On(an-)gevoeligheid (-esthesie) voor (pijn-)prikkels.

Onderscheiden worden o.a.:
- algehele anesthesie (= narcose): algehele verdoving (bijv. voor buikoperatie)
- geleidingsanesthesie: plaatselijke verdoving door verlamming van een zenwuwbaan die pijnprikkels naar de hersenen geleidt.
- infiltratie-anesthesie: plaatselijke verdoving door infiltratie van het verdovingsmiddel in het weefsel
- lokale anesthesie: plaatselijke (= lokale) verdoving (bijv. voor operatie aan vinger of tandextractie)
- epidurale anesthesie: verdoving door injectie van het verdovingsmiddel in de ruimte aan de buitenzijde van het harde hersen- of ruggemergsvlies (= dura mater).
- lumbale anesthesie (= spinale anesthesie): verdoving van het onderste deel van het lichaam via het ruggemerg.
- narcose (= algehele anesthesie ): algehele verdoving (bijv. voor buikoperatie)
- regionale anesthesie, verdoving van een een heel lichaamsdeel, zoals een arm of been.
- spinale anesthesie (= lumbale anesthesie): verdoving van het onderste deel van het lichaam via het ruggemerg.

zie ook: verdoving