Groep van uiteenlopende medicijnen die worden gebruikt om de klachten bij levensbedreigende, ongeneeslijke ziekten te verzachten en het laatste (= terminale) stadium daarvan te verlichten. In de meeste gevallen gaat het daarbij om terminale kankerpatiënten (in Nederland jaarlijks ca. 33.000).

Veel toegepaste palliativa (o.a.)
- pijnstillers (= analgetica), waarvan met name morfine-achtige pijnstillers (= opioïden)
- angst-remmende middelen (= anxiolytica)
- anti-braakmiddelen (= anti-emetica)
- anti-jeuk-middelen
- cannabis en canabinoïden
- hoestmiddelen
- corticosteroïden: o.a. bij zwellingen, hik, ademnood, ontstekingen
- stopmiddelen tegen diarree
(NB. meestal niet nodig bij gebruik van morfine-achtige pijnstillers)
- anti-psychotica tegen psychische aandoeningen (= psychosen)

zie ook:
- pijn
- palliatieve zorg
- behandeling van kanker