De werking van homeopathische middelen is gebaseerd op het gelijkheids- of similia-principe: d.w.z. dat een aandoening (= pathos) kan worden bestreden met een zeer lage dosering van een natuurlijke stof, die in hogere doseringen dezelfde of gelijksoortige (= similia, homeo-) verschijnselen vertoont als de aandoening.

De kennis van de werking van homeopathische middelen berust op eeuwenlange ervaring. Het is niet precies bekend hoe homeopathische in het lichaam werken.

Aangenomen wordt o.a. dat de geneeskrachtige werking van de homeopathische stof de via de bereiding van de oertinctuur op de alcoholische oplossing wordt overgebracht.

De werking van homeopathische middelen is niet gekoppeld aan de concentratie (= hoeveelheid stof per volume-eenheid), maar aan de wijze en de mate van verdunning (= potentie) van de oertinctuur.
In het algemeen geldt: hoe groter de verdunning (= hoe hoger de potentie), hoe sterker de werking.

Op grond van ervaring wordt aangenomen dat:
- zwakke prikkels, zoals die uitgaan van zeer hoge potenties (= grote verdunningen = lage doseringen) van een homeopathisch middel, de levenskracht of zelfgenezende kracht van het lichaam kunnen stimuleren.
- matige prikkels de levenskracht kunnen remmen.
- sterke prikkels de levenskracht kunnen opheffen.

Als de werking op één enkele grondstof is gebaseerd wordt gesproken van enkelvoudige homeopathie en als de werking op meerdere grondstoffen is gebaseerd van complex-homeopathie.

zie ook:
- potenties
- homeopathische middelen
- homeopathie, algemeen