BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER
Zestoretic-20/12,5, tabletten 20/12,5 mg

Lisinopril/Hydrochloorthiazide
Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het innemen van dit geneesmiddel.
- Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen.
- Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
- Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan
anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen.
- Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

In deze bijsluiter:
1. Wat is Zestoretic-20/12,5 en waarvoor wordt het gebruikt
2. Wat u moet weten voordat u Zestoretic-20/12,5 inneemt
3. Hoe wordt Zestoretic-20/12,5 ingenomen
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Zestoretic-20/12,5
6. Aanvullende informatie


1. WAT IS ZESTORETIC-20/12,5 EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Zestoretic-20/12,5 is beschikbaar in de vorm van tabletten en elke tablet bevat twee actieve bestanddelen lisinopril en hydrochloorthiazide. Lisinopril behoort tot de groep van geneesmiddelen die ACE-remmers worden genoemd (afkorting voor ‘Angiotensin-Converting-Enzyme’-remmers). Hydrochloorthiazide is een plasmiddel (diureticum) dat de hoeveelheid urine die de nier produceert, vergroot.
Zestoretic wordt gebruikt ter behandeling van verhoogde bloeddruk (hypertensie), indien lisinopril of hydrochloorthiazide alleen onvoldoende is.


2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U ZESTORETIC-20/12,5 INNEEMT
Neem Zestoretic-20/12,5 niet in
• Als u allergisch (overgevoelig) bent voor lisinopril of hydrochloorthiazide of voor één van de andere bestanddelen van Zestoretic-20/12,5.
• Als u geen of zeer sterk verminderde urineproductie heeft.
• Als u Zestoretic of een van zijn ingrediënten (diureticum dat lijkt op sulfonamides, een soort antibioticum) eerder heeft gebruikt en hierop een allergische reactie heeft ondervonden.
• Als u eerder een geneesmiddel heeft gebruikt uit dezelfde groep als Zestoretic (ACE-remmers) en hierop allergische reacties heeft ondervonden, eventueel bestaande uit zwelling van het gezicht, lippen, tong en/of keel gepaard gaande met moeilijk slikken of ademhalen, of indien u of iemand uit uw familie deze reactie om welke reden dan ook eerder heeft gehad.
• Als u een sterk verminderde werking van de nieren en/of lever heeft.
• Gebruik Zestoretic niet tijdens de laatste 6 maanden van de zwangerschap, zie ook ‘Zwangerschap en borstvoeding’.


Wees extra voorzichtig met Zestoretic-20/12,5
• Als u de neiging heeft om flauw te vallen of last heeft van duizeligheid (lage bloeddruk). De kans op een lage bloeddruk is groter wanneer u een plasmiddel gebruikt, een zoutarm dieet volgt, wanneer u gedialyseerd wordt, wanneer u diarree heeft of moet braken.
• Als u een vernauwing bij de aorta- of mitralisklep in het hart heeft.
• Als u een verminderde werking van de nieren heeft.
• Als u een plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijvoorbeeld keel of tong), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische reactie (angio-oedeem) heeft. Zie ook rubriek ‘Neem Zestoretic niet in:’.
• Als u met een ‘high flux’ membraan (bijvoorbeeld AN 69) wordt gedialyseerd.
• Als u met low-density-lipoproteins (LDL) aferese met dextransulfaat wordt behandeld.
• Als u een desensibilisatiebehandeling (een behandeling om u minder gevoelig te maken voor het effect van een allergie of voor een bijen- of wespensteek) moet ondergaan.
• Als u een verminderde werking van de lever heeft.
• Als u een bepaalde (ernstige) bloedafwijking (te kort aan witte bloedlichaampjes) gepaard gaande met verhoogde gevoeligheid voor infectie (neutropenie) of gepaard gaande met plotselinge hoge koorts, heftige keelpijn en zweertjes in de mond (agranulocytose) heeft.
• Als u een donkere huidskleur heeft, omdat Zestoretic bij mensen met een donkere huidskleur minder effectief zou kunnen zijn.
• Als u last heeft van een aanhoudende droge hoest.
• Als u een operatie of narcose moet ondergaan.
• Als u een verhoogd risico heeft van te veel kalium in het bloed (verminderde nierfunctie, suikerziekte of het gebruik van een kaliumsparend geneesmiddel zoals bijvoorbeeld spironolacton of een kaliumbevattend geneesmiddel).
• Als u suikerziekte heeft.
• Als u lithium gebruikt.


• Vertel uw dokter als u denkt dat u zwanger bent of zwanger wilt worden. Het gebruik van
Zestoretic wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en kan ernstige nadelige effecten voor de baby hebben bij gebruik vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden, zie ook ‘Zwangerschap en borstvoeding’.
• Als u borstvoeding geeft of wil geven.
• De eerste keer dat u het middel gebruikt kan mogelijk een grotere bloeddrukdaling optreden dan het geval is bij herhaald gebruik. Indien u dan last heeft van duizeligheid kan het helpen om even te gaan liggen. Neem bij eventuele ongerustheid contact op met uw arts.
• Indien u een ingrijpende operatie of narcose moet ondergaan, dient u het medisch personeel en in het bijzonder de anesthesioloog te informeren dat u Zestoretic-20/12,5 gebruikt.
• Zestoretic-20/12,5 is niet bestemd voor toepassing bij kinderen.


Inname met andere geneesmiddelen
Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Let op: de volgende opmerkingen kunnen ook van toepassing zijn op het gebruik van geneesmiddelen enige tijd geleden of in de nabije toekomst.
Sommige medicijnen kunnen elkaars werking versterken of verzwakken of mogen om andere redenen niet gelijktijdig worden gebruikt. Licht daarom altijd uw arts in wanneer u andere medicijnen naast Zestoretic gebruikt. Dit geldt ook voor medicijnen die zonder recept te krijgen zijn. U kunt tevens gebruik maken van een medicijnkaart, verkrijgbaar bij de apotheek. Hierop noteert u welke medicijnen u gebruikt en in welke dosering.
Vooral wanneer u de volgende geneesmiddelen naast Zestoretic gebruikt, is het van belang dat uw arts dit weet, zodat uw arts eventueel de dosering van de medicijnen kan aanpassen.
• kaliumbevattende middelen; gelijktijdige inname kan leiden tot een te hoog kaliumgehalte in het bloed;
• plasmiddelen inclusief de kaliumsparende plasmiddelen zoals spironolacton, triamtereen of amiloride (middelen tegen hoge bloeddruk); gelijktijdige inname kan het bloeddrukverlagend effect versterken;
• lithium (middel tegen manische depressie); bij gelijktijdige inname kan de hoeveelheid lithium in het bloed stijgen;
• bepaalde middelen tegen reuma zoals bijvoorbeeld Tauredon (met natriumaurothiomalaat als werkzaam bestanddeel)
• NSAID’s inclusief meer dan 3 g acetylsalicylzuur per dag (pijnstillende middelen met ontstekingsremmende en koortsverlagende werking); gelijktijdige inname kan het bloeddrukverlagend effect van Zestoretic verminderen;
• andere middelen tegen een hoge bloeddruk; gelijktijdige inname kan het bloeddrukverlagende effect van Zestoretic verhogen;
• tricyclische antidepressiva (middelen tegen depressie), antipsychotica (middelen tegen psychose) en anaesthetica (narcosemiddel); gelijktijdige inname/toediening kan de bloeddruk verder verlagen;
• sympathicomimetica (middelen met een stimulerende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel); gelijktijdige inname kan het bloeddrukverlagend effect van Zestoretic verminderen;
• antidiabetica (middelen tegen suikerziekte); gelijktijdige inname kan het bloedsuikerverlagend effect van antidiabetica versterken;
• Allopurinol (middel tegen jicht) gelijktijdige inname verhoogt de kans op nierproblemen en afwijkingen van het bloed;
• Ciclosporine (middel gebruikt na transplantaties), gelijktijdige inname verhoogt de kans op nierproblemen en op verhoogde hoeveelheid kalium in het bloed;
• Lovastatine (middel bij verhoogde hoeveelheid vetten in het bloed), gelijktijdige inname verhoogt de kans op verhoogde hoeveelheid kalium in het bloed;
• Procainamide (middel bij hartritmestoornissen) en cytostatica (middelen tegen kanker) of middelen die het afweersysteem onderdrukken, gelijktijdig gebruik kan afwijkingen van het bloed geven;
• Als u gedialyseerd moet worden en er zogenoemde high-flux membranen worden gebruikt.
• Als u amfotericine B (een antibioticum) of bepaalde hormonen moet gebruiken. Dit kan leiden tot een verlaagde hoeveelheid kalium in het bloed.
• calciumzouten, gelijktijdig gebruik met Zestoretic kan leiden tot een verhoogde hoeveelheid calcium in het bloed;
• Digoxine/digitoxine (middelen bij hartfalen) gelijktijdig gebruik kan leiden tot te hoge hoeveelheid van deze stoffen in het bloed;
• Colestyramine en colestipol (middelen tegen verhoogde hoeveelheid vetten in het bloed) de opname van een van de bestanddelen van Zestoretic kan verminderd zijn;
• middelen om de spieren te verslappen, de werking van deze middelen wordt onder invloed van Zestoretic versterkt;
• sommige middelen tegen geestesziekten in combinatie met Zestoretic kunnen hartproblemen geven;
• Soltalol (middel tegen hartritmestoornissen), gelijktijdig gebruik met Zestoretic kan de kans op hartritmestoornissen vergroten.
Zestoretic kan gelijktijdig gebruikt worden met acetylsalicylzuur (in lage doseringen), trombolytica (bloedverdunners), bèta-blokkers (middel tegen een hoge bloeddruk) en/of nitraten (middel toegepast bij een beklemmend pijnlijk gevoel op de borst (angina pectoris)).


Zwangerschap en borstvoeding
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent of als u zwanger wilt worden. Meestal zal uw arts u adviseren in plaats van Zestoretic een ander geneesmiddel te gebruiken, omdat Zestoretic niet aanbevolen wordt voor gebruik tijdens het begin van de zwangerschap en ernstige nadelige effecten voor de baby kan hebben bij gebruik vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gewoonlijk zal aan u een ander geschikt bloeddrukverlagend medicijn in plaats van Zestoretic worden voorgeschreven als u zwanger wilt worden. Dit geneesmiddel mag niet gebruikt worden tijdens het 2e en 3e trimester van de zwangerschap.
Gewoonlijk zal uw arts u adviseren te stoppen met het gebruik van Zestoretic zodra u weet dat u zwanger bent. Als u zwanger wordt tijdens de behandeling met Zestoretic moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.

Oudere patiënten
Onderzoek heeft aangetoond dat de werkzaamheid van Zestoretic-20/12,5 niet wordt beïnvloed door leeftijd. De gebruikelijke dosering is van toepassing op oudere patiënten.

Kinderen
De veiligheid en werkzaamheid van Zestoretic-20/12,5 zijn niet vastgesteld bij kinderen. Raadpleeg uw arts of apotheker voor het gebruik van Zestoretic bij kinderen.


Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen gegevens bekend over de invloed op de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen. In verband met het mogelijke optreden van de bijwerking duizeligheid dient men rekening te houden met een negatieve beïnvloeding van de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te gebruiken.


3. HOE WORDT ZESTORETIC-20/12,5 INGENOMEN
Volg bij het innemen van Zestoretic-20/12,5 nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker.
• De aanvangsdosering bedraagt eenmaal daags een halve tablet. Indien nodig kan de dosering door de arts worden verhoogd tot eenmaal daags een tablet. De maximale dosering is twee tabletten per dag in een keer in te nemen.
• Slik de tablet door met wat water.
• Probeer uw tablet iedere dag op ongeveer dezelfde tijd in te nemen.
Wanneer u behandeld wordt met plasmiddelen (diuretische therapie)
Twee tot drie dagen voordat u begint met het gebruik van Zestoretic-20/12,5 dient de behandeling met plasmiddelen (diuretica) te worden gestopt. Wanneer dit niet mogelijk is dient de behandeling te worden gestart met enkel lisinopril.
Wanneer u een verminderde werking van de nieren heeft
Wanneer u een matig verminderde werking van de nieren heeft mag u Zestoretic-20/12,5 alleen gebruiken nadat uw arts eerst de juiste dosis van de individuele werkzame stoffen heeft vastgesteld. (Zie ook de rubriek ‘Wat u moet weten voordat u Zestoretic-20/12,5 inneemt’.)


Wat u moet doen als u meer van Zestoretic-20/12,5 heeft ingenomen dan u zou mogen
Indien u meer dan uw normale dosis inneemt, dient u contact op te nemen met uw arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis.


Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Zestoretic-20/12,5 in te nemen
U behoort uw tabletten in te nemen zoals voorgeschreven. Bij het vergeten van een dosis, moet u echter geen extra dosis innemen. U moet uw gebruikelijke schema hervatten.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

Als u stopt met het innemen van Zestoretic-20/12,5
Stop niet met het innemen van uw tabletten, zelfs niet als u zich goed voelt, tenzij uw arts dit aanbeveelt.
Als u nog vragen heeft over het innemen van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.

4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Zestoretic-20/12,5 bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Zestoretic wordt gewoonlijk goed verdragen.
Bijwerkingen kunnen:
- zeer vaak voorkomen (bij meer dan 1 op de 10 patiënten);
- vaak voorkomen (bij meer dan 1 op de 100, maar bij minder dan 1 op de 10 patiënten);
- soms voorkomen (bij meer dan 1 op de 1.000, maar bij minder dan 1 op de 100 patiënten);
- zelden voorkomen (bij meer dan 1 op de 10.000, maar bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten); - zeer zelden voorkomen (bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten).
Hieronder volgt een lijst van mogelijke bijwerkingen.

Infecties
Ontsteking van een speekselklier (sialo-adenitis)

Bloed
Zelden: verlaging van de hoeveelheid bloedkleurstof (hemoglobine); verlaging van het aantal rode bloedlichaampjes (hematocriet)
Zeer zelden: remming van de bloedvorming in het beenmerg (beenmergdepressie); anemie (bloedarmoede); bloedarmoede gepaard gaande met zwakte, malaise, snelle vermoeidheid en kortademigheid (hemolytische en/of aplastische anemie); dalingen in aantallen bloedplaatjes gepaard gaande met blauwe plekken en bloedingsneiging (trombocytopenie); vermindering van het aantal witte bloedlichaampjes gepaard gaande met verhoogde gevoeligheid voor infecties (leukopenie); bloedafwijking (tekort aan witte bloedlichaampjes) gepaard gaande met verhoogde gevoeligheid voor infecties (neutropenie); plotselinge hoge koorts, heftige keelpijn en zweertjes in de mond ten gevolge van het verdwijnen van bepaalde witte bloedlichaampjes (agranulocytose); koorts, zwelling in het gelaat en afwijkingen van de lymfeklieren (lymfadenopathie); ziekte met afbraak van eigen weefsels (auto-immuunziekte);

Stofwisseling- en voedingsstoornissen
Soms: jicht
Zeer zelden: sterke daling van het suikergehalte in het bloed gepaard gaande met hongergevoel, zweten, hoofdpijn, prikkelbaarheid, onrust, vermoeidheid, duizeligheid, hartkloppingen en daling van het bewustzijn (hypoglycemie)

Overig: gebrek aan eetlust (anorexie); sterke stijging van het suikergehalte in het bloed gepaard gaande met moeheid, droge tong, dorst en slaperigheid (hyperglycemie); suiker in de urine (glucosurie); te hoog urinezuurgehalte in het bloed (hyperurikemie); verstoringen van de vocht- en zoutbalans van het lichaam (herkenbaar aan een droge mond, dorst, zwakte, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of krampen, spiermoeheid, verlaagde bloeddruk, verminderde urineproductie (oligurie), versnelde hartslag (tachycardie) en maagdarmstoornissen (zoals misselijkheid en braken))

Zenuwstelsel/psychiatrisch
Vaak: duizeligheid (verdwijnt over het algemeen na dosisverlaging en heeft zelden stopzetting van de behandeling tot gevolg); hoofdpijn; vermoeidheid
Soms: waarnemen van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie); spierslapte (asthenie); stemmingsveranderingen; draaierigheid (vertigo); smaakveranderingen; slaapstoornissen
Zelden: verwardheid
Overig: depressie; rusteloosheid, verlies van eetlust
Ogen
Wazig zien (voorbijgaand); stoornis in het kleuren-zien (xanthopsie)

Luchtwegen
Vaak: droge, aanhoudende hoest (verdwijnt na stopzetten behandeling); hoest
Soms: ontsteking van het neusslijmvlies gekenmerkt door een verstopte neus, niezen en afscheiding (rhinitis)
Zeer zelden: benauwdheid door kramp van de spieren van de luchtwegen (bronchospasmen); bijholteontsteking (sinusitis); bepaald soort ontsteking in de longen (allergische alveolitis); bepaald soort longontsteking (eosinofiele pneumonie)
Overig: ademhalingsmoeilijkheden (o.a. longontsteking (pneumonitis) en vochtophoping in de longen (pulmonair oedeem))

Hart- en vaatstelsel
Vaak: verlaagde bloeddruk (hypotensie) waaronder duizeligheid bij het opstaan uit een zittende houding (orthostatische hypotensie)
Soms: hartkloppingen (palpitaties); pijn op de borst; spierkrampen; spierzwakte; hartaanval (myocardinfarct); beroerte (cerebrovasculair accident); versnelde hartslag (tachycardie); doorbloedingsstoornissen in de ledematen (zoals koude handen en voeten (fenomeen van Raynaud)) Overig: hartritmestoornissen; ontsteking van een bloedvat (necrotiserende angiitis of vasculitis)

Maagdarmkanaal
Vaak: diaree, braken
Soms: misselijkheid; stoornissen in de spijsvertering (indigestie); ontsteking van de alvleesklier gepaard gaande met heftige pijn in de bovenbuik uitstralend naar de rug met misselijkheid en braken (pancreatitis); droge mond; buikpijn (abdominale pijn);
Zeer zelden: plotselinge vochtophoping in de darmen, vaak als overgevoeligheidsreactie (angiooedeem in de darmen); geelzucht ofwel leverontsteking met eventueel gele verkleuring van de huid of ogen (hepatocellulaire of cholestatische hepatitis); leverfalen
Overig: maagirritatie; verstopping (constipatie)

Huid
Soms: huiduitslag (rash); jeuk (pruritus)
Zelden: overgevoeligheidsreacties zoals huidreacties en plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijv. gezicht, armen en/of benen, lippen, tong, keel, strottenhoofd), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag (zogenaamd angioneurotisch oedeem); huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes (galbulten, netelroos ofwel urticaria); haaruitval (alopecia); huidaandoening gepaard gaand met schilferende, droge huiduitslag (psoriasis)
Zeer zelden: zweten (diaforese); met blazen gepaard gaande huidziekte (pemphigus); acute afsterving en loslating van bijna de gehele opperhuid, met vorming van grote, samenvloeiende blaren (toxische epidermale necrolyse); ernstige overgevoeligheidsreacties met (hoge) koorts, rode vlekken op de huid, gewrichtspijnen en/of oogontsteking (Stevens-Johnson syndroom); huiduitslag met rode onregelmatige vlekken (erythema multiforme); ); goedaardig gezwel (pseudolymfoom) op de huid
Overig: overgevoeligheid voor licht of zonlicht (fotosensibiliteit); ontstekingsachtige ziekte van huid en/of ingewanden (lupus erythematodes-achtige reacties); actief worden van een sluierende ontstekingsachtige ziekte van huid, ingewanden, gewrichten, nieren en hart (systemische lupus erythematodes); levensbedreigende overgevoeligheidsreacties (anafylactische reacties)

Spierstelsel Spierspasme

Nieren en urinewegen
Vaak: verminderde nierwerking
Zelden: misselijkheid, overgeven, duizeligheid, stuiptrekkingen en coma ten gevolge van de aanwezigheid van o.a. urinezuur in het bloed vanwege nierfalen (uremie); acuut nierfalen
Zeer zelden: verminderde urineproductie (oligurie); afwezige urineproductie (anurie)
Overig: ontsteking van de nieren gepaard gaande met bloed in de urine, koorts en pijn in de flanken (interstitiële nefritis)

Geslachtsorganen
Soms: impotentie
Zelden: borstvorming bij mannen (gynaecomastie)

Algemene aandoeningen
Soms: vermoeidheid, koorts, zwakte (asthenie)
Ook kan het volgende complex van symptomen optreden, bestaande uit één of meerdere van de volgende bijwerkingen: koorts; ontsteking van een bloedvat (vasculitis); spierpijn (myalgie); gewrichtspijn (arthralgie); gewrichtsontsteking (artritis); verhoogde bloedbezinking; bloedafwijkingen (veranderingen in het aantal bloedcellen) die gepaard kunnen gaan met het ontstaan van bijv. uitslag (eosinofilie), of met een toename van de hoeveelheid witte bloedcellen (leukocytose). Tevens kunnen uitslag (rash), overgevoeligheid voor licht of zonlicht (fotosensibiliteit) of andere huidaandoeningen optreden.


STOP MET HET INNEMEN VAN ZESTORETIC en neem direct contact op met uw arts wanneer een van de volgende omstandigheden zich voordoet:
? Wanneer zwelling optreedt van het gezicht, lippen, tong en/of keel die het slikken of ademhalen mogelijk kan bemoeilijken.
? Wanneer ernstige jeuk op de huid optreedt (met bultvorming).
Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.


5. HOE BEWAART U ZESTORETIC-20/12,5
Bewaren beneden 25 oC in de originele verpakking, ter bescherming tegen licht. Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
Gebruik Zestoretic-20/12,5 niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de verpakking en op de doordrukstrip na ‘EXP’. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand.
Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.


6. AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Zestoretic-20/12,5
- De werkzame bestanddelen zijn lisinoprildihydraat en hydrochloorthiazide. Elke tablet bevat lisinoprildihydraat, overeenkomend met 20 mg lisinopril en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
- De andere bestanddelen zijn mannitol, calciumwaterstoffosfaat, maïszetmeel, magnesiumstearaat.

Hoe ziet Zestoretic-20/12,5 er uit en wat is de inhoud van de verpakking
Zestoretic-20/12,5 is verpakt in doordrukstrips en elk doosje bevat 30 witte tabletten. Zestoretic wordt voor gebruik in ziekenhuizen ook geleverd in een pot met 60 tabletten.


Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Registratiehouder:
ASTRAZENECA BV,
Postbus 599,
2700 AN Zoetermeer,
Tel.: 079-3632222

Fabrikant:
AstraZeneca SA,
Schaessestraat 15,
9070 Destelbergen, België.


Het geneesmiddel is in het register ingeschreven onder: RVG 13611
Zestoretic®-20/12,5, tabletten 20/12,5 mg

Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in juni 2008