Met of zonder recept

Dit medicijn is uitsluitend op recept verkrijgbaar (= UR-geneesmiddel).

Registratienummer (RVG-nummer)

RVG 07820-1

Werkzame stof

Prilocaïne

Geneesmiddelgroep

Plaatselijke verdovingsmiddelen (= lokale anaesthetica)

Samenstelling

Injectievloeistoffen, flacons 20 ml: 10 mg of 20 mg prilocaïne-hydrochloride per ml (bevatten methylparahydroxybenzoaat als conserveermiddel)

Fabrikant/Leverancier

AstraZeneca

Wanneer gebruiken? Toepassingen (= indicaties) o.a.

Verdoving (= anesthesie), voorkómen (= preventie) en/of bestrijden van pijn door plaatselijke verdoving (= lokale, intra-orale infiltratie- en geleidingsanesthesie) of door toediening via het ruggenmerg (= epidurale, spinale of lumbale anesthesie)

Blokkade van de sympathische zenuwen

Algemeen

Lees ook de bijsluiter voor informatie over de toepassing van dit medicijn.

Wanneer niet gebruiken?

Bloeddrukverhoging (= hypertensie), alleen wanneer de injectievloeistof epinefrine bevat

Hart- en vaat-aandoeningen (= cardiovasculaire aandoeningen), alleen wanneer de injectievloeistof epinefrine bevat

Ontstoken weefsel

Organen met eind-arteriën, zoals vingers, tenen, oren, neus en penis (alleen wanneer de injectievloeistof epinefrine bevat)

Overgevoeligheid of allergie voor dit middel of vergelijkbare, verdovende middelen van het amide-type

Overgevoeligheid of allergie voor methylparahydroxybenzoaat en/of natrium-metabisulfiet (met name bij astma-patiënten)

Schildklierhormoon-productie, verhoogde (= hyperthyreoïdie), alleen wanneer de injectievloeistof epinefrine bevat

Suikerziekte (= diabetes mellitus), alleen wanneer de injectievloeistof epinefrine bevat

Zwangerschap en borstvoeding

Dit middel kan voor zover bekend tijdens de zwangerschap zonder bezwaar volgens voorschrift worden gebruikt.

Tijdens de zwangerschap bij voorkeur geen hoge doseringen toedienen.

Borstvoeding

De werkzame stof gaat over in de moedermelk.

Na toediening van dit middel geen borstvoeding geven (tenzij de arts anders voorschrijft).

Algemeen

Sommige medicijnen kunnen een schadelijke invloed hebben op het verloop van de zwangerschap of op de ongeboren vrucht. Van veel medicijnen is dat echter nog niet precies bekend.

Heel wat wat medicijnen komen in de moedermelk terecht en bereiken zo de zuigeling.
Gebruik daarom tijdens zwangerschap of borstvoeding alleen medicijnen op doktersrecept.

Vertel ook een vervangende arts of een medisch specialist wanneer u van plan bent zwanger te worden, al zwanger bent of borstvoeding geeft. Hiermee kunt u voorkómen dat u medicijnen krijgt voorgeschreven, die niet mogen worden gebruikt tijdens zwangerschap of borstvoeding.

Raadpleeg eerst uw arts wanneer u van plan bent tijdens de zwangerschap of borstvoeding oude medicijnen, zelfzorg-medicijnen of alternatieve middelen te gebruiken.

Lees ook de patiëntenbijsluiter voor informatie over het gebruik van dit medicijn tijdens zwangerschap of borstvoeding.

Verkeer, werk en sport

Dit medicijn kan na snelle toediening of het per ongeluk toedienen via een bloedvat (= intravasculaire injectie) o.a. een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, sufheid en wazig zien veroorzaken.

Hiervan kunnen allerlei dagelijkse activiteiten, zoals bezigheden in en rond het huis, deelname aan het verkeer en het bedienen of besturen van machines, ernstige hinder ondervinden.

Hoe werkt het?

Dit medicijn blokkeert de prikkelgeleiding via de zenuwbanen, waardoor de pijngewaarwording minder wordt of geheel wordt geblokkeerd (= anesthesie).

De plaatselijk verdovende werking (= lokaal anaesthesie) begint na 5-20 minuten en duurt 1-5 uur.

Bijwerkingen

Centrale zenuwstelsel-stoornissen, zoals bevingen (= tremoren), licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, wazig zien, sufheid, spierschokken, bewusteloosheid, ademhalingsstilstand, kunnen optreden na overdosering, snelle toediening of intraveneuze toediening

Hart- en vaatreacties (= cardiovasculaire reacties), zoals bloeddrukdaling (= hypotensie) en hartfunctie-vermindering (= myocard-depressie), kunnen optreden na overdosering, snelle toediening of intraveneuze toediening

Overgevoeligheidsreacties

Wisselwerkingen

Injectie vloeistoffen zonder epinefrine

Anti-stollingsmiddelen (= anti-coagulantia = 'trombose-middelen')

Heparine

Pijnstillers (= analgetica) van het type prostaglandine-synthetase-remmer (= NSAID's)

Plasmavervangende middelen van het dextraan-type

Vaatvernauwende middelen

Injectie vloeistoffen met epinefrine

Antidepressiva, bepaalde (tricyclische antidepressiva)

Anti-stollingsmiddelen (= anti-coagulantia = 'trombose-middelen')

Cyclopropaan en vergelijkbare anaesthetica

Digitalis-preparaten (o.a. Lanoxin®)

Bèta-blokkers

Halothaan en vergelijkbare anaesthetica

Heparine

Pijnstillers (= analgetica) van het type prostaglandine-synthetase-remmer (= NSAID's)

Plasmavervangende middelen van het dextraan-type

Vaatvernauwende middelen

Hoe te gebruiken?

Dit medicijn wordt door een arts of verpleegkundige bereid en toegediend.

Hoe te bewaren?

Zie bewaarvoorschrift in de bijsluiter van de verpakking.

Medicatietrouw

Niet van toepassing.

Medicatiebegeleiding

Bespreek uw ervaringen en eventuele problemen met dit medcijn zo nodig met uw (huis)arts.

Vergoeding of zelf betalen?

Dit medicijn is alleen op doktersrecept verkrijgbaar en wordt daarom vergoed volgens de daarvoor geldende regels van de overheid en uw zorgverzekeraar .

Er zijn ook geneesmiddelen die alleen op recept verkrijgbaar zijn (= UR-geneesmiddelen), maar slechts ten dele of niet vergoed worden.

Vraag uw arts, apotheker of zorgverzekeraar zo nodig om nadere informatie over de vergoeding van uw medicijnen.

Meer informatie

Bijsluiter van Citanest®

Bijzonderheden

De flacons van 20 ml: 10 mg of 20 mg prilocaïne-hydrochloride zonder epinefrine (1:200.000) per ml bevatten methylparahydroxybenzoaat als conserveermiddel.

De flacons van 20 ml: 10 mg of 20 mg prilocaïne-hydrochloride met epinefrine (1:200.000) per ml bevatten methylparahydroxybenzoaat en natrium-metabisulfiet als conserveermiddel.

Overdosering

Bevingen (= tremoren), licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, wazig zien, blauw worden (= cyanose), sufheid, spierschokken (= convulsies), bloeddrukdaling, verminderde hartwerking, bewusteloosheid, ademhalingsstilstand

Bijsluiters

Citanest
Laatst bijgewerkt: 25 juli 2017