voorgeschreven?

Als u teveel Trinipatch pleisters heeft aangebracht, dient u direct uw arts te waarschuwen.

Wat moet u doen als u een keer vergeten bent de pleister aan te brengen?

Het kan voorkomen dat u vergeet de pleister aan te brengen. In dat geval moet u alsnog zo snel mogelijk een pleister aanbrengen wanneer dat op dezelfde dag is en er voldoende tijd overblijft tussen de te plakken pleister en de volgende op te brengen pleisters. Vervolgens gaat u over tot het door uw arts voorgeschreven schema.

Welke bijwerkingen kunnen optreden?

In het begin van de behandeling kan hoofdpijn optreden. Meestal verdwijnt deze klacht na enkele dagen. Als de hoofdpijn blijft aanhouden, moet u uw arts raadplegen.
Soms kan roodheid van de huid, met of zonder lichte jeuk of een branderig gevoel optreden. In dat geval wordt aangeraden de nieuwe pleister op een andere plaats te plakken.
Blozen, flauwvallen of een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid en te lage bloeddruk (bloeddrukdaling bij het rechtop gaan zitten of staan), zijn in zeldzame gevallen gemeld. Misselijkheid of braken doet zich zelden voor.

Waarschuw uw arts of apotheker ook indien bij u een bijwerking optreedt die niet wordt vermeld in de bijsluiter of ene bijwerking die u als ernstig ervaart.

Hoe moet u Trinipatch bewaren en wat is de uiterste gebruikstermijn?

Trinipatch dient beneden 25°C in de originele verpakking bewaard te worden, buiten het bereik van kinderen.

De uiterste gebruiksdatum staat vermeld op de verpakking en op de sachet achter 'Niet te gebruiken na' .

Wanneer is deze bijsluiter voor het laatst gewijzigd?

Aanvullende informatie
Pijn op de borst (angina pectoris)
Pijn op de borst wordt ervaren als een beklemmend, drukkend gevoel op de borst. De pijn kan uitstralen naar één van beide armen, hals, kaak of rug. Vaak kan pijn op de borst samengaan met benauwdheid of een beangstigend gevoel. Het kan vooral voorkomen op momenten dat u zich inspant of opwindt. Als u weer rustig bent, verdwijnen de klachten vrij snel. Een 'aanval' van pijn op de borst duurt meestal een paar minuten, maar soms ook langer.

Wat is het effect van Trinipatch?
Trinipatch is een pleister dat nitroglycerine (een nitraat) bevat. Het heeft een vaatverwijdende werking op de bloedvaten. Indirect wordt hierdoor het zuurstofgebruik van het hart verminderd. Als gevolg hiervan wordt de hartspier ontlast.