Vrouwen in de vruchtbare leeftijd worden ongeveer een keer per maand ongesteld. We noemen dit de menstruatie. De menstruatiecyclus van de vrouw duurt ongeveer 30 dagen (4-5 weken) en begint met de rijping van een eicel in één van de eierstokken. Halverwege de menstruatiecyclus komt één rijpe eicel vrij en gaat via de eierstok naar de baarmoederholte. Vanaf dat moment groeit de wand van de baarmoeder aan.

Als geen bevruchting van de eicel heeft plaatsgevonden, wordt het aangegroeide baarmoederweefsel met het daarin aanwezige bloed afgestoten en verlaat het via de vagina het lichaam van de vrouw. Deze fase van de menstruatiecyclus heet de menstruatie of ongesteldheid, en kan gepaard gaan met menstruatieklachten of menstruatiepijn. De aard en ernst hiervan verschillen zeer sterk van vrouw tot vrouw. Sommige vrouwen hebben helemaal geen klachten, terwijl andere zeer veel klachten hebben.