Een miskraam is een spontane, voortijdige geboorte (abortus) van een nog onvoldragen vrucht (foetus) vóór de 20e week van de zwangerschap.
Tijdens de miskraam wordt de baarmoederkoek (placenta) met foetus door ? al dan niet kunstmatig opgewekte ? weeën-achtige baarmoederkrampen uit de baarmoeder geperst en verlaat dan als bloederige afscheiding via de vagina het lichaam.
Ca. 20-30% van alle zwangere vrouwen krijgt voor de 20e week (meestal 1e-12e week) een bloeding en/of buikkrampen, waarvan de helft tot een miskraam leidt.
Bij een miskraam in de eerste twaalf weken is de oorzaak meestal een afwijking van de foetus. Daarna is meestal sprake van een afwijking bij de moeder.
Een doodgeboorte is een spontane abortus na de 20e week van de zwangerschap.

Oorzaken van een miskraam

Mogelijke oorzaken van een miskraam (spontane abortus):
- Baarmoederaandoening
- Baarmoederhalsvernauwing (cervixinsufficientie)
- Cocainegebruik (vooral crack)
- Infectieziekte, o.a. rode hond (rubella) en cytomegalovirus
- Inwendige verwonding of letstel
- Schildklieraandoening: langzaam werkende schildklier (hypothyroidie)
- Tekort aan bepaalde voedingsstoffen

Zie ook:
- abortus

Terug naar zwangerschap