Bij acute pijn kunnen pijnstillers oftewel analgeticaingenomen worden. Een voorbeeld hiervan is paracetamol. Bij chronische pijn worden naast of in plaats van pijnstillers ook wel cannabis en canabinoïden voorgeschreven. Bij hevige pijn kan het gebruik van opiumachtige pijnstillers oftewel opioïden worden overwogen. Denk hierbij aan morfine of morfineachtige pijnstillers. Bij een goede individuele instelling van de dosering is de kans op lichamelijke gewenning of geestelijke afhankelijkheid relatief klein. Ook kunnen combinaties van eenvoudige en sterke pijnstillers worden toegepast.

Behandeling van psychische klachten als angst, depressie en psychosen gebeurt met psychofarmaca. Als een patiënt met pijn bij kanker plotseling hevige pijn voelt, kan hij of zij zichzelf via een infuuspompje een snelwerkende pijnstiller toedienen. Het kan nodig zijn om pijnbestrijding bij kankerpatiënten te ondersteunen met psychofarmaca, zoals antidepressiva, angstwerende middelen of antipsychotica.