Renine en angiotensine-I
Als het bloedvolume afneemt, de bloeddruk daalt of het natriumgehalte van het bloed afneemt, geven de nieren het hormoon renine af aan het bloed. Renine zorgt er voor dat het in het bloed aanwezige angiotensinogeen wordt omgezet in angiotensine-I.
Vervolgens zet het in het bloed aanwezige enzym ACE (= angiotensine-converting enzym) het gevormde angiotensine-I om in angiotensine-II, Hierdoor stijgt het angiotensine-II-gehalte van het bloed.

Angiotensine-II
Toename van de hoeveelheid angiotensine-II in het bloed (zie boven) heeft de volgende effecten:
(1) vernauwing van de bloedvaten (= vasoconstrictie) en daarmee bloeddrukverhoging (= hypertensie)
(2) toename van de productie van het bijnierschors-hormoon aldosteron en het hypofyse-hormoon vasopressine (= anti-diuretisch hormoon = ADH). Deze beide hormonen zorgen er dat de nieren meer water vasthouden, waardoor het bloedvolume groter wordt.
(3) toename van het dorstgevoel, waardoor meer water wordt gedronken
(4) vrijwel overal in het lichaam vaatvernauwende (= vasoconstrictieve) stoffen worden gevormd, zoals noradrenaline (= norepinefrine), endotheline en zuurstofradicalen. Hierdoor stijgt de bloeddruk(= hypertensie).
(5) de groei van de spiercellen van de vaatwanden en de wand van het hart wordt gestimuleerd, waardoor de vaatwanden en de wand van het hart dikker wordt (= hypertrofie). Hierdoor worden de vaten minder elastisch en de pompwerking van het hart minder goed.
(6) het bradykinine-gehalte in het bloed afneemt, waardoor minder vaatwijdende stoffen, zoals stikstof-monoxide (= NO) en prostaglandinen, worden gevormd. Dit heeft bloeddrukverhoging tot gevolg.

Samenvatting
Een grotere activiteit van het RAS leidt via bovengenoemde mechanismen tot toename van het bloedvolume (= hypervolemie), vernauwing van de bloedvaten (= vasocontrictie), verhoging van de bloeddruk (= hypertensie) en verminderde hartwerking.

RAS-remming
Door remming (= blokkade = antagonisme) van het RAS wordt:
(1) het angiotensine-II-gehalte in het bloed verlaagd, waardoor de bloeddruk daalt, het bloedvolume afneemt en de hartwerking verbeterd.
(2) het bradykinine-gehalte in het bloed verhoogd, waardoor vaatwijdende stoffen, zoals stikstof-non-oxie (= NO) en de prostaglandinen, worden gevormd. Deze vaatverwijding heeft eveneens een bloeddrukverlagend effect.

RAS-remming kan op drie verschillende manieren geschieden:
(1) remming van de omzetting van angiotensinogeen in angiotensine-I: Renine-antagonisten
(2) remming van de omzetting van angiotensine-I in angiotensine-II: ACE-remmers (= angiotensine-I-blokkers)
(3): Vermindering van de effecten van angiotensine-II door blokkade van de receptor: angiotensine-II-antagonisten

zie ook:
- RAS
- RAS-remmers