De belangrijke hormonen van het lichaam zijn (in alfabetische volgorde):
- adeno-corticotroop hormoon (= ACTH; hypofyse)
Regulatie van de productie en afgifte van corticosteroïden door de bijnierschors.
- aldosteron (bijnierschors)
Regulatie van de elektrolyten-huishouding.
- anti-diuretisch hormoon (= ADH = vasopressine; hypofyse)
Regulatie van de vochtbalans en de bloeddruk via de nieren.
- bijschildklier-hormoon (= parat-hormoon = PTH; bijschildklieren)
Regulatie van de botvorming en de calcium- en fosfaat-stofwisseling.
- calcitonine (schildklieren)
Regulatie van de botvorming en de calcium- en fosfaat-stofwisseling.
- corticosteroïden (= gluco-corticosteroïden = corticoïden, o.a. prednison; bijnierschors)
- regulatie van de stofwisseling (o.a. glucosespiegel), spierkracht, bloeddruk
- onderdrukking van ontstekingsreacties.
- erytropoëtine (nieren)
Bevordert de aanmaak van rode bloedcellen (= erytrocyten).
- follikel-stimuleremd hormoon (= FSH; hypofyse)
Regulatie van de voortplantingsfuncties en uiterlijke geslachtskenmerken bij man en vrouw
- glucagon (alvleesklier)
Verhoging van het bloedglucose-gehalte (= bloedsuikergehalte)
- groeihormoon (= GH = somatotrofine; hypofyse)
Regulatie van de groei en stimalering van de eiwitproductie.
- insuline (alvleesklier)
Bevordering van de glucose-verbranding in alle lichaamscellen; verlaging van het bloedglucose-gehalte.
- luteïniserend hormoon (= LH; hypofyse)
Regulatie van de voortplantingsfuncties en uiterlijke geslachtskenmerken bij man en vrouw.
- oestrogenen (eierstokken)
Ontwikkeling (tijdens de pubertijd) en regulatie van de eicelproductie en de uiterlijke geslachtskenmerken bij de vrouw.
- oxytocine (hypofyse)
Veroorzaking van samentrekkingen van de baarmoeder (= uterus) bij abortus of geboorte) en van de melkkliergangen tijdens borstvoeding.
- progesteron (= 'zwangerschapshormoon'; eierstokken)
Regulatie van de innesteling (= nidatie) van de bevruchte eicel in de baarmoedwand (= uterus)
- prolactine (hypofyse)
Regulatie van de melkprodcutie na de zwangerschap.
- renine en angiotensine (nieren)
Regulatie van de bloeddruk via de nieren.
- schildklier-hormonen (= thyroxinen; schildklier)
Regulatie van de groei en stimulatie van de snelheid van de stofwisseling.
- [testosteron (zaadballen = testikels)
Ontwikkeling (tijdens de pubertijd) en regulatie van de zaadcel-productie en de uiterlijke geslachtskenmerken bij de man.
- thyrotropine (hypofyse)
Regulatie van de prodcutie en afgifte van schildklier-hormonen.
- vasopressine (= anti-diuretisch hormoon = ADH; hypofyse)
Regulatie van de vochtbalans en de bloeddruk via de nieren.

zie ook: hormonale aandoeningen

Terug naar hormonen