Bij een niet of niet goed behandelde ('niet goed ingestelde') diabetes kunnen ernstige complicaties ontstaan. Een bekende complicatie is nierschade. Op de lange termijn kan diabetes hart- en vaataandoeningen veroorzaken, evenals zenuw- en oogaandoeningen. Door de verminderde doorbloeding genezen wonden trager en kunnen belangrijke organen worden aangetast.

De behandeling is afhankelijk van het type diabetes en de ernst van de aandoening. Mogelijke behandelingen zijn een suiker- en koolhydraatarm dieet, bloedsuikerverlagende medicijnen die worden ingespoten (insulinen) of geslikt (oraal antidiabeticum) of een combinatie van een koolhydraatarm dieet en bloedsuikerverlagend middel. Wanneer de insuline moet worden ingespoten, wordt in plaats van een insulinepen ook wel een insulinepompje gebruikt.